Verpleegkundige handeling: B2
Zorg voor een rein uniform en verzorgd voorkomen (aangepast schoeisel, verzorgde haren, kort geknipte nagels, geen kunstnagels, geen nagellak, geen juwelen, geen horloge)
Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen
Controleer gegevens zorgvrager (zie voorbereiding van de inspuiting)
Controleer gegevens medicament (zie voorbereiding van de inspuiting)
Aandacht!: Lees zorgvuldig de bijsluiter van kant-en-klare spuiten i.f.v. correcte toediening
Steriele spuit (juiste grootte)
Steriele optreknaald (18-19G, 40mm)
2 steriele toedieningsnaalden (1 reserve) (23-25G, 25mm)
Medicament
Niet-steriele kompressen (bij zorgvragers met verminderde weerstand)
ontsmettingsalcohol 70%
Handalcohol
Nierbekken
Naaldcontainer
Eindverbandje
Klop voor het binnengaan en wacht – zo mogelijk – op antwoord van de zorgvrager
Steek het aanwezigheidslichtje aan en sluit eventueel bed- en raamgordijnen
Creëer een werkomgeving met voldoende licht en ruimte
Zet het bed op de juiste werkhoogte
Begroet de zorgvrager met naam en stel jezelf voor
Vraag eventuele bezoekers de kamer te verlaten
Informeer de zorgvrager
Controle identiteit zorgvrager
Houding aangepast aan plaatsbepaling:
* buitenzijde van de bovenarm: zittend arm afhangend
* Voor-en buitenzijde van het dijbeen: rugligging, zittend
* losse weefsel van de buik ter hoogte van de navel (met uitzondering van 3 cm rond de navel): rugligging, zittend
* gebied op en onder het schouderblad: zittend, buikligging
Ontbloot de ZV niet meer dan noodzakelijk
zie stappenplan 14: klaarmaken van de inspuiting
Kies een juiste plaatsbepaling afhankelijk van de zorgvrager en de situatie.
Bij een ZV die regelmatig een SC injectie krijgt, moet van plaats gewisseld worden.
Vermijd plaatsen met littekenweefsel, ecchymose, schaafwonden en infecties
Reinig de injectieplaats circulair of ontsmet ruim 5 cm grondig
(ontsmetten enkel bij zorgvragers met verminderde afweer) gedurende 15 seconden
Leg een droge depper klaar en maak een huidplooi zonder de spierlaag mee op te nemen
Verwittig de patiënt dat je de naald gaat inbrengen
a) naald in 45° inbrengen
Breng de naald in onder een hoek van 45° indien dikte huidplooi kleiner is dan lengte naald
Breng in één soepele beweging de naald in onder een hoek van 45° aan de basis van de huidplooi.
Zorg dat de naaldopening hierbij naar boven toe gericht is en laat de huidplooi los.
Fixeer de naald, zoek een steunpunt op de huid van de ZV
b) naald in 90° inbrengen
Breng de naald in onder een hoek van 90° indien dikte huidpooi groter is dan lengte naald
Breng in één soepele beweging de naald loodrecht in, in het midden van de huidplooi. Laat de huidplooi niet los.
Injecteer de vloeistof langzaam (1ml/10sec à 1ml/20sec). Informeer hoe de zorgvrager de inspuiting ervaart
Wacht 5 sec (10 tellen) na de inspuiting. Steun met een depper de huid rond de insteekopening, terwijl de naald in één beweging wordt verwijderd. Laat, indien nodig, de huidplooi gelijkmatig los (na injectie in 90°)
Controleer op nabloeden. Kleef eventueel een pleister op de insteekplaats
Verwijder de naald in de naaldcontainer, gebruik de éénhandstechniek (een schepbeweging van de huls op de naald met één hand) of gebruik het veiligheidsmechanisme dat door de fabrikant is voorzien.
Vraag hoe de zorgvrager de inspuiting heeft ervaren
Installeer de zorgvrager op de door hem/haar aangegeven manier
Check of de zorgvrager nog vragen of noden heeft
Zet het nachttafeltje binnen handbereik
Plaats het oproepsysteem binnen handbereik
Ruim de kamer op
Open de bed- en raamgordijnen
Doe het aanwezigheidslichtje uit
Breng het bed weer op de juiste hoogte ifv de zorgvrager
Ruim het gebruikte materiaal op gepase wijze op, in het gepaste wegwerpreciënt.
Pas de correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen
Noteer in de medicatiefiche dat de inspuiting toegediend is.
Rapporteer bijzonderheden m.b.t. inspuiting, werking en nevenwerking van het geneesmiddel.
Bronnen:
•Baeyens.G., Francken.H., Van Caenegem.A., Van Dooren.l., Van Herck.E., Vanleke.M, Willems.E.. (2008). Inspuitingen. Onuitgegeven nota's bij de opleiding verpleegkunde. Hoger instituut voor Verpleegkunde, Turnhout.
•Geeraert B, de Vaal W, De Meester K en De Vuysere S. Intramusculaire inspuiting: een evidence-basedprocedure. Verpleegkunde. 2010; 25 (4): 13-17.
•Bekebrede S en Storm M. Desinfectie voor injectie, heeft dat zin? Nursing. 2009; 15 (11):35.
•(2008). Stappenplannen, Technisch Verpleegkundige verstrekkingen.Leuven: Elsevier Gezondheidszorg
•Digitale bronnen: Gevonden op het internet op 11 november 2012: http://www.skillslab.ugent.be/leerpadInjectie/03SCinjecties.htm
Laatste aanpassing: N. Willemsen 25/06/2019