Van de Romeinen tot de middeleeuwen

door Alexander Lehouck in het boek "In het Zand Geschreven"

Wilt u weten hoe het  was in de duinen 2.000 en meer jaren geleden? Na het lezen van het  hoofdstuk over de Middeleeuwen met de vele zandverstuivingen zou men niet vermoeden dat, reeds veel vroeger dan in Adinkerke, er nederzettingen waren in onze duinen. Het uitgebreid archeologisch onderzoek hieromtent kunt u lezen in het hfdst van Alexander Lehouck m.m.v. Hugo Thoen. Deze vondsten plaatsten De Panne in internationale pers in de jaren 1927-29.

Dit wordt bewezen door de talrijke opgravingen welke zijn gebeurd (vooral in de “Romeinse Vlakte” voordien”Romeins Kamp” genoemd). Vanaf de 3de-4de eeuw voor Christus (= de late IJzertijd) zouden de duinen continu bewoond geweest zijn tot de komst van de Romeinen. Eerst  veetelers en zoutzieders. Later onder de vroege Romeinse occupatie is er op dezelfde plaatsen een andere geromaniseerde inheemse bevolking van vissers  zich komen vestigen . De huidige  ”jonge duinen” zijn beginnen overwaaien vanaf de 9de de eeuw. Maar hieronder bevindt er zich nog steeds het oude  zand van de Romeinse tijd, de “oude duinen” genoemd (verschillend van structuur en geler van kleur). Deze duinen strekten zich meerdere honderden meters meer zeewaarts, maar hiervan zijn natuurlijk alle sporen weggespoeld. Na een teruggang met de val van het Romeinse Rijk is hier rond de tiende eeuw terug nieuwe bewoning komen vestigen. Er zit dus nog een groot erfgoeddepot onder ons zand begraven welke gelukkig vrij goed bewaard is.

Veel werd gevonden sinds ingenieur Georges Donny zijn vondsten publiceerde in 1886. Dit gaf aanleiding tot veel aandacht. Honderden mensen hebben er gedurende meer dan een eeuw gegraven en gespit. Gelukkig waren het niet altijd verzamelaars en schattenjagers maar ook meerdere grote opgravingscampagnes. In 1901 werden de  vondsten van de Donny overgebracht naar de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Sindsdien is daar veel onderzoek op gebeurd en is nog veel materiaal bijgekomen.

De balans van dit onderzoek vindt u in het hfdst van archeoloog Alexander Lehouck.

Zo begon het met Georges Donny

Belgische militairen tijdens de Grote Oorlog doen aan archeologie in het “Romeins Kamp”

Gallo-Romeins gebruiksaardewerk

Villa Donny op terrein geschonken door Pieter Bortier (nu Donny Hotel)

Wist u dat de vader van Georges Donny, de Gentse scheikunde professor François Donny,  één van de grote pioniers  van de fotografie geweest is (vanaf 1850!). Hiervan getuigen zijn oudste landschapsbeelden van de kust, van uitzonderlijke kwaliteit en waarde. (nog een generatie vòòr de bekende foto’s van professor Jean Massart!).

Ook de bekendste  luministische kunstschilder Emmanuel Viérin kwam graag naar De Panne en interesseerde zich sterk voor deze archeologische resten.

In 1902 werd een tweede en derde vindplaats gevonden en in 1906 een 4de gisement  door Baron de Loë.

Tussen 1927 en 1929 starten 3 zomercampagnes onder leiding van Edmond Rahir. Veel internationale persaandacht en veel kijklustigen.

In parallel ontdekt Karel Loppens 1925-26 een 5 tal nieuwe vindplaatsen

Wist u dat “Camping du  Perroquet” ligt middenin een zeer waardevolle zone?