Nu de tijd van Kerst nadert dacht ik ook aan kerstkransjes.
Je kunt dit recept het hele jaar gebruiken maar dan moet je het koekje een andere vorm geven.
Ik maak ze ambachtelijk met een kransjes steker, die ik van mijn vader geërfd heb.
Na het uitsteken moeten ze bestreken worden met ei en op plaatjes gelegd.
Hierna bestrooid met amandelschaafsel, (Wij vinden ze zonder lekkerder, want wij houden niet zo van schaafsel)
en nog eens met wat suiker.
Deze kerstkransjes maak je van een boterdeegje, en laat je het beste een nachtje in de koelkast liggen voordat je ze gaat maken en bakken.
Het recept is :
175 gram witte basterdsuiker
270 gram boter
240 gram patentbloem
180 gram Zeeuwse bloem
1 klein eitje
1 gram ammonium
1,5 gram bakpoeder
afgestreken theelepeltje kaneel
Bij sommige recepten op internet zie je een eetlepel van dit en 3 eetlepels van dat.
Dan weet je niet hoeveel gram dat is en daarom zet ik bijna alles in grammen.
Ik heb een lepelweegschaal bij de Lidl gekocht toen die eens in de aanbieding was en dan is afwegen niet zo moeilijk.
Ook dit deegje laten we het beste 1 nacht in de koelkast rusten.
De volgende dag werken we het deegje in gedeelten zachtjes door.
Nu rolt het gemakkelijker uit, voor kransjes ongeveer op 3 - 4 mm.
Je kunt ze uitsteken met een losse ronde steker waarin je een klein rondje uit steekt.
Een goede maat is een doorsnede van 4,5 cm waarin een klein rondje wordt uitgestoken.
Dit kan gebeuren met een glad grof spuitje.
Ik heb, zoals gezegd, de ambachtelijke kransjes steker van mijn vader, die ook zijn nadelen heeft.
Na het uitsteken legt men ze dicht bij elkaar om te bestrijken met los geklopt ei.
Je kunt er nu amandeltjes op strooien of pas als ze op de bakplaat liggen.
Na het bestrooien met amandeltjes , strooi je er nog wat groffe suiker over.
Zet ze niet te dicht bij elkaar op het bakplaatje, ze worden tijdens het bakken
nog iets groter.
Je bakt ze af in een rustige oven van 170 oC in ongeveer 20 minuten.
Succes.