06 Natuurlijke en logische gevolgen gebruiken

<< Terug

HOOFDSTUK 6

Natuurlijke en logische gevolgen gebruiken

Wat moeten we doen als kinderen zich misdragen en straf noch beloning iets uithaalt? Welnu, wat gebeurt er als moeder een cake in de oven heeft staan en hem vergeet? Een natuurlijk gevolg hiervan is dat de cake verbrandt. Als we een kind de kans geven de consequenties van zijn daden te ervaren, bieden wij hem een eerlijke en reële leersituatie aan.

De tienjarige Alfred vergat iedere keer weer zijn boterhammen mee naar school te nemen. Als moeder dat ontdekte, bracht ze het lunchpakketje altijd meteen naar zijn school en zag erop toe dat hij het ook in handen kreeg. Telkens als dit weer was gebeurd, foeterde ze hem uit en trachtte hem aan het verstand te brengen dat het haar zeer slecht uitkwam hem iedere keer dat brood te moeten nabrengen. Alfred’s reactie daarop was dat hij uit zijn humeur raakte... en prompt vergat hij de volgende keer zijn boterhammen weer.

Wat is het natuurlijke gevolg als men zijn lunchpakket vergeet? Dat men honger krijgt. Moeder kan tegen Alfred zeggen dat zij niet langer verantwoordelijk wil zijn voor zijn lunch. Als hij het dan weer vergeet, negeert ze gewoon zijn klachten. Tenslotte is het niet haar probleem. Alfred zal natuurlijk boos worden, omdat hij vindt dat het moeders plicht is ervoor te zorgen dat hij te eten krijgt. Maar moeder kan dan rustig antwoorden: ‘Vervelend dat je je boterhammen vergeten hebt, Alfred.’ (Het kan ook nodig zijn de school in te schakelen ‘ zodat niet iemand anders hem lunchgeld geeft.)

Als moeder er echter aan toe zou voegen: ‘Misschien zal dit een les voor je zijn,’ zou ze de consequentie onmiddellijk veranderen in een straf. Het is zeer belangrijk dat wij woorden gebruiken die het kind duidelijk maken dat het in zijn vermogen ligt zijn problemen voor eigen rekening te nemen, en niet dat hij moet doen wat wij willen.

Het idee dat een kind honger zou lijden, schijnt voor veel ouders iets verschrikkelijks te zijn. Het is inderdaad onplezierig met een hongerig gevoel rond te lopen. Maar als iemand zijn lunch een paar keer overslaat, zal het lichaam daarvan geen schade ondervinden, en dat ongemak zou goed van pas komen om Alfred ertoe te brengen er voortaan aan te denken zijn boterhammen mee te nemen. Hierdoor zullen ook de wrijving en het gebrek aan harmonie die er tussen Alfred en zijn moeder bestaan en die veel erger zijn dan een beetje honger -verdwijnen. Wij hebben niet het recht de verantwoordelijkheden van onze kinderen op ons te nemen en evenmin hebben wij het recht de gevolgen van hun daden voor onze rekening te nemen. Die moeten zij zelf dragen.

Els, van vier, is onder haar gewicht en vat gauw kou. Moeder en vader zijn er beiden van overtuigd dat zij daar wel overheen zal komen, als ze maar goed eet.

Els zit achter haar bord en begint met smaak de eerste happen naar binnen te werken. Ze drinkt wat melk en naarmate het gesprek tussen vader en moeder op gang komt, neemt haar belangstelling voor haar eten geleidelijk af. Ze zit met haar elleboog op tafel en steunt met haar hoofd in haar hand. Lusteloos roert ze in haar eten. ‘Toe, kindje,’ spoort vader haar aan, ‘eet je bordje eens leeg.’ Hij zegt het vriendelijk en aardig. Els glimlacht innemend, doet een hap in haar mond en laat hem daar zitten. Vader praat weer verder met moeder en Els kauwt een of twee keer. ‘Toe, schat, eet eens wat door,’ onderbreekt moeder haar gesprek met vader. ‘je wilt toch een grote, gezonde meid worden?’ Els begint hevig te kauwen. ‘Zo mag ik het zien,’ moedigt vader haar aan. Maar zodra vader en moeder hun gesprek weer hebben voortgezet, houdt Els op met eten. Gedurende de hele maaltijd moet ze met lieve woordjes ertoe worden aangezet door te eten.

