Activiteit: Het luisteren naar woorden die hetzelfde of juist verschillend klinken en deze onderscheiden. (Mondelinge taalvaardigheid)
Eigen evaluatie en reflectie:
Ik heb het doel van de activiteit bereikt, het lukte de kinderen om woorden auditief te onderscheiden. Dit zag ik aan de resultaten bij het ‘duimen’ spel. Op een enkeling na lukte het alle kinderen om hun duim op het goede moment omhoog te steken en op het goede moment omlaag te steken.
De activiteit was aardig kort, mede doordat de kinderen het al snel door hadden. Ik vond het belangrijk dat ik me hield aan de opdracht. Ik had misschien een differentiatie kunnen toevoegen om het iets moeilijker te maken voor de wat oudere kinderen of een variatie waardoor de opdracht een beetje anders zou worden.
Mijn leerdoel was vrij breed omdat het de eerste les was die ik gaf aan kleuters. Voor de volgende keer wil ik het leerdoel iets specifieker maken.
Feedback mentor: Zie lesbeschrijvingsformulier
Activiteit: Met kleine groepjes kinderen (uit groep 1) voorwerpen aanwijzen met de ogen dicht en meetkundige begrippen behandelen.
Eigen evaluatie en reflectie:
De kinderen hebben het doel gehaald. Dit zag ik doordat ik op de kinderen lette terwijl ze de verschillende richtingen aanwezen.
De kinderen vonden de opdracht erg leuk en deden goed mee. Ze kwamen ook zelf met inbreng ‘op schoot’.
Het is me gelukt om de kleine groepjes bij de les te houden ze deden allemaal mee en luisterden goed naar wat ik vroeg.
Feedback mentor: Zie lesbeschrijvingsformulier bij de les van groep 2.
Activiteit: Met kleine groepjes kinderen (uit groep 2) de plaats van voorwerpen omschrijven.
Eigen evaluatie en reflectie:
De kinderen hebben het doel bereikt. Ze kunnen voorwerpen beschrijven zonder ze aan te wijzen. Tijdens het nabespreking lieten de kinderen merken en zien dat ze het konden.
Bijvoorbeeld het samenwerken in tweetallen werkt niet voor elke leeftijd/niveau. Daarom heb ik ervoor gekozen om bij het groepje waarbij het samenwerken niet lukte, de opdracht met de hele groep tegelijk te behandelen.
Ik heb geprobeerd om de kinderen steeds bij de les te houden. Dit lukte goed. Het is ook niet erg als de kinderen soms een klein beetje afgeleid zijn.
Feedback mentor: Zie lesbeschrijvingsformulier
Activiteit: Zinnen met een trefwoord maken. (Oriëntatie op geschreven taal)
Eigen evaluatie en reflectie:
Ja, de kinderen hebben geleerd hoe ze zinnen maken met behulp van trefwoorden. Ondanks sommige kinderen begonnen met noemen van een woord in plaats van een zin, snapten ze later het idee van de les wel.
Ik wilde wat meer trefwoorden behandelen tijdens de les, maar de concentratie van de kinderen begon op te raken dus heb ik een aantal woorden laten zitten. Ik vond het belangrijk dat de kinderen in ieder geval snapten waar we mee bezig waren, met het maken van zinnen bij woorden. Dus vond ik het niet erg om een paar woorden over te slaan. Voor een volgende les wil ik ook weer goed rekening houden met de concentratieboog van de kinderen. Soms lukt het niet om alles te doen wat je van te voren hebt bedacht en dat is niet erg.
Ik heb het stilte teken een aantal keer gebruikt om de kinderen stil te krijgen. Dit hielp. Ook heb ik kinderen aangesproken om te gaan zitten en ik sprak kinderen aan wanneer ze niet aan het opletten waren. Soms waren er nog wel wat rommelmomenten die ik misschien iets sneller kon afronden. Ik vond het belangrijk dat de hele groep mee kon doen en er rust was in de groep. Ik wil dit leerdoel vaker gaan oefenen.
Feedback mentor: Zie lesbeschrijvingsformulier
Praatplaat over de herfst die ik heb gebruikt.
De gemaakte zinnen met trefwoorden.
Activiteit: Een liedje over een kriebelspin aanleren met bewegingen.
