Toon respect voor het kind
Een democratische samenleving is gebaseerd op wederzijds respect. Als er in een relatie tussen twee personen maar aan één van hen eerbied wordt betoond, is er geen sprake van gelijkwaardigheid. Wij moeten heel goed weten dat wij respect hebben te tonen voor het kind en zijn rechten. Dit vereist het juiste gevoel voor het evenwicht tussen te veel en te weinig verwachten.
Moeder en vader zijn buitengewoon trots op Gerard, hun eerste kind van twee maanden. Als zich maar even een gelegenheid voordoet, halen ze de baby uit zijn slaap om hem aan hun bewonderende vrienden te tonen.
Gerard heeft recht op slaap. Moeder en vader tonen geen respect voor hem als ze hem dit recht ontzeggen.
Gerard huilt vaak en slaapt slecht. Als hij maar even huilt wordt hij gevoed, ook al heeft hij net een uur tevoren eten gehad.
Gerard’s lichamelijk welzijn hangt af van geregelde rust- en voedingstijden. Wanneer men zich daaraan houdt, past de maag zich aan dat patroon van eerst spijsverteren en daarna rust aan. Dat bevordert de volledige benutting van het voedsel en legt de grondslag voor een orde, waarop men zijn leven lang kan steunen. Eerst schijnt een baby een en al maag te zijn. Zijn eerste contact met een systeem van orde en regelmaat vindt plaats via de voedselopneming. De baby en zijn maag hebben recht op regelmaat en ordelijkheid. De baby kan zelf meedoen aan de regeling van de voedingstijden.
Niet alle kinderartsen geven dezelfde adviezen voor voedingstijden. De moeder die zich aan een ‘voorgeschreven voedingsprogramma’ houdt, zal merken dat haar baby dat ook doet als ze zelf ontspannen is en vertrouwen heeft in wat ze doet. Maar als ze zich zorgen maakt en bij elke kik van de baby aan zijn eisen tegemoet komt, is ze niet in staat hem aan vaste voedingstijden te wennen en brengt ze hem ertoe onrechtvaardige eisen te gaan stellen. Ongeregelde voedingstijden zijn het gevolg van een gebrek aan respect voor de baby en voor de orde.
De negenjarige Peter is enig kind en wil dolgraag bij zijn ouders in een goed blaadje staan. Zij stellen zeer hoge eisen. Hij moet zich houden aan een omvangrijk programma van activiteiten en ze verwachten van hem dat hij in alles uitblinkt. Als hij niet de hoogste cijfers haalt, betekent dat een ramp. Hij moet leider worden bij de padvinderij, de beste prestaties leveren op sportgebied bij zijn club, tot in de perfectie zijn pianostudie doen, van elke steen in zijn verzameling de juiste naam kennen, zijn vliegtuigmodellen volmaakt in elkaar zetten en zonder zich te vergissen de uit het hoofd geleerde bijbelteksten kunnen opzeggen. Zijn manieren moeten onberispelijk zijn en hij moet er altijd keurig uitzien. Iedereen die hem kent beschouwt Peter als een buitengewoon briljant kind. Maar hij heeft één fout die zijn ouders hem niet hebben kunnen afleren: hij is een onverbeterlijke nagelbijter. Hij lijdt ook aan nachtmerries en heeft de zenuwachtige gewoonte met zijn schouders te trekken.
Moeder en vader zijn zonder het te weten wreed door zulke hoge verwachtingen te koesteren. Omdat Peter het hun graag naar de zin wil maken, zal hij er gemakkelijk toe komen alles te proberen. Omdat zijn intelligentie boven het gemiddelde uitgaat en hij zich hard inspant,. speelt hij het klaar om aan deze verwachtingen te voldoen. Maar hij vertoont tekenen van innerlijke opstandigheid en angst. Hij denkt dat hij alleen maar iets betekent als hij zijn ouders kan behagen en topprestaties levert. Hij durft zijn positie niet in de waagschaal te stellen door openlijk tegen hen te rebelleren. Hij kan alleen maar in zijn slaap protesteren. Peter gaat een ramp tegemoet. Moeder en vader tonen in wezen geen respect voor Peter als persoon; zij gebruiken hem alleen maar als middel om hun eigen prestige hoog te houden. Peter kan voor zichzelf geen respect opbrengen als zijn hele leven erop gericht is aan het verlangen van zijn ouders tegemoet te komen dat hij grote prestaties levert.
Alleen als wij vertrouwen hebben in het kind zelf en in zijn vermogens, kunnen wij respect tonen. Maar dat betekent niet dat wij eisen kunnen stellen die onze ambities bevredigen.
Paula, van achttien maanden, probeerde in de huiskamer op een stoel te klimmen. Ze gleed eraf, stootte haar kin en kreeg een tand door haar lip. Moeder bleef kalm toen ze het bloed zag. Ze zei opgewekt: ‘Probeer het nog eens, Paula. je kunt het best!’ Paula likte haar bloedende lip af en ging het nog eens proberen.
