-20- bepalen van glycemie

verpleegkundige handeling: B1

voorbereiding

verplegende

• • Zorg voor een verzorgd voorkomen. 

  • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen. 

  • Verzamel de nodige gegevens over de zorg en de zorgvrager. Medisch voorschrift, indicatie, tijdstip, nuchter, resultaten voorgaande metingen.

materiaal

• • Verzamel het juiste materiaal: glucosemeter, bloedglucosestrips, prikpen, naaldjes, niet-steriele kompressen, ev. NaCl 0,9%, nierbekken, naaldcontainer. 

  • Controleer de vervaldatum van de strips en de naaldjes.

kamer

• • Zorg voor privacy (beletlichtje + gordijnen).

  • Zorg voor voldoende licht en ruimte. 

  • Plaats het bed op de juiste hoogte.

zorgvrager

• • Begroet de zorgvrager en stel jezelf voor.

  • Controleer de naam en de geboortedatum van de zorgvrager. 

  • Informeer de zorgvrager over de indicatie en de werkwijze van de meting.

uitvoering

• 1. Was de hand van de zorgvrager met warm water en zeep om zweet en suikerhoudende stoffen te verwijderen (gebruik geen ontsmettingsmiddel).

  2. Droog de hand goed af met een proper wegwerpdoekje/handdoek. 

  3. Bereid het toestel voor volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing. 

  4. Vergelijk zo nodig het codenummer van de teststrips met die van de glucosemeter. 

  5. Plaats een nieuwe naald in de prikpen.

  6. Stel de prikpen in op een voor de zorgvrager zo ondiep mogelijke stand.

  7. Verbeter de bloeddoorstroming door de hand van de zorgvrager te masseren van handpalm naar vingertop. 

  8. Prik aan de zijkant van de middel- of ringvinger. Dit is minder pijnlijk dan prikken in de vingertop en geeft minder risico op taststoornissen.

  9. Breng de strip tot bij de bloeddruppel en wacht tot er voldoende bloed aangezogen is.

  10. Duw met een kompres op de prikplaats om de bloeding te stoppen.

  11. Lees het resultaat af op de glucosemeter.

  12. Interpreteer het resultaat.

nazorg

zorgvrager

• • Informeer de zorgvrager over het resultaat van de meting. 

  • Geef indien gewenst een comfortabele houding. 

  • Ga na of de zorgvrager nog vragen of noden heeft.

kamer

• • Plaats het bed op de juiste hoogte. 

  • Open ev. bed- en raamgordijnen. 

  • Doe het beletlichtje uit.

materiaal

• • Ruim het gebruikte materiaal op gepaste wijze op. 

verpleegkundige

• • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.

  • Rapporteer het resultaat van de glycemiemeting en observaties in het verpleegdossier/diabetesdagboek en mondeling aan de verantwoordelijke verpleegkundige.

Bronnen:

Verpleegkunde B (2024). Onuitgegeven nota's bij een cursus voor het eerste jaar van de opleiding verpleegkunde. Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint Elisabeth Turnhout. 

Laatste aanpassing: N.Willemsen 30/06/2025