Groeimodel Scott

In de ontwikkeling van een organisatie worden door Scott drie fasen onderscheiden.

1e fase: De kleine organisatie, deze organisatie heeft een beperkt aantal functies, die veelal door de directeur vervuld worden. Als deze organisatie gaat groeien zullen de functies verder onderverdeeld worden en wordt een aantal medewerkers in dienst genomen.

Kenmerken van de 1e fase

· Structuur: functionele indeling met weinig interne differentiatie;

· personeelsbeoordeling: aan de hand van niet-geformaliseerde criteria;

· beheerssysteem: persoonlijke beheersing

· strategiebepaling: afhankelijk van de persoon van de eigenaar.

2e fase: De kleine organisatie groeit uit tot een volledige, afdelingsgewijs opgebouwde organisatie met een gecentraliseerde F-indeling direct onder de top.

· Structuur: de interne differentiatie is sterk toegenomen en er is een gecentraliseerd functionele indeling.

· Personeelsbeoordeling: gebaseerd op technische en economische criteria

· Beheerssysteem: toenemende mate op operationeel gebied op basis van delegatie.

· Strategiebepaling: persoonlijke benadering

· Research: vindt systematisch plaats, nadruk op productverbetering, -ontwikkeling en -innovatie.

3e fase: In de derde fase ontstaat de gedecentraliseerd multidivisonele organisatie. Direct onder de top vinden we divisies met een P-, G- of een M-indeling. Er ontstaan diverse business units.

· Structuur: gedecentraliseerde divisievorm met interne specialisatie;

· Personeelsbeoordeling: veel nadruk op de winst en andere financiële criteria;

· Beheerssysteem: strategische en operationele besluitvorming is gedecentraliseerd;

· Strategiebepaling: sterk procesmatig opgezet

Bronnen:

Een praktijgerichte benadring van Organisatie en management. Nick van Dam en Jos Marcus

Management en Organisatie, Keuning en Eppink.