-16- Klaarmaken van een inspuiting

Verpleegkundige handeling: B2

Voorbereiding

verplegende

• Zorg voor een rein uniform en verzorgd voorkomen (aangepast schoeisel, verzorgde haren, kort geknipte nagels, geen kunstnagels, geen nagellak, geen juwelen, geen horloge)

• Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen

• Controleer gegevens zorgvrager: algemene gegevens, indicatie, allergie,...

• controleer gegevens medicament: voorschrift, samenstelling, tijd, dosis, toedieningsweg, vervaldatum, tijdstip, bijsluiter

materiaal

• • Alcogel voor handontsmetting

  • Nierbekken

  • Naaldcontainer/ glascontainer

  • Ontsmettingsalcohol 70% en papieren doekjes (om het werkblad te ontsmetten)

  • Medicament: opgelost in ampul, flacon of in poedervorm in flacon met oplosmiddel

  • Vijl

  • Niet-steriele kompressen

  • Steriele optreknaald G18-19

  • Steriele SC of IM naald G23-25 of G20-21

  • Steriele spuit aangepast aan de hoeveelheid toe te dienen vloeistof

Uitvoering: Klaarmaken van het medicament in de verpleegpost

medicament zit in een ampul

• 1. Ontsmet het werkoppervlak met een papieren doekje met ontsmettingsalcohol 70%

  2. Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen

  3. Verwijder de vloeistof uit kop en hals van de ampul (door op de kop te tikken)

  4. Hals van de ampul vijlen en/of openbreken met depper

  5. Deponeer de afgebroken hals in de naaldcontainer (of glascontainer) en plaats de ampul op het werkvlak

  6. Open de verpakking van de spuit en de verpakking van de optreknaald (Vouw de flapjes om)

  7. Connecteer de naald steriel op de spuit d.w.z. zonder het aanzetstuk van de naald en de conus van de spuit aan te raken. Neem de huls van de naald

  8. Plaats de punt van de naald in de ampul zonder de buitenrand van de ampul te raken. Houd de punt van de naald in de vloeistof. Houd de ampul schuin omgekeerd.

  9. Trek  de vloeistof op.

  10. Purgeer de spuit: Houd de spuit verticaal met de naald omhoog. Trek de stamper lichtjes achteruit zodat de vloeistof volledig uit de optreknaald is. Tik de luchtbellen naar de conus van de spuit en purgeer tot aan de conus van de spuit.

  11. Controleer of de hoeveelheid van het medicament in de spuit klopt met het voorschrift. Deponeer de ampul in de naaldcontainer (of glascontainer)

  12. Plaats de naaldhuls over de optreknaald

  13. Deconnecteer de optreknaald en plaats de gepaste naald (SC of IM) op de conus van de spuit. Je hoeft deze naald niet te purgeren.

  14. Zorg voor de nodige identificatiegegevens op de spuit zonder de schaalverdeling te bedekken

medicament zit in een flacon

• 1. Ontsmet het werkoppervlak met een papieren doekje en  ontsmettingsalcohol 70%

  2. Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen

  3. Verwijder het plaatje van de flacon en ontsmet de rubberen dop met ontsmettingsalcohol 70% (laat 15 sec. drogen)

  4. Open de verpakking van de spuit en de verpakking van de optreknaald (Vouw de flapjes om)

  5. Connecteer de naald steriel op de spuit d.w.z. zonder het aanzetstuk van de naald en de conus van de spuit aan te raken. Neem de huls van de naald

  6. Trek indien nodig ongeveer eenzelfde hoeveelheid lucht op als de hoeveelheid geneesmiddel dat moet opgetrokken worden (Enkel indien de flacon maar 1 keer gebruikt wordt)

  7. Breng de lucht met spuit en naald in de prikplaats van de flacon. Draai de flacon met de spuit om en fixeer de stamper.

  8. Zuig het geneesmiddel op door de punt van de naald in de vloeistof te houden. Fixeer de stamper (Wanneer je lucht ingespoten hebt, wordt de vloeistof van zelf aangezogen).

