-07- IV-medicatie toedienen via een buret

verpleegkundige handeling: B2

voorbereiding

verplegende

    • Zorg voor een verzorgd voorkomen.

    • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

    • Verzamel de nodige informatie in het verpleegdossier en bijsluiter of compendium over de zorgvrager (algemene gegevens, indicatie, allergie) en de medicatie: (voorschrift, samenstelling, tijdstip, dosis, toedieningsweg, vervaldatum, toedieningssnelheid, aard en hoeveelheid oplos- en verdunningsvloeistof, houdbaarheid na oplossing, incompatibiliteit met andere geneesmiddelen of infuusvloeistof, bijwerkingen, andere instructies).

    • Bereken de inloopsnelheid.

materiaal

    • Verzamel het juiste materiaal: alcogel voor handontsmetting, kompressen, ontsmettingsalcohol, spuit met toe te dienen medicatie, IV-naald.

kamer

    • Zorg voor voldoende privacy (aanwezigheidslichtje, gordijnen).

    • Zorg voor voldoende licht en ruimte.

zorgvrager

    • Controleer de naam en de geboortedatum van de zorgvrager.

    • Informeer de zorgvrager over de indicatie, de interventie en de werkwijze.

uitvoering

    1. Controleer de insteekplaats van de katheter op (druk)pijn, kleur, zwelling en warmte.

    2. Controleer de inloop van de infuusvloeistof.

    3. Controleer de positie van de katheter via een heveltest.

    4. Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

    5. Sluit de rolklem onder de buret.

    6. Vul de buret met de voorgeschreven hoeveelheid verdunningsmiddel door de rolklem boven de buret te openen.

    7. Sluit de rolklem boven de buret.

    8. Ontsmet de medicatiepoort.

    9. Spuit de medicatie in de buret.

    10. Hang de buret met behulp van de leiding hoger aan de infuusstaander (op gelijke hoogte met andere infuusvloeistoffen), zodat er voldoende afstand is tussen de druppelteller en de insteekplaats

    11. Stel de voorgeschreven infuussnelheid in met behulp van de rolklem onder de buret.

    12. Vul, na het inlopen van het geneesmiddel, de buret met 20ml vloeistof via de medicatiepoort.

    13. Spoel de leiding met de vloeistof, open hiervoor gedeeltelijk de rolklem onder de buret.

nazorg

zorgvrager

    • Geef de zorgvrager een comfortabele houding.

    • Evalueer het effect van de medicatie.

    • Ga na of de zorgvrager nog vragen of noden heeft.

    • Oefen toezicht uit op het infuus en verleen indien nodig zorg bij het optreden van complicaties of neveneffecten.

kamer

    • Open ev. bed- en raamgordijnen.

    • Plaats de infuusstaander zo dat de zorgvrager het verloop van het infuus kan volgen indien hij/zij dit wenst.

    • Doe het aanwezigheidslichtje uit.

materiaal

    • Ruim het gebruikte materiaal op gepaste wijze op.

verpleegkundige

    • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

    • Rapporteer schriftelijk in het verpleegdossier en mondeling aan de verantwoordelijke verpleegkundige.

Bronnen:

    • Medische verpleegkunde (2013). Onuitgegeven nota's bij een cursus voor het tweede jaar van de opleiding verpleegkunde. Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint Elisabeth Turnhout.

    • Ghekiere, V., Nelissen, G., Vander Stockt, D. & Wouters R. (2011). Infusiebeleid voor verpleegkundigen. Leuven: ACCO.

    • KHK, Departement Gezondheidszorg Campus Lier, Sint Aloysiusinstituut voor Verpleegkunde, Vierde Graad Verpleegkunde Lier. (2010). Stappenplannen, Technisch Verpleegkundige Verstrekkingen. Maarssen: Elsevier.

Laatste aanpassing: H. Gemoets 04/06/2014