Meer opslag van gegevens in de cloud, meer en krachtiger 'devices' die grote hoeveelheden data vragen en verwerken, meer en snellere vaste en mobiele verbindingen met internet - waar je ook bent. Dit alles wordt mede mogelijk gemaakt door onze digitale infrastructuur, de onderliggende basis.
Nu zijn wij in Nederland in dat opzicht flink verwend. Wij lopen voorop op het gebied van internet-exchanges, netwerken, hostingpartijen en datacenters. Van de 195 internationaal erkende onafhankelijke staten staan we bijna altijd in de top vijf op het gebied van digitale infrastructuur. Dit is zo gegroeid door onze open cultuur, handige ligging en gezonde- en creatieve handelsgeest.
Die digitale infrastructuur staat echter niet bij iedereen even duidelijk op het netvlies als datgene dat de it-vooruitgang faciliteert. Ook het enorme belang dat gemoeid is met deze infrastructuur wordt vaak onderschat. Zonder digitale infrastructuur ligt Nederland simpelweg plat. Daarnaast is inmiddels dit netwerk uitgegroeid tot een hele industrie die een groot economisch belang vertegenwoordigt. (“Het belang van de digitale infrastructuur”, z.d.)
Zonder de digitale infrastructuur kunnen we niks meer op het internet. Scholen kunnen geen digiborden en computers meer gebruiken om bijvoorbeeld filmpjes op af te spelen. Studenten kunnen geen schoolwerk doen op hun laptops. We kunnen elkaar niet bereiken via Whatsapp. Het internet is een groot deel geworden van ons leven, zonder internet kunnen we heel weinig.
We merken nu pas echt het belang van een digitaal infrastructuur, in verband met het coronavirus moet alles digitaal; schoolwerk, bestellingen, toetsen, vergaderingen noem het maar op. Op tijden zoals deze is het internet een cruciaal product.