Multivlaai.

Het klinkt als een gekochte vlaai, multivlaai.

Ik bedoel hiermee een vlaai, met een mix aan vruchten.

Niet vers maar uit de vriezer, dus makkelijk aan te komen en te bewaren.

Je kent die zakken wel met gemengd rood fruit in 1 zak.

Of je koopt een zak diepvries bramen, Frambozen en aardeien.

Doe ze bij elkaar in een kom en laat ze ontdooien.

Zodra ze ontdooid zijn laat je het fruit uitlekken, anders krijg je in dit geval een zompige vlaai.

We beginnen bij de bodem met het basisrecept.

De gerezen deegbodem op enkele plaatsen met een vork voorzichtig inprikken en met een dun laagje paneermeel bedekken.

Schep nu het uitgelekte fruit er in.

Gebruik het overgebleven deeg eventueel om er een raster van te maken.

Je kunt dat handmatig maken door het overgebleven deeg ruim uit te rollen en er reepjes van te snijden.

Die leg vervolgens zo over de vlaai heen dat er een ruitjespatroon ontstaat.

Zelf heb ik zo'n handige mal.

Daar leg je een uitgerolde lap deeg overheen, waarna je met een deeg rol en je handen het deeg er flink indrukt.

De restjes vallen ernaast en doorheen.

Vervolgens pak je de rastervorm, en in 1 snelle beweging draai je hem ondersteboven op je vlaai.

Het resultaat, een mooi rasterpatroon.

Bestrijk de randjes, en in geval van een raster ook de ruitjes met losgeklopt ei, of melk.

De vlaai gaar bakken in een voorverwarm­de oven van 225 grd. C gedurende 25 .a 30 min.