35 Heb samen plezier

<< Terug

HOOFDSTUK 35

Heb samen plezier

Toen men in de ‘dagen van weleer’ nog van die grote gezinnen had, waren de kinderen vaak uitsluitend op elkaar aangewezen om zich te vermaken. Deze gewoonte werd van generatie op generatie overgeleverd en bleef bestaan totdat radio en televisie voor massavermaak gingen zorgen. We genieten allemaal intens van verhalen waarin de saamhorigheid van een gezin wordt beschreven - een saamhorigheid die tot uiting komt in de dingen die men samen onderneemt. Eén van de aantrekkelijkste scènes uit het ballet De Notenkraker is die waarin kinderen en ouders tezamen een rondedans maken om de kerstboom. Het is heel triest dat tegenwoordig veel gezinnen zozeer uit elkaar liggen, dat de kinderen zich zonder de ouders amuseren, waarbij de laatsten wel voor de middelen voor hun pleziertjes zorgen, maar zelf niet meedoen. Deze toestand is ten dele te wijten aan de wijzigingen in ons cultuurpatroon, waarbij de kinderen tegen hun ouders worden opgezet, en ten dele aan het feit dat wijzelf niet in staat zijn om op democratische wijze samen te leven. De ouders doen heel veel moeite hun kinderen het beste te geven, maar ze verzuimen samen met hen ervan te genieten.

Er is nog een andere oorzaak. Ouders en kinderen hebben vaak geen gemeenschappelijke belangen meer, omdat het kind de wereld van de volwassenen verwerpt en de ouders niet in staat zijn als gelijkwaardigen de wereld van de kinderen binnen te gaan. In veel gezinnen willen de kinderen niet eens dat de ouders met hen spelen! Als er in huis een soort gewapende vrede heerst, is het onmogelijk samen iets gezelligs te ondernemen. Maar als ouders en kinderen het leuk vinden samen spelletjes te doen, wordt de vijandschap minder en krijgt eensgezindheid een kans.

De ouders moeten ervoor zorgen dat er door het spel een sfeer van saamhorigheid komt. Op die manier kunnen we misschien het beeld van grote mensen die altijd kritiek hebben en ruzie maken met de kinderen, veranderen in een beeld van mensen die gemeenschappelijke doelstellingen en belangen hebben.

Het is gemakkelijk om met een baby te spelen, maar als het kind groter wordt, schijnen we die kunst niet meer te verstaan. Toch heeft het kind er grote behoefte aan dat we dat wel doen. Het speeluurtje kan het hoogtepunt van de dag worden, het uur waarin er eensgezindheid en begrip tussen ouders en kinderen bestaat. De spelletjes thuis kunnen een bron van vermaak zijn in plaats van harde wedijver. Daarbij kan het kind leren dat het niet hoeft te winnen, maar dat het gewoon fijn is samen een spel te doen. Dat kan wel eens moeilijkheden opleveren, daar de meeste ouders zich niet realiseren dat veel kinderen eraan gewend zijn bij alles wat ze doen erop uit zijn te winnen. Elk gezin zou spelletjes moeten hebben die zijn aangepast aan de leeftijd van het kind. Een vaste tijd waarop het hele gezin samenkomt om een spelletje te doen, zou tot de dingen van de dag moeten gaan behoren. De tijd die wordt uitgetrokken om de kleinste iets te leren kan, als hij wat ouder wordt, makkelijk worden veranderd in speeltijd. Natuurlijk wordt dan het tijdstip veranderd, zodat alle gezinsleden mee kunnen doen.

Een vader van vijf kinderen - drie jongens en twee meisjes - was een enthousiast honkballiefhebber en hij speelde mee in een plaatselijke amateurclub. Zodra het in het voorjaar goed weer werd, begon hij samen met zijn kinderen te trainen. Zelfs de kleinste van drie had al een bat dat hij kon hanteren. Vader gooide de bal altijd zo op dat de kinderen hem goed terug konden slaan. Naarmate de kinderen ouder werden, werd het opgooien aan hun grotere behendigheid aangepast. De oudere kinderen waren heel inschikkelijk jegens de kleineren die nog niet zoveel konden en speelden op zo’n manier dat iedereen mee kon doen. Ze waren over de vorderingen van de kleintjes even verheugd als vader. Hij had nooit kritiek als ze het niet helemaal goed deden of als ze een bal misten; hij bemoedigde hen voortdurend. En hij genoot er kennelijk enorm van, evenals de kinderen.