Els heeft geen trek omdat ze wil dat haar ouders zich met haar bemoeien. Dat is nogal duidelijk als we kijken naar wat de ouders doen.

Eten versterkt de levenskrachten. Het is een normale levensfunctie. Wanneer een kind een slechte eter wordt, is er altijd sprake van een vader of een moeder die verkeerd optreedt. Het kind moet zelf uitmaken of het zal eten of niet. De ouders zouden zich met hun eigen zaken moeten bemoeien en niet met die van het kind.

De eenvoudigste manier om Els te leren goed te eten is haar te‘laten’ eten. Als ze weigert, moeten de ouders vriendelijk blijven, zich van commentaar onthouden, het eten van tafel wegnemen wanneer iedereen klaar is en Els de kans geven te ontdekken wat er dan gebeurt. Als we niet eten, krijgen we honger. Bij de volgende maaltijd, en niet eerder’ komt er weer eten op tafel. Als Els nog steeds treuzelt, wordt er niets van gezegd; aan tafel wordt niet gekibbeld. De bedoeling is: ‘Als je wilt eten, hier is het. Als je niet wilt eten, moet ik aannemen dat je geen honger hebt.’ Als het kind ermee speelt, wordt het terloops weggenomen. Er wordt niet gedreigd met straf en het kind wordt niet omgekocht, en evenmin wordt het iets beloofd (bijvoorbeeld een toetje). Dan zal Els na een uur wel gaan klagen dat ze honger heeft en om melk en koekjes bedelen, maar moeders antwoord daarop moet zijn: ‘Jammer dat je zo’n trek hebt. Om zes uur is het avondeten klaar; tot zo lang zul je moeten wachten.’ Hoe beklagenswaardig Els ook mag lijken nu ze wat honger heeft, moeder moet haar de kans geven dat gevoel te houden omdat het het natuurlijke gevolg is van niet-eten. De pijn ten gevolge van klappen is een straf, omdat die werden toegebracht door de ouders. Het ongemak van een hongerig gevoel is niet veroorzaakt door een volwassene, maar is het gevolg van niet-eten tijdens de maaltijd.

Hoe komt het toch dat ouders geen gewetenswroeging hebben als ze het kind met slaag pijn bezorgen, maar wel huiveren bij het idee dat het kind door eigen toedoen wel eens wat honger zou kunnen lijden? Het schijnt dat de ouders zich zeer verantwoordelijk voelen voor de voedselvoorziening en zich slechte ouders vinden als ze zien dat het kind honger heeft. Maar onze al te grote bezorgdheid ten aanzien van het eten, onze diepe angst voor ziekte en magerte zijn soms een masker. Ouders kunnen vaak diep overtuigd zijn van hun verantwoordelijkheidsbesef, terwijl ze in wezen hun eigenlijke bedoeling, namelijk om te heersen, camoufleren: ‘Ik zal mijn kind laten eten zoals ik dat wil.’ Het is een verlangen om te heersen dat bij veel ouders voorkomt. juist tegen dit autoritaire heersen verzet Els zich. Als die ‘autoriteit’ is weggenomen en Els nergens meer tegen hoeft op te komen, heeft het weinig zin meer om niet te eten en zal ze het waarschijnlijk wel gaan doen. Het kan wat tijd kosten; het vergt in ieder geval geduld.

