Onderzoek de vraag uit de praktijk.
Bepaal de vraag op basis van kennis.
Genereer ideeën.
Maak een ontwerp of prototype.
Pas het toe.
Onderzoek het effect.
Voor het project van dit semester moesten we een vraagstuk kiezen uit een aantal vraagstukken die ons het meest interessant leek. Ik heb gekozen voor het vraagstuk: Hoe kunnen ouders van De Hoeksteen worden betrokken bij het stimuleren van de taalvaardigheid van de leerlingen?
Hier werd ik bij ingedeeld met nog 4 andere studenten die ook voor dit vraagstuk hebben gekozen. Suzan Stuursma (2D), Jennifer de Boer (2A), Sanne Beving (2A) en Geert Hamminga (2A). Samen hebben we een Teams-omgeving en Whatsappgroep aangemaakt om handig te communiceren en samen te werken. I.v.m het Coronavirus hebben we veel gebeld via Teams en 1 keer fysiek op school kunnen afspreken.
De eerste fase van Design Based Education is onderzoek de vraag uit de praktijk. Dit hebben we als groep gedaan door goed te kijken naar ons vraagstuk en naar de leeruitkomsten.
We hebben tijdens de eerste bel afspraak even een voorstelrondje gedaan. Ik kende namelijk alleen Suzan en de rest nog helemaal niet, dus dit was wel even fijn. Daarna hebben we de rollen in het groepje verdeeld en een teamcode gemaakt. Jennifer was tijdens dit project de projectleider dus zij stuurde de vergaderingen aan. Suzan was vice-project leider en ondersteunde Jennifer dus bij haar taken en nam Jennifer haar taken over als ze er niet bij kon zijn. Sanne was notulist en hield alles wat we besproken dus netjes bij in een document. Geert was kwaliteits-controleur en hield dus in de gaten of de gemaakte producten voldeden aan alle eisen en hij zorgde voor controle over de documenten. Hij zet dus de puntjes op de i. Ik was tijdens dit project contactpersoon dus ik zorgde voor een goed mail/bel contact tussen basisschool de Hoeksteen en docenten van onze opleiding. Ook hield ik me bezig met het plannen van bel-afspraken en hield onze agenda dus goed in de gaten.
Bij deze eerste fase gingen we uitzoeken wat er nou precies van ons werd verwacht vanuit de opdrachtgever en ook vanuit de opleiding. Ik heb toen al vrij snel een mail gestuurd naar de contactpersoon van de basisschool.
In deze fase hebben we ook veel bronnen onderzocht en samengevoegd. Hoe kun je allochtone ouders nou betrekken bij het onderwijs van hun kind?
Wat goed ging in deze eerste fase was dat we al snel contact hadden gezocht met de basisschool. Wat beter kon was de opstart. We zijn vrij stroef opgestart als projectteam. We kenden elkaar niet en het was even aftasten. Wie neemt de eerste stap? Toen bleven we een beetje hangen bij de teamcode. Dit kan een volgende keer sneller.
Dit is onze gemaakte Teamcode. Met daarin de afspraken/werkwijze en de rollen.
Bij deze stap ben ik gaan nadenken over wat ik al wist over ouderbetrokkenheid. We hebben bij deze stap de onderzoeksvraag verder uitgewerkt aan de hand van eigen kennis en bronnen. Ik wist al dat veel ouders een grote rol spelen op de basisschool van hun kind. Sommigen zitten in oudercommissies of helpen mee met allerlei activiteiten op de school. Op mijn stageschool gebruiken ze ‘Parnassys’ om te communiceren met ouders. Ook hebben ze per klas een ‘Padlet’ pagina hierop zet de juf foto’s van werkjes, kinderen in de klas die iets hebben gemaakt enzovoort. Zo worden ouders betrokken bij de school van hun kind.
We vroegen ons af hoe ze dit op CBS de Hoeksteen deden dus heb ik dat gevraagd via de mail. Teska vertelde mij dat de leraren van de Hoeksteen communiceren met ouders via het platform ‘Social School’. Dit kende ik nog niet maar het is soortgelijk aan Parnassys, wat veel scholen gebruiken.
In de onderzoeksvraag: ‘Hoe kunnen ouders van CBS De Hoeksteen worden betrokken bij het stimuleren van de taalvaardigheid van de leerlingen?’ gaat het ook een deel over taalvaardigheid.
