Koning Willem 1 kijkt uit het raam van het kasteel van Tavigny. Hij heeft een mooi zicht op de kerk en de begraafplaats. Hoog in de heuvels zijn de graafwerken aan de gang die hij besteld heeft. Als je goed kijkt zie je stof oprijzen. Willem is enthousiast. Hij droomt van de goederen die over het kanaal vervoerd zullen worden. Iedereen zal overal naar toe kunnen. Wetenschap en technologie gaan alle problemen oplossen. Natuurlijk gaat hij er ook veel geld mee verdienen. Willem is de baas van het nieuwe kanaal. Hij is koning geworden op het Congres van Wenen en wil zijn conservatieve collega's niet teleurstellen. Het is terug aan strenge koningen om de revolutie de kop in te duwen en toch vind Willem de nieuwe ideeën over rationaliteit en kapitalisme en groei wel interessant. Hij wil wel meedoen. Willem heeft geen zin meer in de ouderwetse en ceremoniële rol van koning. Het kussen van zijn ring elke ochtend, vindt hij onzin. Dit is niet wie hij is. Willem is het theater beu. Hij wil dat ze hem respecteren voor de dingen die hij gedaan heeft. Dit kanaal zal hopelijk alles veranderen. Willem is er niet helemaal zeker van. Zijn nieuwe beleid lokt hier in het zuiden heel wat verzet uit. De nieuwe scholen worden slecht onthaald. Mensen brengen hun kinderen niet. ‘Als kinderen niet komen gaan we ze wel halen. Stuur de politie er maar op af.’ heeft hij gisteren nog tegen zijn adviseurs geroepen. Ook de franstaligen in brussel vinden zijn scholen maar niets. Het zijn snobs. Frans is verfijnd. Ze willen geen boerentaal als Nederlands leren spreken. Willem zucht. Er wordt op zijn deur geklopt. ‘Kom binnen.’ ‘Sire, meester Salmon is er’ ‘Stuur hem maar. Ik ben klaar om hem te ontvangen.’ De bediende loopt achterwaarts de kamer uit. Clement Salmon staat symbool voor de toekomst. Vijfentwintig jaar oud en nu al een genie met kaarten en meetinstrumenten en wiskundige formules. Willem heeft hem aangenomen om de werken aan het kanaal te leiden. Wanneer Salmon binnen komt haalt hij diep adem en verzameld al zijn moed. Willem ziet aan zijn gezicht dat hij geen goed nieuws heeft. ‘Dag majesteit’ zegt Salmon. ‘De werken vorderen volgens plan. We hebben gisteren de tweede ventilatieschacht voltooid en wachten nu op meer dynamiet. De bestelling heeft vertraging opgelopen’. Willem weet waarom. Het buskruit is in handen gevallen van revolutionairen. ‘Wat is er Salmon? Ik heb het gevoel dat je iets achterhoud. Kom voor de dag ermee.’ Salmon aarzelt maar zegt dan toch, ‘Wel euhm … dat idee van een treinspoor. Weet u nog? Ik heb de voor en nadelen overwogen en twijfel steeds meer aan het nut van een kanaal. Treinen lijken me goedkoper en sneller. Kunnen we het kanaal niet vervangen door een spoorweg?’ Willem probeert zijn teleurstelling en woede te beheersen. Hij kan niet meer terug. Het is even stil. Salmon wacht in spanning op wat de koning gaat zeggen. ‘Ik betaal je om het kanaal te graven en niet om het project in twijfel te trekken’, zegt hij koel. In zijn stem zit een dreigende ondertoon. Salmon draait zich teleurgesteld om en loopt naar de deur, maar koningen keer je beter niet je rug toe.