Is dat wreed? Helemaal niet. Als moeder over het wondje was gaan urmen, had Paula de moed verloren. Omdat moeder niet onder de indruk was van wat bloed, kon Paula dit ongelukje zomaar van zich afzetten - een buitengewoon waardevolle les!
De negenjarige Joef ruilde een kostbare steen uit zijn verzameling tegen een minder waardevol, maar voor hem veel interessanter fossiel. Toen vader dit handeltje ontdekte, werd hij woedend - ten eerste omdat de andere jongen veertien was en meer van de waarde van stenen wist dan Joef, en ten tweede omdat Joef hem er niet in had gekend. Vader knapte dit zaakje op, waardoor hij een kloof in de vriendschap tussen de twee jongens teweegbracht en Joef zich gekleineerd en minderwaardig voelde.
Joef had zelf tot de ruil besloten. Die beslissing had gerespecteerd behoren te worden. Men kan de situatie zo aanpakken dat het respect voor Joef intact blijft en Joef zijn zelfrespect behoudt. Toen Joef aan vader het fossiel liet zien, had vader dezelfde belangstelling moeten tonen als hij altijd deed en zich voorlopig bij de zaak moeten neerleggen. Op een andere keer had vader Joef dan kunnen duidelijk maken wat de relatieve waarde van zijn stukken was, zonder over de ruil te praten. Joef zou dan zelf wel ontdekt hebben dat hij ‘genomen’ was, zonder aan vernedering bloot te staan. Toen vader het zaakje ‘opknapte’, suggereerde hij dat Joef beter had moeten weten en dat hij een grote fout had gemaakt. Maar hoe kon Joef zoiets weten als hij nog nooit een dergelijke ervaring had gehad? Vader verwachtte te veel van zijn zoon. De jongen moet trouwens ook leren dat, wanneer hij eenmaal een beslissing genomen heeft, het een erezaak is om bij die beslissing te blijven. Op die manier verandert een conflictsituatie in een leersituatie en blijft de goede verhouding bestaan.
Toen het hele gezin op een dag naar de kermis was, zeurde de elfjarige Rob bij zijn moeder om nog een keer te mogen rijden in een botsautootje. Ruth van negen en Betty van zeveneneenhalf wilden naar het reuzenrad. De groep ging op weg daarheen, terwijl Rob bleef vragen. Moeder zei knorrig dat het niet mocht. Als Rob opgewonden of gespannen raakte, kreeg hij altijd een soort spraakgebrek en leek hij net een brabbelend kind. Hoe vaker hij zijn vraag herhaalde, hoe duidelijker het spraakgebrek te horen was. Toen keerde moeder zich plotseling tegen hem, imiteerde zijn taaltje en maakte hem belachelijk. Ruth en Betty barstten in lachen uit. Rob perste zijn lippen op elkaar, vocht tegen zijn tranen en liep diep gekrenkt achter het drietal aan.
Een kind vernederen, om welke reden dan ook, geeft blijk van een groot gebrek aan respect en is bepaald geen aanbeveling bij de opvoeding. Het feit dat Rob, als hij gespannen is, een spraakgebrek vertoont, maakt al duidelijk dat hij het moeilijk heeft. Spot versterkt het verkeerde beeld dat hij van zichzelf heeft, namelijk dat hij weerloos is tegen vijandigheid en dat er geen hoop meer voor hem is. Moeder kan Rob tonen dat ze respect voor hem heeft als zij weigert het verkeerde beeld dat hij van zichzelf heeft te aanvaarden. Als ze rustig zou zeggen: ‘We gaan nu naar het reuzenrad Rob,’ zou dat het probleem van het gevraag oplossen.
Familietwisten op kermissen komen veel voor. Maar eigenlijk kan zoiets makkelijk worden voorkomen. Voordat het gezin de deur uit gaat moet er een vaste afspraak worden gemaakt over hoeveel geld ieder mag besteden. Iedereen moet begrijpen dat hij zoveel geld krijgt, en niet meer. Om der wille van de veiligheid moet er ook, voor dat men het huis verlaat, afgesproken worden welke tenten men wel en welke men niet gaat bezoeken. Als de ouders daarin een vast standpunt handhaven, kan het een heel leuk uitje worden. De kinderen hebben dan de vrijheid te beslissen naar welke attractie ze zullen gaan en wanneer ze weer iets anders zullen kiezen. Op die manier leren ze snel hoe ze hun geld en hun tijd moeten besteden om er zoveel mogelijk plezier van te hebben. Voortdurende terechtwijzingen van de kant van de ouders veroorzaken conflicten, gekibbel en teleurstellingen.
Respect voor het kind betekent dat we hem als een mens beschouwen die dezelfde rechten heeft om te beslissen als wijzelf. Maar gelijke ‘rechten’ hebben impliceert nog niet dat het kind mag doen wat volwassenen doen. Iedereen in het gezin krijgt een eigen rol te spelen - en ieder heeft het recht in die rol gerespecteerd te worden.