hoofdstuk 03. Overnachten in filosofische architectuur.
hoofdstuk 03. Overnachten in filosofische architectuur.
‘ŶƆɄ̃̄̆ẹẹ Batterij op ֏ 7 % Ồ⃠ Ֆ’ ‘Ik moet opladen,’ denkt Melly. ‘Slapen,’ zeggen mensen. Haar kennisbestanden zijn draadloos verbonden met het internet. Wanneer ze ‘slaapplaats in Rotterdam’ opzoekt, wordt ze overdonderd door het aantal hotels in de stad. ‘Thuis bij Shell, Hilton,…’ Welke neem ik? Mensen hebben op websites hun ervaringen beschreven. ‘Eén ster op vier’ ‘Rare kamer zonder ramen’ ‘Kamer lijkt wel een kast.’ ‘Kast!?’ ‘Ik slaap altijd in een kast,’ denkt Melly enthousiast. De jeugdherberg heet Stayokay. Het adres is Overblaak 85-87, 3011 MH Rotterdam. Melly heeft Google Maps. Ze kan de weg projecteren op het scherm van haar ogen. Tien minuten later reserveert ze een bed aan de balie van de jeugdherberg. Ze laat een pakje achter. ‘Over enkele dagen zullen er hier vijf kinderen staan. Ze heten Lara, Jill, Kaat, Aiko en Matthias. Zou u dit pakje aan hen willen geven?’ Het meisje aan de balie neemt het pakje aan en geeft Melly een plastic kaartje waar ze de deur mee kan openen. Het is druk in de rare gangen van de jeugdherberg. ‘Mijn gevoel van boven en onder ligt overhoop,’ zegt een meisje met een zware rugzak enthousiast en duizelig. ‘Wat is boven & onder?’ denkt Melly. Toen ze net geactiveerd was, had ze de professor ‘ondersteboven’ gehouden om hem aan te kleden. Om de maan te bezoeken ga je in een raket naar ‘boven’, maar als je op de maan landt dan ga je naar ‘beneden’? ‘Dat is vreemd,’ denkt Melly. Ergens tussen de maan en de aarde ligt een grens waar ‘boven’ ‘onder’ wordt en omgekeerd? ‘Het heeft met gewoonte te maken,’ denkt Melly. Wat is ‘recht’, ‘voor & achter’ en ‘boven & onder’ als je schuin tegen een draaiende planeet aan loopt in een universum dat alle kanten op beweegt? Melly slaapt in een schuine slaapzaal met zeven andere mensen. Ze spreken rare talen die ze nog moet activeren. Terwijl ze onwennig en horizontaal in haar bed ligt, moet ze aan de bedpoten denken op de vloer van de kamer in een gebouw op een gigantische bol. Ze scant de planeet onder haar. Kilometers en kilometers en liters en liters aan vloeibare magma en een heel dun laagje mensen aan de andere kant. Volgens Melly’s berekeningen ligt ver onder haar Tasmanië. Nu ja, zeewater, maar als je één kilometer en zesendertig centimeter opschuift, sta je op een strand met krijsende meeuwen. De rare vorm van dit gebouw maakt je filosofisch. ‘Filosofische architectuur’, deze term had Melly nog niet in haar kennisbestand staan. Ze voegt het trots toe. Een eigen gedachte! Ik leer! ᙳ᙭ᙚᙎ়িঢᐑᑔᐔ