12 Houd u aan de regels

<< Terug

HOOFDSTUK 12

Houd u aan de regels

‘Waar is Loes?’ vroeg vader toen hij aan het ontbijt kwam. ‘Ik vond dat ze vanmorgen maar wat uit moest slapen.’ ‘Hoezo?’ ‘Nou, ze is gisteravond zo laat naar bed gegaan. Ze wilde je nog zien voor ze ging slapen.’

‘Maar ik had je gezegd dat ik erg laat zou thuiskomen.’ ‘Dat weet ik wel, maar dat begrijpt ze niet. Dus heb ik haar laten opblijven totdat ze in slaap viel.’ ‘Maar moet ze dan niet naar school vandaag?’ ‘O, wat geeft dat? Ze is nog maar op de kleuterschool. Ik zal wel een briefje schrijven dat ze zich vandaag niet goed voelde.’ ‘Het spijt me, Greet, maar ik vind dat Loes zich aan bepaalde regels moet houden.’ ‘O, maar ze heeft nog alle tijd om regels te leren. Ze is nog zo klein!’

Vader heeft gelijk. Loes moet aan een vaste leefregel wennen. Regels zijn voor een kind als de muren van een huis: ze geven grenzen én dimensies aan zijn leven. Geen enkel kind voelt zich op zijn gemak in een situatie waarin hij niet precies weet waar hij aan toe is. Een geregeld leven schept een gevoel van veiligheid. Een vaste gang van zaken geeft ook een gevoel voor orde, waaruit vrijheid groeit. Wanneer Loes de ‘vrijheid’ krijgt ‘s avonds laat op te blijven, ontzegt men haar het recht op de rust die haar toekomt. De volgende dag verloopt dan chaotisch en onevenwichtig, terwijl haar het recht wordt ontzegd naar school te gaan. Dat betekent geen vrijheid, maar losbandigheid. Loes is niet in staat iets te leren van haar eigen beslissingen als moeder haar de consequenties ontneemt door een onjuiste reden op te geven waarom ze niet op school komt. Zoals zoveel kinderen heeft Loes behoefte aan grenzen en beperkingen, waarbinnen zij zich op haar gemak voelt. Ze wil weten hoever ze kan gaan. En als er helemaal geen grenzen zijn, raakt ze in de war en verlangt ze het recht om te doen wat zij wil en te zien of ze zelf een grens kan bepalen. En daarna gaat ze op een keer zo ver de perken te buiten, dat iemand in haar omgeving er een stokje voor steekt. Daar zal ze versteld van staan en ze zal zich afvragen wat er is gebeurd.

Het is de plicht van de ouders huisregels op te stellen waarbij het gezin prettig kan functioneren, en een dagelijkse orde te handhaven waarin het kind is opgenomen. Geen enkel kind is te klein om aan orde te wennen. Als dat eenmaal voor elkaar is, wil het kind uiteraard weten wat het moet doen.

Als u van Amsterdam naar Maastricht wilt rijden, kunt u beter niet zomaar in uw wagen stappen en de een of andere weg nemen die u aanstaat; u zult die wegen moeten kiezen die u naar uw doel brengen. Zo is het ook met de opvoeding van onze kinderen. Voor de reis hebben we Maastricht als einddoel gesteld; sociale integratie en onafhankelijkheid zijn het einddoel bij de leiding van de ouders. We kunnen dat doel alleen bereiken door langs bepaalde wegen te rijden. We kunnen kiezen welke leefregel we voor het gezin willen instellen, evenals we kunnen kiezen welke weg we naar Maastricht zullen nemen. Maar een vaste regel is noodzakelijk. Die hoeft niet zo streng te zijn dat men er nooit van kan afwijken. Er doen zich altijd wel omstandigheden voor waarin men de principiële regels moet laten varen om aan een of andere onverwachte behoefte tegemoet te komen. Maar zoiets moet wel een uitzondering blijven en mag nooit regel worden. En men mag ze evenmin creëren omdat het de ouders goed uitkomt of omdat men aan de grillen van het kind wil tegemoet komen.

