-10- Toedienen van neusdruppels en neusspray

Verpleegkundige handeling: B2 voor basisverpleegkundige, B1 voor VVAZ wat betreft neusindruppeling en B2 voor VVAZ wat betreft medicatietoediening via intranasale weg

Voorbereiding

verplegende

• Zorg voor een rein uniform en verzorgd voorkomen (aangepast schoeisel, verzorgde haren, kort geknipte nagels, geen kunstnagels, geen nagellak, geen juwelen, geen horloge)

• Pas een correcte handhygiëne toe volgens de richtlijnen

• Verzamel voldoende informatie over de zorg en de zorgvrager

  •  check de 7 rights of medication

materiaal

• • Tissue

  • Voorgeschreven neusdruppels

  • Pipet/neusspray

  • Nierbekken met een compres

kamer

• Klop voor het binnengaan en wacht – zo mogelijk – op antwoord van de zorgvrager

• Steek het aanwezigheidslichtje aan en sluit de bed- en raamgordijnen

• Creëer een werkomgeving met voldoende licht en ruimte

• Zet het bed op de juiste werkhoogte      

zorgvrager

• Begroet de zorgvrager met naam en stel jezelf voor

  • Controleer de identiteit van de zorgvrager

• Vraag eventuele bezoekers de kamer te verlaten

• Informeer de zorgvrager over de uit te voeren zorg ( de indicatie, werkwijze en tijdstip van indruppelen, ev adviezen)

• Neusdruppels: installeer de zorgvrager indien mogelijk in ruglig

• Neusspray: in overleg met ZV in zittende houding of ruglig met hoofd iets naar achter gebogen                                                   

• Vraag naar mogelijke zelfzorg van de zorgvrager        

Uitvoering

• 1. Maak de medicatie klaar voor toediening, warm ze op indien uit de koelkast: koude druppels kunnen als zeer pijnlijk ervaren worden

  2. Contoleer of de neus goed proper is

  3. Maak een onderscheid tussen een gewone neusindruppeling en een neusindruppeling bij sinusitis:bij infectie van de neusholte plaats je de ZV met het hoofd lichtjes achterover gebogen zoals bij het reinigen van de neus, bij een sinusitis plaats je de zorgvrager met het hoofd opzij gedraaid

  4. Breng de neuspunt omhoog (niet bij sinusitis) en houd de pipet verticaal

  5. Druppel uit de pipet de gewenste hoeveelheid in de neus. Breng de pipet niet verder dan één centimeter in het neusgat

  6. Houd tijdens het indruppelen van de vloeistof het andere neusgat dicht. Vraag de ZV rustig te snuiven

  7. Houd de pipet ingedrukt na het indruppelen om te voorkomen dat neusslijm wordt aangezogen in het pipet

  8. Veeg zo nodig de neus schoon met de tissue

  9. Druppel zondig ook het ander neusgat in op dezelfde wijze

Aanpassing voor neusspray

1. Spray de vloeistafdeeltjes in het eerste neusgat ( van het neustussenschot weg), terwijl de ZV opsnuift en het andere neusgat dichtgedrukt wordt

2. Gebruik de spray nogmaals indien dit voorgeschreven is, cfr.doktersvoorschrift

3. Herhaal de handeling vervolgens voor het andere neusgat                

Nazorg

zorgvrager

• • Geef de zorgvrager een comfortabele houding

  • Plaats het oproepsysteem binnen handbereik en informeer of hij nog iets nodig heeft

kamer

• Zet het nachttafeltje binnen handbereik

• Plaats het oproepsysteem binnen handbereik

• Ruim de kamer op

• Open de bed- en raamgordijnen

• Doe het aanwezigheidslichtje uit

• Breng het bed weer op de juiste hoogte i.f.v. de zorgvrager

materiaal

• • Deponeer het gebruikte materiaal (compres en tissue) in de afvalcontainer

  • Plaats de neusdruppels in de koelkast, met vermelding van naam, kamer en bed + datum van ingebruikname

Aanpassing voor neusspray:

• Spoel het neusstuk met warm water of om te voorkomen dat het geneesmiddel besmet met neussecreet      

• Berg de neusspray op zoals vermeld op de  bijsluiter   

verplegende

• Ontsmet je handen voordat je de kamer verlaat en was en/of ontsmet je handen na het opruimen van al het materiaal

• Rapporteer in het verpleegkundig dossier en indien nodig ook mondeling

Aandachtspunten

• • Neusdruppels voor individueel gebruik

  • Controle van houdbaarheidsdatum, houdbaarheidsduur

  • Noteer datum van ingebruikname

  • Na openen koel bewaren

  • Controle op verkleuringen, bezinksel,…(niet gebruiken)

  • Zn een tweede verpleegkundige voor immobilisatie bij oa kinderen

  • Wanneer ZV meerdere druppels krijgt toegediend, duidelijk vermelden om welke druppels het gaat ivm mogelijke nevenwerkingen : rusteloosheid, hartkloppingen en nervositeit 

  • Neusspray niet langer dan 7 dagen gebruiken

Bronnen:

• • Toedienen van medicatie. Onuitgegeven nota's bij de cursus verpleegkunde. Module VB. Hoger instituut van verpleegkunde Turnhout