De ouders van Els hebben besloten om logische gevolgen te gebruiken. Moeder ergert zich, maar zegt niets. Vader en moeder zijn met elkaar in gesprek, zij het met weinig plezier. Daar, aan dezelfde tafel, zit hun probleem, treuzelend met haar eten en er ongeïnteresseerd mee spelend. Moeder en vader zijn bijna klaar met eten. Heel lief en geduldig richt vader zich tot Els. ‘Elsje, toe, eet je bord leeg. Als je dat niet doet, weet je dat je straks honger zult krijgen en tussen de maaltijden door krijg je niets te eten. je wilt toch niet met een lege maag rondlopen?’ ‘Ik wil niet meer eten,’ antwoordt Els. ‘Goed. Dan zul je straks wel honger krijgen. Maar onthoud goed: je krijgt niets meer tot het avondeten.’

Hier is geen sprake van een logisch gevolg; het is nog steeds straf. Els wordt ‘bedreigd’ met honger. Moeder en vader bemoeien zich nog steeds met haar eten en hebben dat op een subtiele manier laten merken. Ze willen Els nog steeds ‘laten’ eten. Die handige Els. Ze weet wel hoe ellendig haar ouders zich voelen als zij honger heeft, dus ontzegt ze zichzelf haar maaltijd en zal honger lijden om haar ouders te straffen.

De enige manier waarop de ouders van Els uit dit dilemma kunnen komen, is zich werkelijk en overtuigd niets meer aan te trekken van haar eten. Want dat is haar probleem; zij moet dat zelf oplossen. Ze mag eten of niet, ze mag een hongerig gevoel hebben of niet: ze moet zelf de beslissing nemen. Laat ze de gevolgen voor eigen rekening nemen.

Als we spreken van ‘logische gevolgen’ gebruiken, wordt dat dikwijls door ouders uitgelegd als een nieuwe manier om hun kinderen hun wil op te leggen. De kinderen vatten dit op als wat het is: een verhulde straf. Het geheim ligt in de manier waarop van deze gevolgen gebruik wordt gemaakt. De ouders moeten zich tactvol terugtrekken en ruimte laten voor de logische opeenvolging van gebeurtenissen die plaats moeten vinden. Het mes snijdt aan twee kanten. Het natuurlijke gevolg van niet-eten is het onbehagen van een hongerig gevoel. Het natuurlijke gevolg van eten is het plezierige gevoel van voldaanheid.

Iedere dag ontstond er tussen moeder en Carolien tijdens de lunch onenigheid omdat het de grootste moeite kostte Carolien op tijd naar haar kleuterklasje te krijgen. Toen hoorde moeder over de toepassing van het systeem van logische gevolgen. Moeder gaf toe dat zij zich in haar eer voelde aangetast als Carolien niet op tijd op school kwam. Ze kon het moeilijk verkroppen als haar dochtertje te laat zou komen. Maar op een dag liet ze haar zien waar de wijzers van de klok zouden staan als het tijd was om naar school te gaan. Daarna gingen ze samen lunchen. Carolien treuzelde. Toen moeder klaar was met eten, stond ze van tafel op en ging in de andere kamer een boek zitten lezen. (Het doet er niets toe dat er nauwelijks iets tot haar doordrong van wat ze las; ze wekte de indruk geheel op te gaan in haar bezigheid.) Carolien ging een halfuur te laat naar school. Toen ze terugkwam, merkte moeder dat het te laat komen zo te zien geen gevolgen had gehad. Maar de volgende dag deed moeder precies hetzelfde. De derde dag schreef ze de leerkracht een briefje waarin ze haar vroeg met haar samen te werken. Die dag was Carolien drie kwartier te laat. Toen ze thuiskwam, begon ze te huilen omdat ze te laat op school was geweest. ‘Vervelend dat je te laat op school was, liefje. Misschien gaat het morgen beter.’ Vanaf die dag keek Carolien met argusogen naar de klok en moeder hoefde zich geen zorgen meer te maken dat ze niet op tijd naar school ging.