Hugo, acht jaar oud, was een fanatieke honkballiefhebber. Als er in de buurt een wedstrijd werd gespeeld die hij te voet kon bereiken, was hij erbij. Vader en moeder gaven hem daar graag toestemming voor omdat ze dan bovendien wisten waar hij was. Op een avond was Hugo nergens te bekennen. Het werd al donker en vader stond op het punt de politie te bellen toen Hugo, volkomen onbevangen, binnen kwam lopen. Vaders bezorgdheid veranderde in woede en hij stormde op zijn zoon af. ‘Wacht even ‘ paps,’ zei Hugo afwerend, ‘laat me eerst even vertellen wat er is gebeurd.’ Hij vertelde dat hij met een groep oudere jongens vijftien kilometer verder naar een honkbalwedstrijd was gaan kijken. ‘Pappie, jij neemt me nooit mee;.’ Ik heb het je al wel honderd keer gevraagd. Maar je zegt altijd dat je het te druk hebt, of dat je eerst iets anders moet doen.’

Toen ging vader een licht op. Hugo wilde dat zijn vader zijn belangstelling deelde! En hij gaf daar gehoor aan. Beide ouders toonden nu werkelijk belangstelling voor de plaatselijke competities en de spelers, en ze gaan er nu altijd met hun drieën naar toe.

Alle kinderen vinden het fijn om toneelstukjes op te voeren. De ouders hoeven niet altijd de toeschouwers te zijn; ze kunnen ook meespelen! Kinderen vinden het vooral leuk om in een verhaal de rol van de volwassene te spelen, als de ouders dan de rol van het kind op zich nemen. We kunnen van alle bekende sprookjes of legenden geïmproviseerde toneelstukken maken. Er is geen publiek voor nodig. Het is voldoende ‘net te doen alsof’.

Er zijn allerlei ondernemingen te bedenken die een familieaangelegenheid kunnen worden. Tegen Kerstmis kan een gezin gezamenlijk de papieren versieringen voor de kerstboom maken. De avond voor Pasen kunnen mooie mandjes voor de ontbijttafel worden gemaakt. Elke gelegenheid waarvoor versieringen van papier nodig zijn, is als het ware een uitnodiging om gezamenlijk creatief bezig te zijn.

Een andere familie maakte ‘schijn’-reizen om de wereld. Iedereen hielp mee om gegevens en reisfolders en informatie bij elkaar te krijgen die dan voor ieder land apart in een plakboek gingen. En iedere vakantiereis was het onderwerp van voorafgaande bestudering van mogelijkheden door het hele gezin.

Al zulke ondernemingen zijn afhankelijk van de interesse van het gezin. De geestdrift van de ouders werkt aanstekelijk en de kinderen zullen heel wat keren blijk geven van een grote vindingrijkheid. Ze laten vaak zelf wel doorschemeren wat hun belang inboezemt. Een gezin stelde een ‘museum’ samen nadat de kinderen een schoolreisje hadden gemaakt. Een voorwerp dat iets te maken zou kunnen hebben met de Tachtigjarige Oorlog werd voorzien van een kaartje en kreeg een plekje op een plank in het museum. Iedereen in het gezin keek uit naar brokken en scherven die gebruikt konden worden. Een scherf gekleurd glas werd het restant van een van de ramen van een verwoeste kerk; een stuk hout dat tijdens een wandeling door het bos werd gevonden, was afkomstig van een knots van een Batavier. Eén van de kinderen maakte een pop van de schede van een maïsaar, enzovoort.

Samen zingen is ook heel vaak een bron van eensgezindheid in het gezin. Het dagelijkse afwascorvee in een gezin van acht personen werd voor allen een echt fijn uurtje omdat het zanguurtje werd waarin iedereen zijn partij meezong. De kinderen leerden thuis liedjes van de ouders en zij leerden hun weer versjes die ze op school zongen. Toen ze wat groter werden, gingen ze meerstemmig zingen en tenslotte vormden ze verschillende groepen en zongen canons.

Als ouders hun ogen en oren openzetten, zullen ze van alles ontdekken wat de kinderen interesseert, en met wat verbeeldingskracht kan zoiets uitgroeien tot een familieaangelegenheid.

Wat mensen samen vreugde bezorgt, brengt hen tot elkaar. Door het doen van spelletjes en het maken van plannen waaraan allen plezier beleven, ontwikkelt zich een gevoel van saamhorigheid. Saamhorigheid is van essentieel belang omdat ze de gelijkwaardigheid bevordert en een ontspannen, harmonische sfeer schept die een blijvend kenmerk van het gezinsleven kan worden.

Lees verder >>