Zeeuwse speculaas is eigenlijk geen speculaas omdat de speculaaskruiden ontbreken.
Ze wordt ook wel Dordse speculaas genoemd.
Hiervoor gebruik je een gewoon boterdeegje waar ik ook roomboter voor gebruik.
Het verschil met margarine is tegenwoordig zo klein en het smaakt zoveel lekkerder.
Ik gebruik voor het deeg :
225 gram roomboter ( geen grasboter )
225 gram witte basterdsuiker
25 gram water of melk.
375 gram bloem( Goedkope bloem uit de Supermarkt, of Patisseriebloem/Zeeuwse bloem)
1 pakje vanille suiker(of 8 gram zelfgemaakte vanillesuiker)
5 gram koolzuur
4 gram ammonium
snufje zout
In plaats van koolzuur en ammonium kun je ook 10 gram bakpoeder gebruiken.
Mijn recepten komen allemaal uit de bakkerij en daar werkte mijn vader nooit met bakpoeder.
Het beste zet je het deeg een dag van te voren om te laten besterven.
Deze speculaasplank die ik gebruik is wat groter van prentjes.
Voordat je weer aan de slag kunt moet je het deegje eerst weer wat soepeler maken, het komt tenslotte uit de koelkast en is dus best hard.
Zodra het weer wat soepeler is bestuif je de speculaasplank ruim met rijstbloem/meel, zodat het deeg wat makkelijker lost en niet in de plank blijft plakken.
Leg een stuk bakpapier op je bakplaten, en zorg dat het is ingevet.
Druk het deeg nu goed in de figuren in de plank, en snij langst de plank af met een stukje draad of een scherp dun mes, liefst een soort fileermes.
Pak de plank nu stevig vast en sla hem ondersteboven met een flinke klap leeg, en leg ze voorzichtig over op de bakplaat.
De eerste en tweede keer lossen ze wat moeilijker, maar je hebt het snel onder de knie.
Bestuif de plank weer ruim en begin weer opnieuw, en herhaal dit tot het deeg op is.
Uit dit deegje kwamen in totaal 30 speculaasjes.
Heb je geen speculaasplank dan kun je er vierkantjes van snijden van 6 - 8 mm dik.
Ze bakten in mijn oven 15 minuten op 175 oC.
Zodra ze uit de oven zijn bestrooi je de speculaasjes ruim met castorsuiker.