Medezeggenschap
Onder medezeggenschap kan worden verstaan de rechten en bevoegdheden waarover medewerkers kunnen beschikken om invloed uit te oefenen op de vaststelling, uitvoering en controle van het bedrijfsbeleid en de besluitvorming die daarop wordt gebaseerd.
Enerzijds zijn er de ondernemingsraden (indirect), anderzijds is er werkoverleg (direct).
Sinds 1979 zijn de bevoegdheden van de ondermeningsraad aanzienlijk uitgebreid. De medewerkers hebben meer macht gekregen. In 1998 vond er een grote wijziging plaats. Deze wet onderscheid de volgende organisaties:
- Bedrijven met 50 of meer werknemers: Ondernemingsraad is verplicht
- Bedrijven met 10 tot 50 werknemers: Er zijn drie mogelijkheden: of op vrijwillige basis een pvt van tenminste drie personen vormen, of als een pvt verplicht is bij cao of bij meerderheid van medewerkers (die het willen), of twee maal per jaar een personeelsvergadering houden.
- Bedrijven met minder dan 10 werknemers: Op basis van vrijwilligheid een pvt.
De bevoegdheden van een pvt (personeelsvertegenwoordiging) zijn beperkter dan die van een ondernemingsraad.
De rechten van een OR zijn op drie gebieden, namelijk:
- Een recht op informatie en overleg
- Een adviesrecht
- Een instemmingsrecht
- Het initiatiefrecht
Mocht een ondernemer zijn verplichtingen niet nakomen, dan kan naleving worden gevorderd. Dit gebeurt bij een bedrijfscommissie die bestaat uit minimaal zes werkgeversvertegenwoordigers en minimaal zes werknemersvertegenwoordigers, afkomstig uit soortgelijke ondernemingen. Deze commisssie wordt ingesteld door de Sociaal-Economische Raad. Hierna kan pas de stap naar de rechter worden genomen.
Bron: Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management