Tijdens de zomermaanden deden Giny en Lia precies wat ze wilden. Ze gingen laat naar bed, ontbeten als het hun uitkwam, aten en dronken van alles tussendoor als ze er zin in hadden, ontliepen hun huishoudelijke plichten omdat ze zo nodig met hun vriendinnetjes moesten spelen en hielden moeder voortdurend in touw door haar iedere keer te vragen of ze hen hier of daar heen wilde brengen met de auto. Omstreeks half juli slaakte moeder vaak de verzuchting: ‘Wat zal ik blij zijn als de school weer begint en er hier weer rust en orde komen.’

Het schijnt een veel voorkomende gewoonte te zijn dat de kinderen zich tijdens de zomervakanties niet meer aan vaste tijdschema’s houden. Natuurlijk zullen de dagindeling en de gewone gang van zaken wat veranderen, maar zoiets hoeft niet uit te lopen op anarchie. Als men tijdens de zomervakantie de houding aanneemt van ‘laat maar waaien’, krijgt het kind de indruk dat de school - of het werk - iets verwerpelijks is en dat het gewenst is zich van die ‘last’ te bevrijden. Dat is een verkeerde opvatting. Het schoolgaan is een bepaalde functie van het kind, zoals het vaders functie is naar zijn werk te gaan en die van moeder om het huishouden te doen. Voor al die functies is een geregelde gang van zaken nodig, anders gaat het mis. Vakanties zijn noodzakelijk. Een vakantie is een tijdelijke verandering van de dagelijkse sleur, een middel om zich te verkwikken en er is dan een verandering van tempo en van activiteiten. Maar het mag niet uitlopen in een volkomen overboord gooien van de dagelijkse gang van zaken. De dagindeling in de zomervakantie mag best wat afwijken van de normale. De tijden waarop men naar bed gaat kunnen zo worden geregeld dat het gezin meer gelegenheid heeft zich samen te ontspannen, de tijd van opstaan kan worden aangepast aan de slaapbehoeften en de maaltijden kunnen zo worden verschoven dat er ruimte overblijft voor allerlei vakantiebezigheden. Dat alles maakt het duidelijk dat er verschil is tussen de gang van zaken in de schooltijd en die tijdens de zomervakantie. Toch moeten we blijven vasthouden aan een bepaalde dagindeling; anders worden samenwerking en harmonie onmogelijk.

Laten we het verhaal over Joke (hoofdstuk 4) nog eens ophalen. Joke eist de voortdurende aandacht van haar moeder op. Als moeder een vaste speeltijd had ingesteld, zou haar dat een ‘uitweg’ verschaffen wanneer ze aan de overmatige eisen van haar kind weerstand wil bieden. Als Joke weet dat er een vaste tijd is waarop ze met moeder kan spelen, zal ze zich gemakkelijker kunnen schikken naar de regels als moeder niet steeds aan haar eisen tegemoet wil komen.

Kinderen hebben onze aandacht nodig. Wat kan dan een betere methode zijn om tot harmonieuze en prettige betrekkingen te komen dan een vast speeluurtje instellen? Die tijd is van het kind. Hij weet dat hij erop kan rekenen. Als moeder en kind beiden weten dat ze op die tijd van de dag het samen gezellig kunnen hebben, zullen ze allebei geneigd zijn elke conflictsituatie zoveel mogelijk te vermijden om samen zoveel mogelijk plezier te hebben. Wat kan daar een fijne relatie uit voortkomen. (jammer genoeg zijn sommige kinderen zo vast komen te zitten in hun houding van niet samen te willen werken, dat ze zelfs niet eens met hun ouders willen spelen. Ze beschouwen hen niet als hun vrienden.)