In het opdrachtenboek wat we kregen van de opleiding stond ook nog dit: “Wij hebben een Taaltuin voor leerlingen uit groep 1-2 die achterstanden hebben op mondelinge taalvaardigheid. Zij gaan een dagdeel naar de taaltuin. Wij zouden wel input van studenten willen over hoe wij de ouders hierbij kunnen betrekken, zodat thuis ook de mondelinge taalvaardigheid wordt gestimuleerd.”
Wij waren dus erg benieuwd naar wat die ‘taaltuin’ nou precies inhield. Hierover heb ik mailcontact gehad met Henriet Albershof. Zij begeleid de kinderen in de taalgroep. Zij vertelde mij dat die groep dit jaar is opgezet en er nu 13 kinderen in de groep zitten, zij gaan allemaal één dag in de week naar de taaltuin. Op maandag heeft ze een groep van 7 kinderen en dinsdag een groep van 6. In de loop van het jaar willen ze dit aanvullen tot maximaal 10 kinderen per dag. Op woensdag begeleid ze kinderen uit groep 2, hierbij wordt vooral de focus gelegd op fonemisch bewustzijn.
Tijdens deze dagen in de taaltuin biedt ze themawoorden en woorden van het beredeneerd aanbod (baklijst) aan. En vooral doormiddel van spel de taalontwikkeling stimuleren, spel wordt zo ingericht zodat er spontane communicatie ontstaat tussen de kinderen en haar.
In deze groep zitten kinderen met verschillende thuistalen:
- 3 kinderen spreken thuis Arabisch
- 1 kind spreekt thuis Papiaments
- 1 kind spreekt thuis Engels
- 1 kind spreekt thuis Swahili
- 1 kind spreekt thuis Turks
- 1 kind spreekt thuis Berbers
- 1 kind spreekt thuis Somalisch
- 4 kinderen spreken thuis Nederlands
Henriët vertelde ook dat wanneer de kinderen mee gaan doen met de taaltuin ze een aanmeldformulier meekrijgen waarin ouders moeten ondertekenen dat ze willen meewerken. Als het corona-virus wat gekalmeerd is wil ze de ouders ook uitnodigen in de taaltuin. De kinderen krijgen nu elke week een mapje mee met bijvoorbeeld de themawoorden en van de ouders wordt verwacht dat ze deze woorden thuis bespreken met hun kind in hun eigen (thuis)taal.
De taaltuin op CBS de Hoeksteen
In deze fase gingen we allemaal individueel bronnen over ouderbetrokkenheid (specifiek gekeken naar andere culturen en thuistalen) onderzoeken. Deze hebben we geplaatst in onze Teams-omgeving en later samen besproken en in 1 document gestopt. Deze bronnenlijst vind je in mijn portfolio terug.
In deze fase zijn we ook samen met het SPR-formulier bezig geweest. (Zie document hiernaast)
Wat goed ging in deze fase was dat we allemaal bronnen hadden onderzocht en gedeeld. Toch hadden we het uitgebreider kunnen bespreken. Dit kon beter. We kwamen erachter dat veel bronnen overeenkwamen met informatie en dat we sommige dingen niet echt konden gebruiken.
In deze fase was het tijd om met behulp van de onderzochte bronnen na te gaan denken over wat voor soort beroepsproduct we wilden gaan maken. We zijn tijdens het bellen gaan brainstormen met z’n allen.
De verschillende ideeën die we hebben bedacht hadden waren:
Verslag maken over ouderbetrokkenheid, welke theorie zit achter ouderbetrokkenheid en hoe kan dit in de realiteit toegepast worden?
Filmpje maken voor de ouders naar aanleiding van het verslag, hoe kunnen de ouders en de school samenwerken om ouderbetrokkenheid te stimuleren.
Enquête maken voor de ouders, wat willen ze verbeteren/behouden?
Dag(deel)/avond organiseren voor de ouders, een soort voorlichting om meer betrokken te raken bij de school, hierin kunnen ouders ook hun mening kwijt.
Voor de school een boekje maken met tips om ouderbetrokkenheid te stimuleren
Voor de ouders een boekje maken om te laten zien hoe de school te werk gaat.
