Waarom niet loven?

Weer een ander kind kan het krijgen van lof gaan zien als zijn “Recht” - als het rechtvaardig gevolg van zijn leven.

Dan ervaart hij dat leven oneerlijk als hij geen lof krijgt voor iedere prestatie. “Och arme ik - niemand waardeert me.”

Of hij kan menen, dat hij geen verplichting heeft om iets te doen, als hij daarvoor geen lof krijgt. “Wat zit er voor me in? Wat kan ik eruit halen ? Als ik er geen lof (beloning) voor krijg, waarom zou ik me dan druk maken?”

Lof kan verschrikkelijk ontmoedigend zijn.

Als de prestatie van het kind er niet in slaagt de verwachte lof naar voren te brengen, kan hij – óf oordelen, dat hij niet goed genoeg is, óf dat, wat hij te bieden heeft, de moeite niet waard is, en zo maar opgeven.

Als een kind voor zichzelf buitensporig hoge maatstaven aanlegt, kunnen ontvangen complimentjes wellicht als spot of verachting klinken, juist dan wanneer hijzelf zijn prestaties onder de maat vindt. Bij zo'n kind veroorzaakt lof alleen al boosheid op zichzelf én vergroot zijn wrevel op anderen, omdat die zijn dilemma niet begrijpen.

In al onze pogingen om kinderen te bemoedigen, moeten we alert zijn op het antwoord van het kind. Het accent moet verlegd worden van “Wat ben ik ? (goed ?)” naar “Hoe kan ik in de gegeven situatie helpen ?”

Alles wat we doen dat een foute voorstelling van het kind in zichzelf versterkt, is ontmoediging.

Wat we ook doen om een kind te helpen, bedenk dat hij een deel is van een functionerende eenheid (het gezin), en dat hij naar vermogen kan bijdragen, meewerken en deelnemen binnen de gehele situatie: dat is bemoediging. We moeten leren om te zien, dat, wanneer hij bestaat, het kind goed genoeg is zoals het is.

Lof beloont het individu en laat hem de aandacht op zichzelf richten. Van deze kant komt weinig bevrediging of zelfvoldaanheid.

Bemoediging stimuleert de inspanning en vestigt de aandacht op de capaciteit van iemand om mens te zijn en om zich bewust te worden van innerlijke sterkte en aangeboren capaciteit om iets op te lossen.

Lof erkent de dader, bemoediging erkent de daad.

Lof doet de aandacht van het kind concentreren op zichzelf.

“Hoe kan ik voldoen?” is dan de vraag en dus niet: “Wat heeft de situatie nodig?”

Dit leidt tot het erkennen van een niet bestaand doel: hoe kan ik geprezen worden, in plaats van het echte doel: wat kan ik doen om te helpen, om bij te dragen?

Hij kan de indruk krijgen, dat zijn persoonlijke waarde afhangt van waarin hij “voldoet”'aan de eisen en waarden van anderen. “Als ik een standje krijg, ben ik waardeloos. Als ik geprezen word, is mijn persoonlijke waarde groot.”

Wanneer het kind volwassen wordt zal zijn werkzaamheid, zijn bekwaamheid om te functioneren, zijn capaciteit om de levenstaken af te handelen, geheel afhangen van zijn mening, hoe hij in de opinie van anderen staat. Hij zal constant in een lift leven - op en neer.

Hoe beïnvloedt lof het zelfbeeld van het kind?

Als we kijken naar de situatie vanuit het gezichtspunt van het kind, zullen we de fout van deze benadering ontdekken.

Onderzoek naar de bedoeling van degene die looft, heeft aangetoond, dat hij een beloning aanbiedt: ”Als je goed bent, zul je de beloning hebben dat je hoog in mijn achting staat.”

Nou, goed. Wat is verkeerd aan deze benadering?

Waarom mag je het kind niet leren het goede te doen als hij daardoor een hoge plaats in de ouderlijke achting verdient?

We worden plotseling geconfronteerd met het feit, dat we eerder moeten kijken, hoe het kind interpreteert wat er gaande is, dan dat we aannemen dat hij alles bekijkt, zoals wij.

Aanvullend leesmateriaal bij hoofdstuk 3 van Kinderen Dagen ons uit, Rudolf Dreikurs

De meesten van ons, groeien op met het geloof, dat lof voor alle kinderen dringend nodig is om ze te stimuleren voor een “goed” gedrag.

Als we een kind nader bekijken wanneer het een compliment ontvangt, kunnen we sommige verbazingwekkende feiten ontdekken. Sommige kinderen kijken met een duivels vermaak, anderen raken in paniek, anderen drukken “Nou en”, uit, sommigen schijnen “Eindelijk” te zeggen.

Recent

Wees voorzichtig met complimenten over intelligentie

Kinderen die vaak te horen krijgen dat ze slim zijn, voelen een druk om te presteren en zijn daardoor sneller geneigd om vals te spelen. Dit zeggen onderzoekers van drie universiteiten in Toronto (Canada), Californië (Verenigde Staten) en Hangzou (China).

