Zo kreeg Midas ezelsoren - Maria van Donkelaar
Post date: Jan 10, 2019 12:47:46 PM
Maria van Donkelaar heeft verschillende (prenten)boeken geschreven, maar is toch vooral bekend als auteur van het prachtige boek Boven in de groene linde zat een moddervette haan met illustraties van Sieb Postuma (die hiervoor een Gouden Penseel kreeg). In dit boek zette Van Donkelaar 75 bekende en minder bekende fabels op rijm. Zo kreeg Midas ezelsoren kent een vergelijkbare aanpak. Deze keer zet Van Donkelaar verhalen uit de Metamorfosen van Ovidius op rijm en werkt ze samen met een andere Gouden Penseel-winnaar: Sylvia Weve. Ovidius was een Romeinse dichter die aan het begin van onze jaartelling leefde. Zijn boek Metamorfosen is een belangrijk werk uit de wereldliteratuur dat vele kunstenaars inspireerden. Het vertelt verhalen over goden en andere mythische figuren en ook gewone stervelingen spelen een rol. Wat de verhalen bindt is dat veel personages een gedaanteverwisseling (een metamorfose) ondergaan: Battus verandert in een blok basalt, Narcissus verandert in een plant, Philemon en Baucis worden bomen en koning Midas krijgt van Apollo een paar ezelsoren aangemeten. Van Donkelaar heeft de verhalen op rijm gezet, eigentijds rijm met eigentijds woordgebruik. Zo ‘zanikt’ godin Leto, is de god Pan een ‘irritante freak’, verdringt ‘de jetset’ zich in het atelier van Pygmalion en vindt Atlanta haar aanbidders ‘losers’. Ook Jupiter gaat met zijn tijd mee, zoals blijkt uit dit citaat: ‘Moeder Ceres is haar dochter nu wel kwijt, in theorie. Maar al polderend komt Jupiter toch met een compromis’. Van Donkelaar schrijft ook poëtische zinnen, zeker als er sprake is van een drama: ‘Hete tranen, lauwwarm bloed: ze vloeien langzaam in elkaar. ‘Liefste,’zegt ze, ‘ik kom bij je. Eeuwig worden wij een paar.’
Sylvia Weve krijgt in het groot uitgegeven boek alle ruimte om de verhalen van beeld te voorzien. Ze heeft prachtig werk gemaakt in haar kenmerkende stijl. Weve verstaat de kunst drama en humor met elkaar te vermengen. Kijken we bijvoorbeeld naar Phaeton, de jonge halfgod die ook weleens met de coole zonnewagen van zijn vader langs de hemel wil rijden. De zonnegod, hij ziet er koninklijk uit met zijn grote zonnehoofd en zijn hemelse mantel, probeert met alle macht dit idee uit Phaetons hoofd te praten. Dat het niet gaat lukken zien we in een oogopslag, de jongen staat erbij met een gezichtsuitdrukking zoals alleen pubers die kunnen hebben. Dat het een en ander uitloopt op een drama mag duidelijk zijn en ook dat laat Weve zien in een wervelende illustratie waarin Pheaton met de zonnepaarden in een brandende zee stort. Weve combineert, net als de schrijfster, hedendaagse elementen met die uit de Romeinse oudheid. Dat wordt al duidelijk op de illustratie bij de inleiding waar een Romeinse soldaat tegenover een vrouw staat met een kittige handtas. Ook zien we dat Europa bewaakt wordt door beveiligers in zwarte pakken en oortjes in, maar ze hebben wel een speer in de hand. En ook de vleugels van Icarus doen verrassend modern aan. Kunstliefhebber zullen plezier beleven aan de verwijzingen naar beroemde kunstwerken die Weve in haar illustraties heeft opgenomen. Zo kreeg Midas ezelsoren is een vrolijke en toegankelijke bewerking van de Metamorfosen van Ovidius. Sylvia Weve overtreft zichzelf met prachtig origineel werk dat opnieuw in aanmerking zal komen voor een bekroning van de Penseeljury.
Zo kreeg Midas ezelsoren
Maria van Donkelaar (tekst) en Sylvia Weve (illustraties)
Gottmer, 2019 €21,99
| leeftijd 10+ |