20130629 - Strijd om cijfers over herrie van Airport

Bron: Eindhovens Dagblad, 29 juni 2013, Lucas van Houtert, ed.nl

Geluidsoverlast berekenen of bewoners ernaar vragen, de uitkomsten verschillen aanzienlijk.

ANALYSE ; EINDHOVEN AIRPORT

EINDHOVEN – Hoeveel herrie een landend of vertrekkend vliegtuig veroorzaakt, hangt af van de manier waarop je het meet. Het lijkt bizar, maar in bestuurlijk Nederland is het een waarheid als een koe.

Dit is wat je kunt doen met geluidsoverlast:

Wie uitgaat van het adagium ‘meten is weten’ plaatst geluidspalen, neemt de decibellen op en legt die langs de schaal die aangeeft hoeveel herrie straaljagers of winkelwagentjes maken, en wanneer trommelvliezen beginnen te scheuren. De methode speelt rond Eindhoven Airport (nog?) nauwelijks een rol.

Wie overlast berekent, werkt met aannames, theoretische modellen en standaardwaarden, bijvoorbeeld van vluchtroutes en de geluidsproductie door verschillende vliegtuigtypen. Deze theoretische methode is afgelopen decennia gebruikt in de besluitvorming over luchthavens, bijvoorbeeld bij de vraag in hoeverre Eindhoven Airport zou mogen groeien.

Enkele jaren geleden maakte bureau T070 een berekening van de verwachte geluidshinder in 2020. Uitgangspunt was dat het aantal vliegbewegingen tegen die tijd zou zijn toegenomen met 25.000, tot 42.750.

De rekenaars kwamen tot 3250 ernstig ‘geluidsgehinderden’. Dat aantal – het klinkt niet heel alarmerend – lag aan de basis van het akkoord dat voorziet in de groei van de luchthaven.

In het deze week gepubliceerde GGD-rapport ‘Beleving leefomgeving rondom vliegveld Eindhoven’ is een andere methode gebruikt, en het resultaat is akelig veel negatiever. Het rapport werd gemaakt in opdracht van de Alderstafel, waarin betrokken partijen – meer of minder kritisch op groei – overleggen. Doel is om komende jaren te kijken hoe de overlast zich ontwikkelt als de luchthaven gaat groeien.

Bijna tienduizend bewoners uit de regio mochten op een schaal van tien aangeven hoeveel geluidsoverlast ze zelf ervaren. Afhankelijk van de zone waarin ze wonen gaf 7 (ruime omgeving) tot 70 procent (dichtbij landingsbaan) een score van acht of meer op een schaal van tien. Dat staat voor ‘ernstige overlast’, stellen de onderzoekers van de GGD.

Wie de resultaten van de steekproef vertaalt, komt voor het onderzochte gebied (zie kaartje) op ongeveer 17.000 mensen die ernstige geluidsoverlast ervaren. Dat is nu al, nog vóór de groei van de luchthaven, een factor vijf meer dan in het T070-onderzoek.

In de politiek-bestuurlijke discussie over groei van luchthavens speelt overlast een cruciale rol.

Dan maakt het nogal wat uit of je over 3250 omwonenden met geluidhinder in 2020 praat, of over misschien wel het tienvoudige. Maar wat is nu het juiste uitgangspunt?

Dat er vraagtekens te plaatsen zijn bij theoretisch berekeningen, is evident. De vraag is hoe zwaar subjectieve beleving moet tellen? Voorzitter Kopinga van omwonendenorganisatie BOW, natuurkundige van huis uit, toonde zelf bij de presentatie een tabel waaruit blijkt dat steeds minder geluid nodig is om 25 procent van omwonenden te laten spreken van ernstige hinder. Hij wil, stelde hij met nadruk, de overlast er niet mee relativeren. Want overlast is overlast als mensen het zo ervaren.

De vraag is in hoeverre de forse cijfers van de GGD een rol gaan spelen in de verdere discussie over de Eindhoven Airport. Bijvoorbeeld als in 2015 moet worden vastgesteld of na de eerste groeifase van 10.000 vliegbewegingen, nog ruimte is voor een verdere groei met 15.000 vliegbewegingen.

Een eerste test is in aantocht. Volgend jaar moet – een puur formele kwestie – een luchthavenbesluit worden genomen over Eindhoven Airport. Daarvoor is een Milieueffectrapportage nodig, waarbij ook naar geluidsoverlast wordt gekeken.

Het ministerie van Infrastructuur heeft zijn stelling al betrokken: ook dan zullen berekeningen het uitgangspunt vormen. Kopinga liet in reactie de leden van zijn BOW donderdagavond weten in dat geval de ‘vertrouwde gang naar de rechter’ te zullen maken. Besluitvorming over grote kwesties hoort te stoelen op eenduidige, evenwichtige informatie, op onomstreden cijfers. Maar vooralsnog zijn cijfers vooral een wapen in handen van lobby’s voor of tegen groei van de luchthaven.