Dezelfde methode kan men volgen bij kinderen die ‘s morgens op tijd naar school moeten. Men kan ze hun eigen wekker geven. Moeder legt uit dat ze niet meer verantwoordelijk wil zijn voor het opstaan en naar school gaan. (Moeder hoeft immers zelf niet naar school.) Ze loopt niet meer achter hen aan en laat de kinderen treuzelen en hun boeken en huiswerk vergeten. Als ze op tijd met de bus mee moeten en die missen, zullen de kinderen naar school moeten lopen, zelfs al is dat een heel eind. Dat kunnen ze best.

Dikwijls valt ons het logische gevolg dat bij een bepaalde handeling past, na enig nadenken vanzelf in. We hoeven ons alleen maar af te vragen: ‘Wat zou er gebeuren als ik me er eens niet mee bemoeide?’ Als je je huiswerk niet gemaakt hebt, krijg je een standje van de leerkracht. Stukgemaakt speelgoed is onherstelbaar en wordt niet vervangen. Kleren die niet in de wasmand zijn gedaan, worden niet gewassen. Enzovoorts. In andere gevallen kan het noodzakelijk zijn op subtiele wijze een gevolg te bedenken.

De driejarige Kitty wilde altijd de straat opgaan als ze in de tuin speelde. Moeder moest voortdurend op haar letten en haar naar de tuin terughalen. Standjes en zelfs klappen haalden niets uit.

Wat zou in dit geval het logische gevolg kunnen zijn? Natuurlijk laten we het kind niet zomaar haar gang gaan tot ze door een auto wordt aangereden - een natuurlijk gevolg van op straat spelen. Dus moeten we voor een gevolg zorgen dat moet passen bij de verstoorde gang van zaken. De eerste keer dat Kitty weer de straat oploopt, vraagt moeder haar of ze denkt dat ze in de tuin kan blijven spelen. Als ze er toch weer vandoor gaat, pakt moeder haar rustig op en brengt haar naar binnen. ‘Als je dan vindt dat je niet in de tuin kunt blijven, mag je niet naar buiten. Als je denkt dat je het kunt, mag je het nog eens proberen.’ Kitty zou eigenlijk een vaste speelplaats in huis moeten hebben. Als Kitty naar binnen wordt gebracht, mag men geen zweem van boosheid tonen. Als moeder zegt: ‘Als je dan vindt dat je niet in de tuin kunt blijven...’ geeft ze Kitty recht op haar eigen gevoelens. Moeder kan er zelf niet voor zorgen dat Kitty graag in de tuin blijft. Maar ze kan grenzen stellen en gevolgtrekkingen maken. Zodra Kitty laat merken dat ze het opnieuw wil proberen, mag ze weer naar buiten. Als ze weer de straat op holt, wordt ze voor de rest van de dag in huis gehouden. Om te voorkomen dat dit een machtsstrijd wordt, kan moeder na de derde achtereenvolgende keer Kitty een paar dagen thuis houden. Het is erg belangrijk kinderen voortdurend een kans te geven het opnieuw te proberen. Hierdoor hebben ze het gevoel dat ze nog steeds een kans hebben en het wijst tevens op moeders vertrouwen in het kind en zijn vermogen om te leren. Kitty mag best protesteren tegen het feit dat ze naar binnen wordt gehaald en niet haar eigen gang mag gaan. In dat geval blijft moeder kalm. Ze trekt zich niets van de rebellie aan, want we kunnen maar één probleem tegelijk oplossen.