Het viel op dat de kinderen die als slim werden bestempeld vaker gingen spieken dan de andere kinderen. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Psychological Science.

Lees verder>>>

https://www.kinderopvangtotaal.nl/kinderdagverblijven/actueel/2017/9/wees-voorzichtig-met-complimenten-over-intelligentie/

Sommige complimenten werken averechts

door Henk Boeke

Sommige complimenten kunnen averechts werken, vooral bij kinderen met een laag zelfbeeld. Dat blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsychologen van de Universiteit van Utrecht, gepubliceerd in het Journal of Experimental Psychology. Lees verder >>>

Persbericht: Universiteit Utrecht >>

Artikel in Journal of Experimental Psychology (pdf) >>

Bron: 2013 Website Ouders Online

Carol Dweck

'Mindset, de weg naar een succesvol leven' 2011

Dweck legt uit dat het niet alleen onze vaardigheden en talenten zijn die voor succes zorgen, maar ook onze statische of op groei gerichte mindset. Ze maakt duidelijk waarom het prijzen van de intelligentie en het talent van onze kinderen niet bevorderlijk is voor hun zelfvertrouwen en prestaties, maar hun succes zelfs in de weg kan staan. Met de juiste instelling kunnen we onze kinderen motiveren en hen helpen op school beter te presteren, en tegelijk op persoonlijk en professioneel vlak onze eigen doelen bereiken. (Lees meer >>)

Deze gedachten zijn bedoeld als hulp voor ouders en leraren die met kinderen werken. Of deze voorgestelde opmerkingen werkelijk bemoedigend zijn, hangt af van de houding van de volwassenen die ze gebruiken. Is het een gevoel van vertrouwen in het kind, geloof, acceptatie, gemengd met wat humor; of is het een gevoel van moralisatie, preken of ongeduld?

“Je hebt …… goed gedaan.”

Kinderen moeten bemoedigd worden, wanneer ze het niet verwachten, wanneer ze er niet om vragen. Het is mogelijk om bij ieder kind een nuttige daad of medewerking te ontdekken. Zelfs een opmerking over iets, wat voor ons klein en onbeduidend is, kan voor het kind heel belangrijk zijn.

“Je hebt …….beter gedaan.”

Groei en verbetering is iets, wat we van alle kinderen moeten verwachten. Ze mogen dan wel niet op het punt zijn, waarop wij zijn, maar als er verbetering is, is er minder kans op ontmoediging. Kinderen zullen meestal met iets doorgaan, als ze zien, dat er verbetering optreedt.

“We vinden jou wel leuk, maar we vinden niet leuk, wat je gedaan hebt.”

Dikwijls voelt een kind, dat hij niet geliefd is, nadat hij een fout gemaakt heeft of zich misdragen heeft. Een kind moet nooit denken, dat hij niet geliefd is. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen het kind en zijn gedrag, tussen de daad en de dader.

“Je kunt mij (ons, de anderen enz.) helpen, door ......”

Zich nuttig en behulpzaam te voelen is voor iedereen belangrijk.Kinderen willen behulpzaam zijn: we moeten ze alleen de gelegenheid geven.

“Dus je maakt een fout; nu, wat kun je van die fout leren ?”

Er kan niets worden gedaan aan wat er gebeurd is, maar iemand kan altijd iets doen aan de toekomst. Fouten kunnen het kind een hele hoop leren, als hij niet in verlegenheid is gebracht door het maken van die fout.

“Laten we het samen eens proberen.”

Kinderen, die denken, dat ze alles perfect moeten doen, zijn dikwijls bang iets nieuws te proberen uit angst om iets fout te doen of te falen.

“Je zou graag hebben, dat we dachten, dat je het niet kunt, maar we denken, dat je het wel kunt.”

Deze benadering kan gebruikt worden, wanneer het kind zegt of uitdrukt, dat iets voor hem te moeilijk is en hij evenveel aarzelt om het te proberen. Als hij het probeert en faalt, heeft hij toch altijd nog de moed gehad om het te proberen. Onze verwachtingen moeten gelijke tred houden met de bekwaamheid en rijpheid van het kind.

“Blijf proberen. Geef het niet op.”

Als een kind iets probeert, maar niet veel succes heeft, kan een opmerking als deze behulpzaam zijn.

”Ik weet zeker, dat je dit aankunt (het oplossen van een probleem e.d.) maar als je enige hulp nodig hebt, weet je, waar je me kunt vinden.

”Ik kan begrijpen, hoe je je voelt (geen sympathie, maar empathie), maar ik ben er zeker van, dat je het klaarspeelt.”

Sympathiseren met een andere persoon helpt hem zelden, eerder blijkt het dat het leven oneerlijk voor hem is geweest. Het begrijpen van de situatie en het geloof in de bekwaamheid van het kind om zich aan te passen is voor hem van meer hulp.

(Bron: Study Groups Leader’s Manual, Vicki Soltz. © Uitgave Stichting voor Toepassing van de Individualpsychologie, Westervoort.)

WOORDEN VAN BEMOEDIGING