Dit is wat we opgeschreven hadden als conclusie:
“Na overleg is hieruit een idee gekomen waar we verder mee willen werken, namelijk om een filmpje te maken voor de ouders of docenten, naar aanleiding van opgezochte theorie. Hieruit moet duidelijk worden waarom ouderbetrokkenheid belangrijk is, en hoe je meer betrokken kunt raken. Hiervoor moeten we manieren verzinnen. Voor ouders met een andere achtergrond gaan we het filmpje vertalen, zodat ook zij alles mee kunnen krijgen.”
Ik vond zelf een filmpje maken een leuk idee. Zo heb je bij veel ‘droge’ informatie ook een visuele en auditieve kant. Het is leuk voor docenten en of ouders om zo ons als studenten ook een beetje te ontmoeten. Natuurlijk moest er naast een filmpje ook iets van een verslaglegging/tekst bij komen. Daarom hebben we als groepsbesluit gekozen voor een brochure en een filmpje.
Wat goed ging in deze fase was het kiezen van een idee. We waren het eigenlijk vrij snel met elkaar eens dat we 2 dingen wilden combineren dus we konden snel een besluit maken.
Wat beter kon was in deze fase de communicatie en aanwezigheid. Ik vond het vervelend dat sommigen teamgenoten meerdere malen niet bij bel-afspraken konden zijn. Ik ben er wel elke keer bij geweest en daarom was dit soms best wel frustrerend, omdat je het gevoel hebt dat je meer doet dan anderen. We hebben wel elke keer de aanwezigheid bijgehouden en diegenen die er niet waren een taak gegeven.
We waren in deze fase tot de conclusie gekomen dat we een flyer/brochure en een filmpje wilden gaan maken voor de leerkrachten van CBS de Hoeksteen. Hierin moest het volgende komen te staan.
In de flyer: hierin komt alle informatie die leraren nodig zijn. Denk hierbij aan een kopje ouderbetrokkenheid en mondelinge taalvaardigheid. Ook willen we ze graag doorsturen naar verschillende sites met handige informatie. Dit zetten we in de bronnen. We willen in de flyer ook onze creativiteit laten zien.
In het filmpje: hierin vertellen we waarom we de flyer hebben gemaakt en wat ons doel is van de flyer. Ook willen we hiermee leraren enthousiasmeren om onze folder te lezen en gebruiken. We verwijzen ze in het filmpje ook door naar verschillende bronnen. Dit doen we zodat ze hier de uitgebreide informatie kunnen lezen en gebruiken.
Toen we idee dit bedacht hadden wilden we het nog even wat uitgebreider gaan uitleggen aan de contactpersonen van CBS de hoeksteen. Omdat dit de enige keer was dat Sanne, Geert, Suzan en ik tegelijk op school waren hebben we die dag een uitleg filmpje gemaakt. Zo konden Teska en Henriët ook een beetje een beeld van ons krijgen. Bekijk hieronder het filmpje.
Teska liet ons na het zien van het filmpje dit weten: “Wat leuk dat jullie een filmpje hebben opgenomen! Leuk om jullie ook even te zien, i.p.v. alleen maar mailen.
Ik ga overleggen op school wat mogelijk is met langskomen. Dan hoor je nog van mij of van Henriët.”
En dit was Henriët haar reactie op het filmpje:
“Dank jullie wel voor het filmpje, fijn om even een beeld te hebben wie jullie zijn.
Ik ben heel benieuwd naar jullie flyer en vind het een supergoed idee.
Zoals ik al eerder geschreven heb krijgen de kinderen woordkaarten mee naar huis en kunnen de ouders deze met hun bespreken in hun eigen taal. Soms is dit in de vorm van een memorie of kwartet. De bedoeling is om de ouders ook te betrekken in de school maar je begrijpt dat is nog niet mogelijk. Het zou fijn zijn als jullie in de school mogen en wat mij betreft zou dat na de kerstvakantie kunnen, maar ik moet dit eerst bespreken met de directie.”
Helaas kwam hierna de lockdown en konden we niet meer komen kijken op de Hoeksteen. Dit vonden we erg jammer.
We wilden eerst in twee groepen aan het werk gaan om het product te maken, maar dit werkte toch niet helemaal goed. We hebben uiteindelijk nog veel samen gedaan omdat alle informatie die in de flyer kwam te staan ook in het filmpje verteld moest worden en het dus handig was als we het allemaal goed meekregen. Omdat Jennifer in verband met werk vaak niet bij onze bel-afspraken kon zijn hebben we haar de taak gegeven om zich op het filmpje en op ons draaiboek te richten. Suzan heeft de achtergrondinformatie achter ons beroepsproduct gebundeld. Geert en Sanne hebben zich op de flyer gestort en ik ben zelf met het SPR-formulier bezig geweest, deze had namelijk nog wat aanpassingen nodig.