De driejarige Betty poetste nooit haar tanden. Om dat gedaan te krijgen moest moeder telkens met haar meegaan en haar ertoe dwingen. Moeder en Betty wonden zich dan beiden vreselijk op. Toen bedacht moeder een gevolg. Ze zei tegen Betty dat ze haar tanden niet hoefde te poetsen als ze dat niet wilde. Maar aangezien koekjes en snoep slecht zijn voor de tanden als je ze niet poetst, mocht Betty geen snoep hebben. Hierna bracht moeder het tanden poetsen niet meer ter sprake. Een week lang poetste Betty haar tanden niet, maar ze kreeg ook geen snoep. De andere kinderen kregen dat wel. Op een middag kondigde Betty aan dat ze haar tanden wilde poetsen en wat snoep wilde hebben. ‘Nu niet, Betty. ‘s Ochtends is de tijd om tanden te poetsen.’ Het meisje aanvaardde dit zonder te klagen. De volgende ochtend ging ze uit zichzelf haar tanden poetsen.

Veel dingen die kinderen doen en waaraan we ons ergeren, doen ze ook juist met de bedoeling, dat wij ons met hen zullen bezighouden. Logische gevolgen komen hier goed van pas.

De vierjarige Geert doet steeds zijn schoen aan de verkeerde voet. Moeder ergert zich hier verschrikkelijk aan. ‘Wanneer leer jij in vredesnaam je schoenen eens goed aan te trekken? Kom hier!’ Dan zet ze hem op een stoel en verwisselt zijn schoenen.

Geert weet dat hij zijn schoenen verkeerd aanheeft. Moeder zou best de bedoeling van haar zoon door kunnen hebben als ze eens op haar eigen reactie zou letten. Hij toont zijn moeder dat hij het geklungel met zijn schoenen aanwendt om haar te laten doen wat hij wil. Als moeder zegt: ‘Wanneer leer jij eens...’ geeft ze daarmee te kennen dat Geert dom is. Dat is bepaald niet waar; als er iemand dom is, dan is het niet het kind. Moeder kan zichzelf en Geert uit deze conflictsituatie halen door er zich niets meer van aan te trekken hoe Geert zijn schoenen aandoet. Als zij er zich niet meer mee bemoeit, zal Geert last van zijn voeten krijgen, wat nu eenmaal onvermijdelijk is als je je schoenen verkeerd aanhebt. De eerste keer dat moeder merkt dat hij zijn schoenen goed aanheeft, kan ze rustig zeggen dat ze blij is dat hij nu weet hoe het moet. Dat is al meer dan voldoende. Er spreekt waardering uit voor de door Geert geleverde prestatie en hij wordt erdoor aangemoedigd tot verdere inspanning.

De tienjarige Albert had zijn honkbalhandschoen op het veld vergeten en toen hij hem wilde ophalen, was hij verdwenen. Hij huilde tranen met tuiten. Vader foeterde: ‘Dat is nu al de derde keer deze zomer dat je je handschoen hebt verloren. Denk je soms dat het geld me op de rug groeit?’ Na een lange preek over de noodzaak op je bezittingen te letten liet hij Albert beloven dat hij nu echt goed op de volgende handschoen zou letten. ‘Best, dan krijg je morgen een nieuwe. Maar onthoud goed dat dit de laatste is die je deze zomer krijgt.’ (Vader had dit na de tweede keer dat hij zijn handschoen verloren had ook al gezegd. Maar hij kon het eenvoudig niet aanzien dat zijn zoon er zo ellendig aan toe was.)

Heel wat keren hebben ouders prachtige kansen om van de gevolgen van verkeerd gedrag gebruik te maken. Maar uit medelijden of uit verlangen het kind te ‘beschermen’ besparen ze hem die gevolgen en straffen hem op hun eigen manier door een preek te houden of door hem uit te schelden.

Vader kan zeggen: ‘Ik vind het erg vervelend voor je dat je je handschoen kwijt bent, Albert.’ ‘Maar ik moet er een hebben,’ barst Albert los. ‘Heb je geld voor een nieuwe?’ vraagt vader. ‘Nee, maar u zou het me kunnen geven.’ ‘je krijgt altijd op tijd je zakgeld.’ ‘Maar dat is niet genoeg.’ ‘Dat is jammer. Maar ik kan er niets aan doen.’ Vader moet standvastig blijven, maar toch vriendelijk.