Of laten we de situatie van Greetje (hoofdstuk 4) nog eens beschouwen. Moeder en Greetje zijn in een machtsstrijd betrokken geraakt, die voorkomen had kunnen worden als er een vaste leefregel was ingesteld en als Greetje geweten had dat moeder zich daaraan zou houden. Bedtijd is bedtijd. Punt, uit! Als kinderen ondervinden dat er sprake is van een dagindeling waaraan niet valt te tornen, hebben ze maar zelden de neiging die te ontduiken en nieuwe grenzen te zoeken. Maar als er een machtsstrijd gaande is, wordt elke huisregel natuurlijk onmiddellijk aangevallen. Slechts als een vaste dagindeling als iets vanzelfsprekends wordt ervaren en daar rustig en zonder ruzies de hand aan wordt gehouden, kunnen de ouders erop rekenen dat de kinderen zich aanpassen aan de orde. Wat de gewone activiteiten betreft is het natuurlijk gemakkelijk om voor zowel kinderen als volwassenen één indeling te maken. Een voorbeeld daarvan is de maaltijd. Maar de verschillende werkzaamheden die de gezinsleden hebben, kunnen afzonderlijke indelingen vereisen; deze verschillen mogen alleen maar tot uitdrukking komen binnen het kader van de afzonderlijke werkzaamheden en ze mogen niet gelden op gebieden waar alle leden van het gezin op dezelfde manier functioneren. De eenjarige gaat veel vroeger naar bed dan de negenjarige en hij weer vroeger dan zijn ouders.

In de situatie die beschreven werd in hoofdstuk 9, zou moeder wat Klaas betreft de moeilijkheid op kunnen lossen als er een vast etensuur was, waaraan alle leden van het gezin zich zouden moeten houden. Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat men voor dat vaste etensuur niet naar willekeur een tijd zal kiezen die de leden van het gezin niet schikt. Elk gezin moet volgens het patroon handelen dat de belangen van het gezin als geheel het beste dient. Er bestaat geen vaste dagindeling die voor elk gezin geschikt is. Maar meestal is het de moeder die de dagindeling maakt en de grenzen stelt waarbinnen haar gezin zich kan ontplooien. Iedere keer wanneer een kind die gang van zaken schendt, is moeder verplicht er rustig op aan te dringen dat men zich aan de regels houdt.

Ernstige verstoring van de dagelijkse gang van zaken komt alleen maar voor als de ouders voortdurend overtredingen toelaten.

Ook maakt moeder meestal uit wat de vaste gewoonten in het gezin zullen zijn. Gewoonten zoals bed opmaken voordat men aan zijn dagtaak begint, de huiskamer opruimen voordat vader thuiskomt, handen wassen voor men aan tafel komt, de zondagse maaltijd gebruiken in de eetkamer, de manier waarop de vrije dagen worden besteed - al deze dingen maken deel uit van de culturele waarden die wij aan onze kinderen doorgeven. Ze maken deel uit van de gewone gang van zaken in ons bestaan.

In een discussiegroep voor ouders kwam eens een algemeen probleem naar voren, namelijk dat van de slechte tafelmanieren. Tijdens de discussie kwam aan het licht dat het nu en dan in de keuken eten wel eens een van de oorzaken daarvan kon zijn. Alle achttien vrouwen besloten om de maaltijden wat formeler in de eetkamer te gebruiken en dan op de volgende bijeenkomst de resultaten mee te delen. Zij die geen eetkamer hadden, zouden op een wat formelere manier in de eethoek van de keuken de tafel dekken. De week daarop bleek tot ieders verbazing dat alle moeders een aanzienlijke verbetering van de tafelmanieren hadden geconstateerd. Ieder van hen besefte dat de verbetering in de gezinssfeer ruimschoots opwoog tegen het extra werk dat ze eraan hadden gehad. (Zou dit iets te maken hebben met de door de huidige binnenhuisarchitecten gehuldigde mening dat er in nieuw te bouwen huizen een eetkamer moet zijn?)

De leefregels die wij opstellen, maken deel uit van het dagelijkse doen en laten van het gezin. Wanneer wij daar iedere dag iets aan doen, wordt het leven fleuriger en plezieriger.

Lees verder >>