Hoofdstuk 08. Een filosofische maaltijd
Hoofdstuk 08. Een filosofische maaltijd
Er staat een reiger op de kade. In zijn gezwollen keel friemelt een visje dat hij zonet uit het havendok gevist heeft. Hij is het rustig, maar ook kil aan het verteren. Melly vindt het eng. Ze probeert zich voor te stellen hoe dat visje zich voelt in de keel van de vogel. Vindt ze het visje zielig? De professor heeft haar empathie op negentig komma twee gezet. Begrijpelijk voor een zorgrobot. Is de vogel gemeen? Een reiger is een biologisch systeem dat vis eet. Hij doet ook maar gewoon wat reigers doen. Het visje heeft zelf weer kleinere diertjes gegeten. Melly vindt het idee van ‘goed’ en ‘kwaad’ interessant, maar ze begrijpt het niet. Het is druk aan de overkant van het havendok. Niet alleen reigers eten aan dit dok een maaltijd. Op de kade staan picknicktafels. ‘Fenix Food Factory’ staat er op de gevel van een groot gebouw. Mensen lopen binnen en buiten met drankjes en maaltijden. Ze eten en verteren planten, maar ook andere dieren: koeien, varkens, kippen. Reigers staan niet op het menu. Melly zet zich aan een tafeltje bij het raam. Ze gaat de professor om smaakreceptoren vragen, maar beseft dat ze snel zal moeten zijn. ‘Vlees eten is moord,’ klinkt er plots. Melly kijkt op en ziet een jongeman langs de tafels lopen. Hij deelt flyers uit. ‘Het is verkeerd om dieren te doden en op te eten,’ zegt hij er boos en gefrustreerd bij. Mensen kijken amper op en eten rustig verder. ‘Koeien, varkens en kippen worden in veel te kleine hokjes gekweekt en daarna geslacht,’ klaagt de flyer aan. Zijn dieren zich hier bewust van? Ze voelen dat ze bestaan, maar beseffen ze het ook? Mensen kweken, gebruiken en eten andere dieren. Is dat wel lief? Melly beseft dat ze ook door de professor werd gebruikt. ‘Maar dingen mag je toch gebruiken? Ik ben maar een elektrisch en mechanisch verzorgingssysteem.’ Zijn reigers of mensen echter dan zij? Ze moet aan haar kast denken. Die is nog kleiner dan de hokjes waar veel dieren in leven.