20160929 - Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport?

Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden

Ook verschenen in Eindhovens Dagblad als Opinie stuk. Donderdag 29 september 2016, ed.nl

BERNARD GERARD

De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) heeft op verzoek van het kabinet geanalyseerd of 'de toekomstige positie van de Nederlandse mainports, mede bezien vanuit mondiale ontwikkelingen, om ander beleid vraagt. Het resultaat kwam op 1 juli beschikbaar.

Die mainports Schiphol en de Rotterdamse haven blijken niet zulke economische motoren als door anderen en henzelf luidkeels beweerd. Zakelijk beschouwd valt het tegen wat zij aan de nationale economie toevoegen. Ze springen er niet meer overtuigend uit. Ze zijn 'gewoon' en niet 'super'.

Het belang van de Rotterdamse haven, bezien als percentage van het BBP, daalt en van Schiphol neemt het niet toe. Rotterdam is vooral een bulkdoorvoerhaven geworden. Schiphol verdient meer aan winkels en parkeren dan aan de luchthaventarieven en wijkt zodoende niet wezenlijk af van bijvoorbeeld het Centraal Station van Utrecht en Amsterdam.

Dus beter stoppen met een apart mainportbeleid, aldus de RLI, en dat vervangen door een gewoon beleid. En het geld inzetten op wat er wel bovengemiddeld groeit, zoals bijvoorbeeld Brainport en de Amsterdam Internet Exchange.

Een en ander leidt tot weinig originele aanbevelingen als 'beschouw de digitale infrastructuur als een belangrijke basisvoorwaarde voor het vestigingsbeleid' en 'stel een strategie Vestigingsklimaat 2040 op'. Zo begon het rapport.

De reacties: 010 en 020 reageerden als door een wesp gestoken. In Brainport ging de boodschap erin als Gods woord in een ouderling en diverse hoogwaardigheidsbekleders stortten zich al enthousiast op de huid van de nog niet geschoten beer. Voorbarig, bijvoorbeeld omdat het kabinet nog geen standpunt heeft ingenomen over het RLI-advies.

(Let wel: de RLI-beer is een andere beer dan die welke ex-burgemeester Rob van Gijzel geschoten heeft op de jachtvelden van het Gemeentefonds).

Maar de RLI zei nog meer. De RLI uit wezenlijke kritiek op vier thema's, geformuleerd voor Schiphol, maar evenzo relevant voor het Eindhovense vliegveld: de ruimtelijke inbedding, de zachte vestigingsfactoren, decarbonisatie van het vliegen en de grenzen aan de groei. De RLI vindt de ruimtelijke inbedding van Schiphol maar ten dele geslaagd. 'De discussies over de geluidsoverlast en de woningbouw in de buurt van Schiphol spelen al decennialang'.

Zo ook rond Eindhoven Airport. In de '20Ke-trog' (een veel gebruikte maat voor de gemiddelde geluidshinder) mag geen nieuwe woningbouw meer komen, maar in die nog steeds groeiende trog ligt inmiddels wel heel erg veel bestaande woningbouw.

Powered by Google

'Zachte vestigingsplaatsfactoren spelen een steeds belangrijker rol' waaronder een 'veilige, gezonde, diverse en plezierige leefomgeving', aldus de RLI. En 'in veel studies en strategieën voor het vestigingsklimaat blijkt de kwaliteit van landschap en leefomgeving onderbelicht'.

Ook onze regio heeft die problemen, naast geluid bijvoorbeeld ook het ultrafijnstof en de versnippering van het landschap.

De RLI heeft eerder geadviseerd 'het nationale doel voor vermindering van broeikasgasemissie met 80 tot 95 procent in 2050 wettelijk vast te leggen'. De 'decarbonisatie van Schiphol' is dan ook 'een grote transitie'. Maar de luchtvaart groeit nog steeds explosief en afspraken daartegen stellen niets voor.

Eindhoven Airport verbruikt jaarlijks ongeveer 8PJ (petajoule) en dat wordt steeds meer. Ter vergelijking: heel Eindhoven verbruikt (zonder Airport) circa 20PJ per jaar en dat gaat dalen.

'Gezien het ruimte- en milieubeslag van Schiphol komt de vraag op of er een kritische massa bestaat om de nationale doelstellingen te blijven realiseren, zonder dat dit een maximaal mogelijke groei inhoudt. Volumegroei kan interessant zijn voor een bedrijf, maar hoeft dat niet te zijn voor de economie of de samenleving als geheel', aldus de RLI (ingekort). En 'zolang de kritische massa wordt gerealiseerd, kunnen veel economische functies gewaarborgd blijven met meer ruimte voor afweging van andere maatschappelijke belangen'.

Diezelfde vraag kan gesteld worden aan Eindhoven Airport en zijn aandeelhouders (Schiphol, Eindhoven en de provincie): Wat is de toegevoegde waarde van nog verder groeien? Maken extra vluchten de Brainportregio nog aantrekkelijker als vestigingslocatie, of schaden ze het vestigingsklimaat juist?

Misschien kunnen ze bij Brainport, als ze klaar zijn met hun berenhuid, ook eens aandacht schenken aan wat er nog meer in het RLI-advies staat.

Auteur is secretaris van het Platform De 10 geboden voor Eindhoven Airport.