Prikbord

Impulsje 5
Impulsje 6. Wil je een wo...er? Wees zelf het wonder!
Impulsje 4 Het gevoel-erbij-te-horen
Impulsje 1 Moed
Impulsje 2 Erbij horen
Impulsje 3 Het gevoel erbij-te-horen

OMGEVINGSDRUK IN HET GEZIN

OMGEVINGSDRUK IN HET GEZIN

P.H.Damsté in “De concentrische mens”

Als een kind onder druk van de omgeving komt te staan of aan zichzelf buitensporig hoge eisen stelt terwijl de spraakontwikkeling nog niet is voltooid, kunnen er voorbijgaande remmingen en haperingen in het spreken optreden (stotteren). Onzekerheid leidt tot haasten, haast tot struikelen. Als vroege ervaringen met spreken ontmoedigend zijn geweest, kan twijfel gaan overheersen. Rond de kern van primaire remmingen vormt zich dan een complex van noodoplossingen: aanpassingen, die samen het chronisch stotteren vormen . Aangezien de behandeling later grote offers vraagt is preventief ingrijpen op jonge leeftijd geboden (counselen, advies en behandelen van het familiesysteem).

Zelfs in aanwezigheid van een genetische aanleg is er preventie mogelijk van stotteren in de eerste levensmaanden of jaren. In die vroege levensperiode groeit het vertrouwen in anderen, de zekerheid zichzelf te mogen zijn en het recht te hebben voor zichzelf op te komen. Voorwaarde dat dit zich ontwikkelt is dat de stemsignalen van de baby bij de omgeving erkend worden wanneer ze uiting geven aan een dringende behoefte, aan een vraag om aandacht en troost, en dat die stemsignalen adequaat en enthousiast worden beantwoord. Zo ervaart het kind dat het enige greep op de wereld heeft. Kinderen die een fundamentele zekerheid en vertrouwen hebben ontwikkeld blijven gespaard voor de onzekerheid en het assertiviteitsconflict dat kern-stottermomenten veroorzaakt.

Bron >>