Kinderen van de Eindeloze Vlakte - Ellen van Velzen
Post date: Apr 20, 2018 11:56:44 AM
Ellen van Velzen maakte vijf jaar geleden indruk met haar debuut Jonge Vlieger. Het kreeg in 2014 een Vlag en Wimpel van de Griffeljury. Haar tweede boek, Kinderen van de Eindeloze Vlakte, neemt de lezer mee naar een onbekend land in een niet gespecificeerde tijdsperiode. Het is aannemelijk dat het verhaal zich in een Afrikaans land afspeelt, afgaande op de leefomstandigheden en de dieren die er een rol in spelen. Het beschreven landschap is kaal en vlak en overdag is het er ondraaglijk warm.
Een jonge krijger, de twaalfjarige Sen, moet water halen voor zijn vader het stamhoofd. Dat is een gevaarlijke opdracht want de Wilden, gevaarlijke krijgers van een andere stam, kunnen altijd toeslaan. Bij de laatste aanval, een jaar geleden, wist Sens stam de vijand te verjagen en doodde daarbij een van de vijandige krijgers.
De angst blijkt terecht, er wordt inderdaad aangevallen en Sen is het doelwit. Hij wordt bewusteloos meegenomen naar het kamp van de Wilden, die zichzelf Kamarai noemen. Als hij bijkomt is hij bang, maar niet van plan dat te laten zien. Hij is een krijger van de Harati en getraind nooit angst te tonen. Maar zijn vrees is ongegrond, er iets heel anders aan de hand. Hij is ontvoerd om de plaats van de dode krijger in te nemen, die de zoon van het stamhoofd Baraka was. Sen krijgt een nieuwe naam en een nieuwe familie. Hij heeft nu een oudere broer, Jiri, en een jongere zus, Alika.
Sen is niet van plan om bij de Kamarai te blijven. Hij snapt hun gewoonten niet en hij wil terug naar zijn eigen stam, waar de regels duidelijk zijn en hij weet wat er van hem verwacht wordt.
Het thema van Van Velzens tweede boek ligt dicht bij het thema van haar eerste boek. Opnieuw besteedt ze veel aandacht aan de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Sen is met harde hand opgevoed en heeft geleerd nooit angst te tonen en niet bang te zijn voor pijn. Bij de Harati dwingt een krijger pas respect af als anderen bang voor hem zijn. Dat geldt ook voor een stamhoofd, volgens Sens vader moet je ’ze er altijd aan herinneren wie de zweep in handen heeft.’ Bij de Kamarai gaat het er heel anders aan toe. In tegenstelling tot Sens eigen vader is Baraka een liefdevolle man die veel begrip heeft voor de gevoelens van Sen. Ook Jiri, die in tegenstelling tot Alika niet direct overloopt van enthousiasme over de gezinsuitbreiding, accepteert Sen en is bereid zijn leven te geven voor zijn nieuwe broer als dat nodig is. De liefdevolle manier waarop de Kamarai met elkaar omgaan verwart Sen. Hij begrijpt niet dat de Kamarai net als de Harati harde onverschrokken krijgers hebben, terwijl ze hun kinderen niet slaan en hun leider durven tegen te spreken.
De innerlijke strijd van Sen die zich enerzijds aangetrokken voelt tot de stamgebruiken van de Kamarai, maar anderzijds loyaal wil blijven aan zijn eigen stam is het belangrijkste onderwerp in het verhaal. Daarbij laat de schrijfster er geen twijfel over bestaan waar haar voorkeur ligt en wat de boodschap van het boek is: liefdevol opvoeden leidt tot een betere en gelukkiger samenlevingsvorm.
Van Velzen schrijft vloeiend en het verhaal leest makkelijk weg, maar mooie zinnen die blijven hangen moet de lezer niet verwachten. Het is jammer dat Van Velzen niet meer met het verhaal heeft gedaan. Zo wordt over het leven van de Kamarai vooral de onderlinge omgang beschreven en is er weinig aandacht voor andere aspecten. Meer uitleg en beschrijvingen over bijvoorbeeld de tochten over de vlakten waarbij de Kamarai een kudde olifanten volgen zou het verhaal meer diepgang hebben kunnen geven. Van Velzen gaat de uitdaging niet aan om de eentonigheid van deze moeizame uren overtuigend tot leven te brengen. Ook andere aspecten worden maar matig uitgewerkt. Het valt bijvoorbeeld op dat de Kamarai totaal niet bang zijn voor de olifanten en dat is niet erg waarschijnlijk, want een wilde olifant blijft altijd gevaarlijk. Ook valt op dat er regelmatig roofdieren gedood worden die vervolgens op de vlakten achterblijven. Je zou toch denken dat een dode leeuw heel wat bruikbare onderdelen heeft, al was het zijn bloed maar in tijden van droogte.
Het is opvallend dat Van Velzen nauwelijks over de omgang tussen mannen en vrouwen schrijft. Baraka voedt zijn kinderen alleen op en er lijkt, behalve zijn moeder, geen vrouw een rol in zijn leven te spelen. Ook Jiri, toch een jonge aantrekkelijke krijger, heeft het nooit over vrouwen. Het zijn vooral de onderlinge verhoudingen van mannen die Van Velzen beschrijft, waarbij de samenhang tussen geweld en liefde het belangrijkste thema is.
Kinderen van de eindeloze vlakte is een boeiend verhaal dat zich echter te lang voortsleept. Het verhaal blijft hangen in een thema en had een stuk boeiender kunnen zijn met meer beschrijvingen en/of meer verhaallijnen.
Kinderen van de Eindeloze Vlakte
Ellen van Velzen
Lemniscaat, 2018 € 16,95