Willy Coppens in het leger

Willy Coppens werd geboren op op 6 juli 1892 en was de zoon van kunstenaar Omer Coppens.

Hij werd in 1913 opgeroepen voor militaire dienst. Na een jaar bij de Grenadiers nam hij op eigen kosten vlieglessen bij de Burgerluchtvaartschool in Engeland. Twee maanden later nam hij cursussen bij de Militaire Luchtvaartschool van Etampes, waar hij tijdens de training het wereldhoogterecord brak. Op 9 december 1915 haalde hij zijn vliegbrevet.

Zijn actieve dienst in de Eerste Wereldoorlog startte eind 1916. In juni 1917 werd hij overgeplaatst naar het 1ste escadrille van Fernand Jacquet in Moere. Hij ontwikkelde zich tot specialist in het neerhalen van observatie- en artilleriebegeleidingsballonnen. Slechts drie van zijn 37 overwinningen betroffen het uit de lucht halen van andere vliegtuigen.

Op 14 oktober 1918, bij zijn laatste overwinning, werd hij gewond aan zijn been. Met zware bloedingen crashte hij en zijn been moest geamputeerd worden. Ondanks zijn geamputeerde been wist hij in september 1928 het hoogterecord parachutespringen te verbeteren door te springen vanaf 6.000 meter.

Na de oorlog was Willy Coppens Belgisch militair attaché in het Verenigd Koninkrijk en vervolgens in Parijs. In 1940 ging hij met pensioen. Hij overleed op 94-jarige leeftijd in Berchem. Op 15 november 1919 is hij in de erfelijke adelstand opgenomen met de titel ridder. In 1930 kreeg hij vergunning om aan zijn naam de Houthulst toe te voegen en in 1960 werd hem de persoonlijke titel van baron verleend. Daarnaast droeg baron Willy Coppens de Houthulst een dertigtal eretekens

Door Frederick Jacques Dienst Vrije Tijd Klerken Ter gelegenheid inhuldiging Wandelexpo op 13 augustus 2017