‘Ik zal wel gaan, majesteit.’ ‘Nee, dank je Gigant, maar dit moet ik zelf doen’, zegt Leonzio vastberaden. Hij pakt zijn speer en stapt in de roeiboot. ‘Wat is er aan de hand?’ vraagt Antonia die net op het strand aankomt. ‘We zijn de film kwijt.’ antwoord vos. ‘Hoe is dat gebeurd?’ vraagt ze vol ongeloof. ‘Vanmiddag lopen we fier naar het paleis. De mooie Almerina houdt de film triomfantelijk in de lucht. De beren, konijnen, eenden en ik huppelen opgewekt mee. Iedereen is blij omdat de film klaar is en het filmfeest kan beginnen. Niemand let op de golven. Plotseling springt er een gigantische zeedraak uit het water. Ze is wel honderd meter lang en heeft vlijmscherpe tanden. In één slok vreet ze tweeëntwintig beren en drie eenden en de film op.’ ‘Wat erg.’ zegt Antonia terwijl de tranen over haar wangen lopen. ‘Zonder de film kan het feest vanavond niet doorgaan’, voegt een konijn er verdrietig aan toe. ‘Maak je geen zorgen. Leonzio gaat de film terughalen,’ zegt vos. De dappere berenkoning vaart in een klein bootje de zee op. Hij houdt zijn speer klaar. ‘Zou dit mijn laatste avontuur zijn?’ denkt hij. De zeedraak heeft hem gezien en komt kwaad op hem afgezwommen. Er ontstaat een spetterend gevecht. Heel even zit Leonzio vast in de muil van het monster. Met al zijn berenkracht friemelt hij zich los. Op het strand staan vos, konijnen, beren en piraten met ingehouden adem te kijken. Als een pluisje op een trui bengelt Leonzio aan de lange nek van de zeedraak. Ze springt wild uit het water en duikt weer onder. Leonzio houdt zich stevig vast. ‘Geef onze film terug’, roept hij. Hij heeft de zeedraak al paar keer met zijn speer doorboord maar voor het grote beest zijn het niet meer dan kriebelende prikjes. Op dat moment ziet hij een raar dopje zitten tussen de schubben van de zeedraak. ‘Wat is dat?’, zegt hij nieuwsgierig. Het is een ventiel. ‘Als ik dat nu eens open pulk’, denkt Leonzio.