Rond het kerkje liggen een vijftigtal oude graven. Er zijn heel wat mensen op de begrafenis van Clement Salmon. Een priester dient de laatste sacramenten toe. Vier dragers laten de kist langzaam in het graf zakken en brengen een laatste groet. Niemand kan het geloven. Twee dagen geleden stond Salmon nog berekeningen te maken en aanwijzingen te geven en nu is hij dood. Salmon is al vervangen. Zijn job wordt overgenomen door de beroemde ingenieur Remi Depuydt. Koning Willem is er vandaag zelf niet bij. De mensen roddelen… ‘was hij kwaad op Salmon? Was het wel een ongeluk? Dit is wat er gebeurd als je koningen voor de voeten loopt.’ Niemand durft het luidop zeggen. Aan de overkant van de straat reist het kasteel van Tavigny boven het dorp uit. Zou Willem thuis zijn? Zou hij door het raam meekijken? Na de ceremonie wordt de kuil met aarde gevuld en loopt het kerkhof leeg. Vijf mensen blijven achter op de begraafplaats. Onder hen een meisje van 12. Ze heeft haar mooist jurk aan. Emily legt een simpel boeketje op het graf. Ze heeft de bloemen zelf geplukt in het bos. Jozef van Genderen kijkt naar de grond. Hij wil zo weinig mogelijk opvallen. Er zijn niet veel arbeiders gekomen. In de verte onder de bomen staat een jonge vrouw. Er zitten takjes in haar haren en haar stem is hees van heel de nacht te zingen. Boven het kerkhof cirkelt een buizerd door de lucht. Violetta wandelt naar het graf en legt een veer op de verse aarde. Francine is er ook. Naast haar staat een dienstmeisje klaar met een satijnen zakdoek. Francine huilt zachtjes maar in haar ogen zie je ook opluchting. Remi de Puydt probeert ook droevig en bescheiden te kijken maar hij kan zijn fierheid niet verhullen. Eindelijk heeft hij de erkenning die hij wil. Vanaf nu gaat hij de werken anders aanpakken. Hij wil de arbeiders ‘s nachts laten doorwerken. Violetta slaat haar arm om Emily. ‘Kom jullie bij ons zitten?’ vraagt ze aan Jozef en Remi. Zelfs Francine zet zich met haar mooie dure jurk in het gras. Ze kijken elkaar aan maar zeggen niets. Hun ogen vertellen een verhaal. Een geheim dat alleen zij weten. Even later wandelt er een geheimzinnige figuur over het kerkhof. De man draagt een keurig pak en hoge zwarte hoed. Hij heeft een grote reiskoffer in zijn hand. ‘Een goede middag heren, dames en meisje… mijn naam is Elias Faas.’ Hij maakt een plechtige buiging. ‘Als boekhouder van de koning is het mijn taak om jullie te bedanken. Willem kon er vandaag niet bij zijn maar zendt zijn hartelijke groeten. Terwijl hij dit zegt kijkt hij even over zijn schouder naar één van de ramen van het kasteel. Hij legt de koffer in het gras. ‘Dit is voor jullie. Zoals afgesproken.’ Met deze woorden draait hij zich om en wandelt weg. Emily, Jozef, Violetta, Francine en Remi blijven sprakeloos zitten. Na een paar minuten verzamelt Emily haar moed en opent de koffer. Ze is gevuld met geld.