Eigen evaluatie en reflectie:
Ja, de kinderen hebben met het liedje meegezongen en ‘gedanst’, de bewegingen deden de kinderen al goed mee. Het zingen moet nog een beetje beter geoefend worden.
Ik vond dat de kinderen goed probeerden mee te doen met zingen en met de bewegingen. Toch zwakte hun aandacht op sommige momenten even weg. Vooral tijdens het behandelen van de vragen, het voeren van het ‘gesprekje’ ging wat moeizaam. Ook omdat ik de les gaf na het fruiteten en er dan een rommelmoment is, er zijn kinderen naar de wc, hun tas aan het opruimen en aan het kletsen. Hierbij wil ik de volgende keer strenger zijn en de aandacht eisen.
Ik heb voor mijn gevoel de weggeefmethode niet echt gebruikt bij het aanleren van dit liedje. Ik vond de hun aandacht en de bewegingen op het moment even wat belangrijker. Voor een volgende muziekles wil ik deze methode wel graag proberen.
Feedback mentor: Zie lesbeschrijvingsformulier
Activiteit: De kinderen (uit groep 1) leggen het juiste aantal bij het goede cijfersymbool. Ze tellen de kastanjes.
Eigen evaluatie en reflectie:
Het doel is bij sommige leerlingen wel gehaald en bij andere niet. De getalsymbolen boven de 5 vinden veel kinderen uit groep 1 nog lastig. Het synchroon tellen gaat bij sommigen nog lastig en hier zijn ze nog hulp bij nodig.
Voor een volgende keer wil ik een ander soort les geven voor het herkennen van de getalsymbolen. Het synchroon tellen moet gewoon blijvend geoefend worden.
Sommige kinderen verloren op den duur hun concentratie. Daarom heb ik niet alle onderdelen van de les gedaan zoals de afsluiting. Ik heb ze weer verder laten spelen toen ze minimaal 3 cijfer kaartjes hadden geprobeerd.
Feedback mentor: We hebben de les mondeling besproken.
Activiteit: De kinderen (uit groep 2) rijgen het juiste aantal kralen bij het juiste cijfersymbool (tot 10) aan het touwtje.
Eigen evaluatie en reflectie:
Ja ik heb het doel van de activiteit bereikt. Achteraf was dit misschien een iets te makkelijk doel voor de oudsten van groep 2.
De kinderen luisterden goed naar de uitleg en deden wat ik van ze vroeg. Maar het was dus eigenlijk een iets te makkelijk doel. Gelukkig had ik ook kaartjes van 11 en 12 die ze dan konden doen maar ik denk dat ze tot de 30 de volgende keer ook wel lukt. Ik laat het spel op school liggen en juf Renske maakt samen met de kinderen wat moeilijkere kaartjes erbij.
Ik heb een duidelijke instructie gegeven en gedifferentieerd. De kinderen die het echt al goed konden heb ik de kaartjes 10, 11 en 12 gegeven. Dit leerdoel is natuurlijk erg breed en soms lastig te behandelen bij kleuters dus wil ik dit doel algemener gaan gebruiken.
Feedback mentor: We hebben de les mondeling besproken.
Een leerling uit groep 2 maakt het spel even wat moeilijker met cijfers boven de 12.
Activiteit: Interactief voorlezen.
Eigen evaluatie en reflectie:
De kinderen hebben het doel bereikt, ze hebben actief geluisterd.
De kinderen vonden het verhaal al vanaf het begin interessant. Toen ik begon met het boek te introduceren, terwijl ik aan het lezen was en na het lezen hadden de kinderen veel indrukken en veel te vragen/vertellen.
Ik had wat verder in kunnen gaan op het ‘waarom?’ in het boek.
Feedback mentor: Het was een wat rommelige dag, hierdoor moest het voorlezen nog aan het einde van de dag. Fijn dat je zo flexibel omging met de veranderingen.
Je hebt een super leuk boek uitgekozen, mooie moraal. Met de inhoud had je misschien iets meer kunnen doen. Iets meer ingaan op het gevoel van het jongetje in het boek. En vraag vooral ‘waarom?’.
Er waren een aantal kinderen die graag wilden vertellen en antwoorden.