Concept (verhaal): Er zit een meisje op de rug van een schildpad. Ze wandelen samen door het bos. Het meisje rolt een draad uit om de weg terug te vinden. Marit en klasgenoten volgen de draad en komen onderweg verhalen en opdrachten tegen. De kinderen gaan op het picknicklaken (= verteldeken) zitten. De vertelbel rinkelt en het verhaal begint.
We spreken af op de parking van de speelberg. Kinderen kunnen hier naar het toilet. De tocht begint aan het kruispunt tussen de Weertsedreef en Herculesdreef, aan de kant van het speelbos.
Kinderen ga op het verteldeken zitten, dan vertel ik jullie wat er gebeurd is. (verhaal uitbeelden met popje, houten schildpad en een rolletje garen) (kan jij dit touwtje voor me vasthouden?)
Er huppelt een meisje door het bos. Ze is op weg naar huis. ‘Zucht … mijn benen zijn moe. Ik ga hier even zitten’, zegt ze.. Op dat moment komt er een grote schildpad aangewandeld. ‘Hey schildpad, mag ik op jouw rug zitten? Mijn benen zijn moe van het huppelen.’ ‘Natuurlijk’ zegt de schildpad. ‘Klim er maar op.’ Schildpad begint te wandelen en traag schommelt verdwijnen ze in het bos. ‘Hoe kan ik straks de weg terugvinden?’denkt het meisje. ‘Wacht ik heb een bolletje touw.’ Terwijl schildpad wandelt ontrolt ze een spoor van touw. ‘Waar gaan we naar toe?’, vraagt het meisje? ‘Ik wil je een geheim laten zien’, zegt schildpad die rustig verder wandelt. ‘Oké dan’, zegt het meisje tevreden. ‘Trouwens, ik heet Julia’, zegt ze na een tijdje.
Hé kijk eens kinderen… hier ligt touw tussen de blaadjes. Durven jullie dat te volgen?
Aan de ingang van het speelbos staan twee houten panelen waar grote figuren in gezaagd zijn.
Weet je waarom die panelen daar staan?’, vraagt schildpad. ‘Nee’, zegt Julia. ‘Wil je dat ik het vertel?’ ‘Heel graag.’ ‘Oké… luister goed.’ In dit bos ligt een groot kasteel waar een machtige koning woont. Op een nacht is er luid lawaai op het binnenplein.‘Houd het touw vast... kom helpen’, schreeuwt één van de soldaten. Mensen steken slaperig hun hoofd uit het raam. ‘Ga naar binnen en vergrendel je deuren en ramen.’ Soldaten van de koning hebben twee reuzen gevangen in het bos. De koning wil ze voor zijn dierentuin. Hij droomt van een reuzegroot spandoek. ‘Komt dat zien, twee wilde reuzen, nu te bezichtigen in de koninklijke dierentuin’. Het is een gevaarlijk plan. Reuzen zijn sterk en zeker als ze kwaad zijn. Hoe zou jij je voelen wanneer je zomaar ontvoerd wordt? Extra soldaten komen mopperend aanrennen. ‘Wat nu weer? We zaten net rustig limonade-visjes te drinken.’ Vijftien sterke mannen en vrouwen proberen de reuzen te bedwingen met netten, touwen, plakband en lijm. Maar niets is sterk genoeg. Twee soldaten worden verpletterd door een voet. Een derde krijgt zo’n harde klap dat hij tegen de muur vliegt en voor dood blijft liggen. In zijn broekzak zitten nog een paar limonade-visjes. Eén van de reuzen heeft zich losgetrokken. Hij begint het kasteel te verbouwen. Deuren, ramen en paarden vliegen in het rond. De tweede reus heeft vijf soldaten tegelijk vast en slingert ze, sneller dan een draaimolen op een kermis, in het rond. ‘Sluit de poort. Laat ze niet ontsnappen!’, wordt er geroepen. De reuzen willen terug naar het bos en rennen naar de poort. Soldaten duwen met alle macht de zware poortdeuren dicht. De reuzen zitten in de val. Maar ze vertragen niet. Integendeel … ze rennen steeds sneller. Een luid gekraak maakt zelfs de koning wakker die boven in zijn torenkamer ligt te slapen. Als het stof en houtsnippers gaan liggen zijn de reuzen verdwenen. In de poort zitten twee grote gaten. De reuzen zijn gewoon door de poort gerend. ‘Dit is de laatste keer dat we reuzen proberen te vangen. Ze horen in het bos en niet in een dierentuin’, zegt een soldaat de volgende dag hoofdschuddend, terwijl hij met aarde een gigantische voetafdruk opvult op het binnenplein. De koning laat de poortdeuren plaatsen naast een drukke weg aan de ingang van het bos. Ze moeten mensen waarschuwen voor de twee gevaarlijke reuzen die nog steeds vrij rondlopen. Julia springt van schildpad zijn rug. ‘Hey waar ga je naar toe?’ ‘Ik ben zo terug… ik wil even door de gaten klimmen.’