  9. Verwijder de naald uit de flacon

  10. Purgeer de spuit: Houd de spuit verticaal met de naald omhoog, trek de stamper lichtjes achteruit zodat de vloeistof volledig uit de optreknaald is, tik de luchtbellen naar de conus van de spuit en duw de stamper omhoog zodat al de luchtbellen uit de spuit zijn. Controleer of de hoeveelheid in de spuit overeenkomt met het voorschrift

  11. Deponeer de flacon in de glascontainer.

  12. Plaats de naaldhuls over de optreknaald

  13. Deconnecteer de optreknaald en plaats de gepaste naald (SC of IM) op de conus van de spuit. Je hoeft deze naald niet te purgeren.

  14. Zorg voor de nodige identificatiegegevens op de spuit zonder de schaalverdeling te bedekken

optrekken van medicament in poedervorm

• 1. Ontsmet het werkoppervlak met een papieren doekje en ontsmettingsalcohol 70%

  2. Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen

  3. Verwijder het plaatje van de flacon en ontsmet de rubberen dop met ontsmettingsalcohol 70% (Laat 15 sec drogen).

  4. Open de verpakking van de spuit en de verpakking van de optreknaald (Vouw de flapjes om)

  5. Connecteer de naald steriel op de spuit d.w.z. zonder het aanzetstuk van de naald en de conus van de spuit aan te raken. Neem de huls van de naald

  6. Trek de oplosvloeistof op uit de ampul en deponeer de ampul in de naaldcontainer (of glascontainer)

  7. Purgeer de spuit: Houd de spuit verticaal met de naald omhoog, trek de stamper lichtjes achteruit zodat de vloeistof volledig uit de optreknaald is, tik de luchtbellen naar de conus van de spuit en duw de stamper omhoog zodat al de luchtbellen uit de spuit zijn. Controleer of de hoeveelheid in de spuit overeenkomt met het voorschrift

  8. Doorprik de prikplaats van de gummidop van de flacon, spuit de vloeistof in en fixeer de stamper.

  9. Trek de naald in de flacon tot boven het vloeistofniveau. Laat pas dan de stamper van de spuit los (Door overdruk in de flacon, gaat de stamper van de spuit omhoog)

  10. Los het poeder op door de flacon in de handpalmen te rollen of zachtjes ) van links naar rechts te kantelen (Niet schudden om schuimvorming te voorkomen)

  11. Druk de stamper terug in. Houd de punt van de naald in de vloeistof. Laat de zuiger los, de vloeistof wordt vanzelf aangezogen.

  12. Verwijder de naald uit de flacon

  13. Purgeer de spuit: Houd de spuit verticaal met de naald omhoog, trek de stamper lichtjes achteruit zodat de vloeistof volledig uit de optreknaald is. Tik de luchtbellen naar de conus van de spuit en purgeer tot aan de conus van de spuit. Controleer of de hoeveelheid in de spuit overeenkomt met het voorschrift

  14. Indien de hoeveelheid klopt met het voorschrift, deponeer de flacon in de glascontainer

  15. Plaats de naaldhuls over de optreknaald

  16. Deconnecteer de optreknaald en plaats de gepaste naald (SC of IM) op de conus van de spuit. Je hoeft de naald niet te purgeren.

  17. Zorg voor de nodige identificatiegegevens op de spuit zonder de schaalverdeling te bedekken

Nazorg

materiaal

• • Ruim het gebruikte materiaal op gepaste wijze op, in het gepaste wegwerp recipiënt (Naaldcontainer, glascontainer, vuilniszak)

verpleegkundige

• • Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen

  • Deponeer de klaargemaakte spuit met de andere benodigdheden in een zuiver nierbekken/plateau klaar voor toediening

Nota

Het toedienen van de inspuiting vind je terug in de stappenplannen: nr. 15, 16 en 17

Bronnen:

• • Baeyens.G., Francken.H., Van Caenegem.A., Van Dooren.L., Van Herck.E., Vanleke.M, Willems.E.. (2008). Inspuitingen. Onuitgegeven nota's bij de opleiding verpleegkunde. Hoger instituut voor Verpleegkunde, Turnhout.

  • (2008). Stappenplannen, Technisch Verpleegkundige verstrekkingen. Leuven: Elsevier Gezondheidszorg 

  • Digitale bronnen: Gevonden op het internet op 23 oktober 2012: http://www.skillslab.ugent.be

Laatste aanpassing: N. Willemsen 25/06/2019