‘Is het water koud?’ vraagt Leonzio. ‘Ik zal even voelen’, zegt beer Christoffel. Ze staan aan de oever van een rivier. Het heldere water zit vol vis. De hongerige beren zijn door het dolle heen. Maar zodra Christoffel zijn poot in het water steekt gebeurt er iets vreemd. De grote struise beer veranderd in een glanzende vis. Flits! Een stukje verderop ziet ook beer Cornelia de vissen zwemmen. ‘‘Mmm lekker’, zegt ze. ‘Stop, ga achteruit!’ roept Theofiel. Maar het is te laat. Haar poten raken het water en ook zij verandert in een vis. Wel twaalf beren veranderen in vissen voor ze uiteindelijk inzien wat er aan de hand is. Even later zitten de beren verslagen aan de oever van de rivier. Ze kijken hongerig naar de overheerlijke vissen. ‘Majesteit, ik vermoed dat het water betoverd is’, zegt de wijze Theofiel. ‘Wat moeten we nu doen?’ zucht Leonzio. Terwijl hij deze vraag stelt komt er een oud vrouwtje aangewandeld. Ze draagt een mandje om haar arm. ‘Misschien kan ik van dienst zijn. Beren zijn altijd lief voor heksen dus als ik de dappere koning Leonzio kan helpen dan doe ik het graag’, zegt ze. ‘Dat is fantastisch! Zeg maar wat we moeten doen.’ ‘Ik zal een toverdrank voor jullie maken.’ ‘Blijven we dan beer als we het water in gaan?’ ‘Ja’, zegt heks. Ze pakt vreemde potjes uit, mengt zaadjes en blaadjes in een schaal en rolt ze fijn met haar vingers. ‘Nu alleen nog schubben van een zeedraak en drie oogjes van een duizendpoot,’ mompelt ze in zichzelf. Daarna schept ze voorzichtig wat rivierwater in een stenen beker. Tenslotte vult ze haar tovermolentje, houdt het boven de beker en draait aan de hendel. ‘Tellen jullie mee tot twintig?’ Dat doen de beren graag. Ze denken dat ze tot twintig kunnen tellen. ‘Eénd, tweep, drien, veis, tes, negel, veerzien, zeveltien en negeltien, tintig’. ‘Goed genoeg’, grinikt heks. ‘Jullie toverdrank is klaar’, zegt ze terwijl ze het schuim wegblaast. De pruttelende drank verspreidt een smerige geur. ‘Zou het lekker zijn?’ vraagt Bernard en hij likt zijn lippen. ‘Er is wel één ding,’ zegt heks. ‘Je moet toverdrank uit deze beker drinken.’ ‘Waarom heeft ze drie handvatten,’ vraagt Theofiel. ‘Dat is veiliger,’ zegt heks. ‘De toverkracht werkt pas als je de beker met zijn drieën vasthoud. ‘Dan kan nooit iemand in zijn eentje teveel toverdrank drinken,’ zegt ze tegen Theofiel. ‘Wat slim zeg’, mijmert de oude beer. ‘Mag ik eerst, Leonzio?’ vraagt Bernard. ‘Gigant mocht al de sneeuwballen rollen.’ ‘Is goed, jij mag eerst. Gigant en Adriana jullie houden de andere handvaten vast?’ De beren proberen niet te morsen. Best moeilijk als je de beker met drie vasthoudt en er dan één voor één van drinkt. ‘Gigant als jij je poot naar voor zet dan kan ik erbij.’ ‘Ik probeer het, maar jouw oor zit in de weg.’ De andere beren wachten geduldig op hun beurt. Het drankje werkt. Met één slok zijn ze beschermd. De beren rollen en duiken de rivier in. ‘Bommetje!’ Spetter! Ze veranderen dan wel niet in vissen, de toverdrank maakt hen wel een beetje duizelig. Met hun behendige voorpoten vangen ze normaal makkelijk vis. Nu zijn de meeste beren zo duizelig dat ze uitglijden en wegdrijven in de stroming.