Het uitleg filmpje (over de brochure) gemaakt door Jennifer de Boer.
Hier zie je de uiteindelijke brochure die we als groep ook aan de basisschool gaan aanbieden. De voor en achterkant.
Wat goed ging in deze fase was de uiteindelijke verdeling. We vonden samen dat omdat Jennifer een aantal keer afwezig was dat zij het draaiboek in elkaar mocht zetten. Ze bood zelf aan om het filmpje ook te maken dus dat was ook fijn. Sanne had het opzetje van de brochure al gemaakt en wilde hier wel mee verder. Zo hadden Suzan en ik ook onze eigen taak. We hadden alles allemaal vrij snel tegelijk af. Ook was het een goed idee om een filmpje van onszelf naar de contactpersonen van de Hoeksteen te sturen. Zo konden zij een duidelijker beeld van ons en ons idee schetsen.
Wat beter kon in deze fase was het contact met de Hoeksteen. We hebben niet meer echt over het uiteindelijke beroepsproduct kunnen overleggen met de hoeksteen na de laatste mailtjes van Henriet en Teska. In verband met de lockdown en de kerstvakantie vonden we het lastig contact over het uiteindelijke ontwerp te behouden.
De meest veelbelovende ontwerpen/prototypes worden in deze fase uitgeprobeerd en/of voorgelegd aan betrokkenen. Bij voorkeur in een zo reëel mogelijke situatie. Door prototypes vroegtijdig aan betrokkenen voor te leggen of te testen in de praktijk weet je of de oplossing aansluit bij de verwachtingen, creëer je draagvlak en verkrijg je inzichten om de beste oplossingsrichting te identificeren.
We hebben helaas ons product nog niet kunnen voorleggen aan de opdrachtgever. Dit willen we graag maandag 11 januari versturen. En we willen graag nog een keer met ze bellen om uit te leggen wat we hebben gemaakt. We hopen ook dat ze 18 januari bij de presentatie kunnen zijn. Waarom hebben we zo lang gewacht? We hebben zo lang gewacht omdat we net de flyer en het filmpje klaar hebben. We willen ze graag een compleet resultaat laten zien en geen half gebakken resultaten.
We willen door met ze te bellen ook feedback vragen op hetgeen wat we hebben gemaakt. Het liefst waren we langs gegaan maar dit is helaas niet mogelijk in deze tijd. Daarom gebruiken we het draaiboek om ze mee te nemen in ons proces. Zo krijgen ze antwoord op de volgende vragen: Wat hebben we gedaan? En hoe hebben we dit gedaan? Wat is het eindproduct? Welke bronnen hebben we gebruikt? Ze kunnen samen met ons meelezen en we hopen dat ze tevreden zijn met het eindresultaat.
Wat goed ging in deze fase is het afronden van de producten en het bij elkaar voegen van verschillende documenten voor bijvoorbeeld het draaiboek. Dit ging vlot en is door ons allemaal goed gekeurd.
Wat beter kon in deze fase was uiteraard het overleg met de opdrachtgever. We hebben het ontwerp nog niet kunnen voorleggen aan ze. We hopen voor de presentatie van 18 januari in ieder geval wat feedback van ze te ontvangen.
Het draaiboek.
In deze fase gaat het om het goed onderzoeken van het effect, het benutten van de feedback van betrokken en evalueren wat dit betekent voor het vervolg. Het kan betekenen dat een of meer fasen herhaald moeten worden. Bijvoorbeeld de onderzoeksvraag moet worden bijgesteld, een andere oplossingsrichting moet worden gezocht en/of het prototype/ontwerp moet worden aangepast. Het reflecteren en leren van de ervaring is belangrijk voor het maken van een volgende verbeterslag.
We hebben helaas nog geen feedback gekregen op ons product, we hopen dat dit in week 2 wel zo is. Deze fase hebben we dus nog niet uitgevoerd. We gaan ervan uit dat we voor 18 januari feedback hebben en dat we het dan ook kunnen toepassen op ons product.
Zie voor de literatuurlijst: Bronnenlijst