Miranda en Sebastiaan ontmoeten de dieren op de dijk van het dorp. Loki en Veera sleuren een popcornmaker uit het water.
‘Wat doen jullie?’ vraagt Miranda aan Ferdinand.
‘Gisteren zijn er weer containers van een schip gevallen. De oever ligt vol aangespoelde lego-draakjes, 3D-puzzels, zwembrillen, afwassponsjes. We zijn aan het opruimen.’
‘Over aanspoelen gesproken: dit is Sebastiaan,’ zegt Miranda opgewekt. ‘Hij zat op het schip dat vanmorgen gezonken is.’
Ferdinand maakt een plechtige buiging. ‘Welkom in de polder, jongeman. Mijn naam is Ferdinand III van Otterburg, generaal van het dierenleger.’
Sebastiaan mompelt verlegen hallo.
'Ferdinand, wat weet je over de storm? Wees eerlijk.’ Terwijl Miranda spreekt, kijkt ze diep in de otterogen van Ferdinand.
‘Er wonen weer mensen in Doel,’ zegt Ferdinand ontwijkend.
‘Ja, we hebben ze gezien. Ze lijken best aardig.’
‘Aardig? Je kent de regels, Miranda. Je vader heeft alle contact strikt verboden.’ ‘Jaaaa,’ zucht Miranda ongeduldig.
‘Maak je geen zorgen. Alles zal duidelijk worden,’ zegt Ferdinand geruststellend. ‘Ik heb een geheime opdracht voor jullie.’
Het woord ‘geheim’ maakt Miranda meteen enthousiast. ‘Vertel, wat kunnen we voor je doen?’
‘Wel, ik wacht op een belangrijke boodschap van de vissen. Die gaan de boodschap onder water - in het haventje van Doel - achterlaten. Het is in geheimtaal geschreven en extra beveiligd, voor als ze onderschept zouden worden door Alfonso en zijn arbeiders. Willen jullie de boodschap ophalen en vanavond - als het donker is - op de dijk, aan de molen, doorseinen?’ Ferdinand geeft Miranda een groene zaklamp. ‘Hiermee kan je de boodschap seinen. Als je dit knopje verschuift, schijnt hij groen of rood.’
Miranda probeert de lamp uit: rood, groen, groen, rood. Ze ziet het helemaal zitten. ‘Jullie moeten wel voorzichtig zijn,’ zegt Ferdinand ernstig. ‘Nu hebben de arbeiders hun lunchpauze, maar straks houden ze vanuit het fort alles in de gaten. Sluip door het gras en duik weg als je verdachte dingen ziet. De storm heeft Alfonso boos gemaakt. Hij is meer dan ooit op zijn hoede. Zijn boten en arbeiders patrouilleren langs de dijk.’
‘We kunnen heel stil zijn, hoor,’ zegt Miranda zelfzeker.
‘Ik weet het. Veel succes. Zodra jullie de geheime boodschap doorgeseind hebben treedt het plan in werking.’
‘Plan? Wat gaat er gebeuren? Heeft het iets te maken met de storm?’
‘Misschien wel, maar ik heb je vader beloofd niets te zeggen,’ zegt Ferdinand. ‘Je moet het hem zelf maar vragen.’
‘Zal ik doen,’ zegt Miranda. ‘Morgenochtend gaan we naar Het Verdronken Land om met hem te praten.’