Het gebruik maken van logische gevolgen betekent dat we de dingen anders gaan bezien. We moeten beseffen dat we niet meer in een autocratische maatschappij leven waarin over kinderen wordt ‘geheerst’, maar in een democratische samenleving die hun leiding moet geven. Wij kunnen onze kinderen niet meer onze wil opleggen. Goed gedrag moeten wij nu ‘stimuleren’ en we kunnen dat niet meer afdwingen. We zullen dit proces van heroriëntatie vrij moeilijk vinden, totdat we lang genoeg met deze nieuwe methoden hebben gewerkt, zodat ze als het ware onze tweede natuur zijn geworden. Het vereist een behoorlijke denkinspanning en voortdurende oefening van onze verbeelding. Soms is het mogelijk de dingen zich natuurlijkerwijze te laten ontwikkelen zonder dat volwassenen ingrijpen. We spreken dan van ‘natuurlijke gevolgen’. Als een kind zich bijvoorbeeld verslaapt, zal hij gewoon te laat op school komen en met de leerkrachten te doen krijgen. In andere gevallen kunnen we genoodzaakt worden omstandigheden te creëren die een logisch gevolg van wangedrag zijn. (Die noemen we ‘logische gevolgen.’) Natuurlijke gevolgen komen tot stand onder druk van de werkelijkheid zonder dat ouders op een bepaalde manier ingrijpen, en ze zijn altijd doeltreffend. Daarentegen kan men van logische gevolgen in een machtsstrijd alleen maar zeer behoedzaam gebruik maken, omdat ze gewoonlijk uitlopen op straf- of vergeldingsmaatregelen. Om die reden zijn natuurlijke gevolgen altijd gunstig, maar kunnen logische gevolgen averechts werken.

Als moeder Bobby verbiedt zijn lievelingsprogramma op de televisie te zien omdat hij de vuilnisbak niet buiten heeft gezet, is er geen sprake van enig logisch verband. Op welke manier moeder het ook zegt, Bobby zal hier altijd uit opmaken: ‘Jij hebt de vuilnisbak niet buiten gezet - dan zal ik je straffen door je te verbieden naar je fijne programma te kijken.’ Een logische reactie op deze situatie zou zijn dat moeder niet bereid is te koken in een keuken waarin een stinkende vuilnisemmer staat. Als Bobby anderzijds verzuimt zijn zaterdagse karweitjes af te maken voordat zijn voetbalclub gaat spelen, is het logisch dat hij niet mee kan spelen zolang hij nog niet klaar is met zijn werk.

Weloverwogen en regelmatig gebruik maken van logische gevolgen heeft dikwijls opvallend veel succes en kan tot vermindering van de spanning leiden en de harmonie in het gezin versterken. Kinderen zien heel snel in dat logische gevolgen rechtvaardig zijn, en gewoonlijk accepteren ze deze gang van zaken zonder protest. Hoe minder een ouder over’gevolgen’ praat, hoe minder deze op een straf zullen lijken. Soms is er natuurlijk geen enkel gevolg mogelijk en moeten we wachten tot zich een andere gelegenheid voordoet. Soms kan men het probleem zelfs oplossen door het met de kinderen te bespreken en te zien wat ze in te brengen hebben.

Als een van de ouders echter met het kind in een machtsstrijd is gewikkeld, is hij of zij geneigd logische gevolgen als straf aan te wenden, waardoor het effect van deze methode verloren gaat. Het is zeer belangrijk dat wij steeds op onze hoede zijn en niet in die val lopen. Wij moeten voortdurend voor ogen houden: ‘Ik heb niet het recht iemand te straffen die dezelfde status heeft als ik, maar ik heb de plicht mijn kind te leiden en het de weg te wijzen. Ik heb niet het recht mijn wil op te leggen -maar ik ben ook niet verplicht toe te geven aan zijn onrechtvaardige eisen.’

Lees verder >>