-05- I.V.-medicatie toedienen in shot / bolus

Verpleegkundige handeling: B2

voorbereiding

verplegende

    • Zorg voor een verzorgd voorkomen.

    • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

    • Verzamel het juiste materiaal: dienblad of mobiel werkblad, geneesmiddel en ev. oplosmiddel, steriele spuit, steriele optreknaald, deppers of kompressen, alcohol 70%, handontsmetting, nierbekken, naaldcontainer, identificatieklever, ev. obturator, spuit van 10cc en 10cc NaCl0,9%. Via heparineslot: fijne naald (min. 22G)

materiaal

    • Verzamel het juiste materiaal: dienblad of mobiel werkblad, geneesmiddel en ev. oplosmiddel, steriele spuit, steriele optreknaald, deppers of kompressen, ontsmettingsmiddel op basis van alcohol, handontsmetting, nierbekken, naaldcontainer, identificatieklever, ev. obturator. Via heparineslot: fijne naald (min. 22G)

    • Controleer de vervaldatum van het geneesmiddel, het oplosmiddel en het steriel materiaal.

    • Trek het geneesmiddel op in de spuit m.b.v. de optreknaald en breng een identificatieklever aan (zie stappenplan VB 'klaarmaken van een inspuiting').

    • Via katheter of driewegkraan: purgeer de spuit.

    • Via infuusleiding of heparineslot: Plaats een fijne naald (min. 22G) op de spuit en purgeer spuit en naald.

kamer

    • Breng het bed op de juiste hoogte.

    • Zorg voor voldoende privacy (aanwezigheidslichtje, gordijnen).

    • Zorg voor voldoende licht en ruimte.

    • Plaats materiaal in handbereik.

zorgvrager

    • Controleer naam en geboortedatum van de zorgvrager.

    • Informeer de zorgvrager over de indicatie, de interventie en de werkwijze.

uitvoering

    1. Controleer de insteekplaats van de katheter op (druk)pijn, kleur, zwelling en warmte.

    2. Controleer de inloop van de infuusvloeistof (dit kan niet bij een waaknaald).

    3. Controleer de positie van de katheter via een heveltest (bij een waaknaald kan dit pas na het aansluiten van het infuus).

    4. Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

via katheter

    1. Plaats bedbeschutting onder de arm.

    2. Doe niet-steriele handschoenen aan.

    3. Plaats een steriel kompres onder de katheter.

    4. Indien de katheter aangesloten is op een infuusleiding: sluit de rolklem en deconnecteer voorzichtig de leiding. Houd de leidinguiteinde steriel met de naald van de spuit.

    5. Indien de katheter afgesloten is met een obturator of een afsluitdopje zonder gummi: verwijder de obturator of het afsluitdopje en controleer bij twijfel m.b.v. een spuit met 10cc NaCl0,9% of de katheter goed geplaatst en doorgankelijk is.

    6. Plaats de spuit met het geneesmiddel op een steriele manier op de katheter.

    7. Spuit het geneesmiddel zeer traag in en observeer de zorgvrager.

    8. Verwijder de spuit.

    9. Schakel de infuusleiding terug aan en regel de inloopsnelheid of plaats een nieuwe obturator of afsluitdopje op de katheter.

    10. Verwijder het kompres onder de katheter.

    11. doe niet-steriele handschoenen uit.

Via infuusleiding

    1. Ontsmet de flashball met alcohol 70%.

    2. Sluit via de driewegkraan andere leidingen af.

    3. Prik de fijne naald met de spuit in de flashball.

    4. Knik eventueel de leiding boven de flashball af.

    5. Spuit het geneesmiddel zeer traag in en observeer de zorgvrager.

    6. Verwijder spuit en naald.

    7. Plaats de driewegkraan in de oorspronkelijke positie.

Via driewegkraan

    1. Sluit de driewegkraan in de richting van de zijweg

    2. Verwijder het afsluitdopje van de driewegkraan. Bewaar het dopje steriel.

    3. Purgeer indien nodig de opening van het kraantje met infuusvloeistof.

    4. Plaats de spuit op de opening.

    5. Open de driewegkraan naar de spuit en naar de zorgvrager.

    6. Spuit het geneesmiddel zeer traag in en observeer de zorgvrager.

    7. Sluit de driewegkraan naar de spuit. De driewegkraan staat nu open naar de infuusvloeistof en de zorgvrager.

    8. Verwijder de spuit en plaats het steriele afsluitdopje op de driewegkraan.

Via heparineslot

    1. Ontsmet de gummi van het heparineslot met alcohol 70%.

    2. Prik de fijne naald met de spuit in de gummi.

    3. Controleer m.b.v. een spuit met 10cc NaCl0,9% of de katheter goed geplaatst en doorgankelijk is.

    4. Spuit het geneesmiddel zeer traag in en observeer de zorgvrager.

    5. Verwijder spuit en naald.

    6. Spoel het heparineslot door met 2 ml NaCl0,9%.

nazorg

zorgvrager

    • Geef de zorgvrager een comfortabele houding.

    • Ga na of de zorgvrager nog vragen of noden heeft.

    • Evalueer het effect van het geneesmiddel.

kamer

    • Breng het bed op de juiste hoogte.

    • Plaats het oproepsysteem en het bedieningspaneel van het bed binnen handbereik.

    • Open ev. bed- en raamgordijnen.

    • Doe het aanwezigheidslichtje uit.

materiaal

    • Ruim het gebruikte materiaal op gepaste wijze op.

verpleegkundige

    • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

    • Rapporteer schriftelijk in het verpleegdossier en mondeling aan de verantwoordelijke verpleegkundige.

Bronnen:

    • Medische verpleegkunde (2013). Onuitgegeven nota's bij een cursus voor het tweede jaar van de opleiding verpleegkunde. Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint Elisabeth Turnhout.

    • Ghekiere, V., Nelissen, G., Vander Stockt, D. & Wouters R. (2011). Infusiebeleid voor verpleegkundigen. Leuven: ACCO.

    • KHK, Departement Gezondheidszorg Campus Lier, Sint Aloysiusinstituut voor Verpleegkunde, Vierde Graad Verpleegkunde Lier. (2010). Stappenplannen, Technisch Verpleegkundige Verstrekkingen. Maarssen: Elsevier.

Laatste aanpassing: H. Gemoets 30/06/2015