Iedereen kent hem, en iedereen heeft hem wel eens gegeten, met of zonder raster.
We beginnen weer met het maken van de vlaaibodem.
Daarvoor neem je het recept dat ik eerder plaatste onder Basisrecept.
Daarna volgt de vulling.
Daarvoor hebben we nodig.
400 gram gedroogde abrikozen laten wellen, koken, afkoelen en pureren.
(Hele abrikozen uit blik gebruiken is natuurlijk ook mogelijk)
Een beetje suiker toevoegen naar smaak.
De gerezen vlaaibodem vullen met de abrikozenpuree, en eventueel afwerken met een ruitjesdeksel, gemaakt van het restdeeg.
De deegrand (en ruitjes, in geval van een raster) met een losgeklopt eitje besmeren, en bestrooien met grove suiker bestrooien. (Hiervoor is speciale vlaaisuiker te koop, die niet smelt, en tevens te gebruiken is voor over appelflappen en spijsbroodjes.)
De vlaai gaar bakken in een voorverwarmde oven van 225 grd. C gedurende 25 .a 30 min.