Willen jullie er ook doorheen klimmen? Kinderen klimmen door het paneel. Voel je je anders? Silhouette = symbolische poort, overgangsritueel om de avonturentocht verder te zetten en de kinderen reuzenkracht te geven.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Steek een plantje (zie foto) in je haar en wacht tot kindjes het merken. ‘Groeit er een plantje op mijn hoofd? Nee he… nu al? Zaadjes hier hebben superkracht… Dit bos is betoverd. Lastig hoor… als er per ongeluk een zaadje in je haar valt groeit er onmiddellijk een plantje uit. Wil jij ook een plantje in je haar laten groeien? Pak een zaadje van de grond en laat het in je haar vallen…
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dit verhaal wordt verteld of voorgelezen door iemand die op een boek staat.
Julia en schildpad wandelen over een weggetje in het bos. In het zand staan pootafdrukken van konijnen, beren en olifanten. ‘Dit weggetje loopt naar het kasteel’, zegt schildpad. Plotseling staat er midden op het pad een jongen. Zijn ogen zijn toe. ‘Hij snurkt…’, fluistert Julia. ‘Dag jongen … sorry dat we je storen maar we willen er graag langs…’ zegt ze voorzichtig. ‘Hoe heet jij en waarom sta je hier op het pad?’ De jongen opent zijn ogen. ‘Ik ben Bruno,’ geeuwt hij. ‘Welke dag is het vandaag?’ ‘Het is vrijdag.’ ‘Vrijdag … dan sta ik hier al zes dagen. Hebben jullie misschien iets te eten of te drinken bij? Gisteren heb ik mijn laatste limonade-visje gedronken.’ ‘Nee sorry zegt Julia. Waarom ga je niet thuis in je bed slapen?’ ‘Ik wil niets liever, maar als ik beweeg dan ontsnapt het verhaal.’ Bruno staat op een boek. Het ziet er oud uit. Aan de zijkant steken een paar gekreukte bladzijden naar buiten. ‘Ik ben zo dom geweest om het boek te openen. Beer had me gewaarschuwd maar ik was zo nieuwsgierig.’ ‘Is het een eng verhaal?’ ‘ja super gevaarlijk. Hoor je het niet…?’ Julia springt van schildpad en komt voorzichtig dichterbij. ‘Ik hoor niets’, wil ze zeggen, maar op dat moment klinkt er zo'n luid gebrul dat Julia snel achteruit springt. Uit het boek komt nu gevaarlijk gegrom en luide ontploffingen. Het maakt onrustige bewegingen. Bruno valt er bijna af. ‘Oh kijk uit … zie je wat ik bedoel.’ ‘Heb je het verhaal gelezen?’ vraagt Julia bezorgd. ‘Alleen het begin...maar toen was het al te laat. Ik vrees dat ik gevaarlijke dingen heb losgelaten in het bos’. Het ritselen van de blaadjes krijgt plots iets eng. Schildpad kijkt zenuwachtig om zich heen. Wie bedenkt er nu zo’n gevaarlijk verhaal?, zegt Julia hoofdschuddend. ‘De beren’, zegt Bruno. Die vertellen griezelverhalen aan hun kinderen voor ze gaan slapen. ‘Berenkinderen zijn stoerder dan mensenkinderen, zegt schildpad. ‘Ja …en stoerder dan schildpadden’, voegt Julia er snel aan toe. ‘Ik ben even stoer als een berenkind, zegt ze dapper. ‘Wij zullen je helpen. Hier is een stuk onbreekbaar touw. Laten we dat er omheen binden. Zo kan het verhaal niet ontsnappen. Mag ik ook eens op het boek staan? Dan wikkelen jij en schildpad het touw errond.’
We doen hetzelfde met het boek waar de verteller op staat. Kinderen kom eens luisteren… zou dit ook een gevaarlijk verhaal zijn? Op dat moment laten we ze schrikken met geluidseffecten hulp van Abel). We worstelen met het boek en vangen en temmen het verhaal door er een dik touw rond te binden. Kinderen houden het mee dicht. Wil jij er even opstaan terwijl ik een knoop maak? Laat het verhaal niet ontsnappen.
04. de schatkist
Op deze plaats steekt een tak in de grond. Ze duidt de plaats aan waar de schatkist begraven is.
‘SSSSt… niet bewegen.’ zegt Schildpad tegen Julia. Ze liggen verstopt in de bosjes. Even verderop staat een groepje soldaten. Sjieke ridders aan hun harnas en zwaarden te zien. ‘Wat zijn ze aan het doen?’ vraagt Julia nieuwsgierig. ‘Ze zijn iets aan het begraven met een schep.’ Julia kruipt voorzichtig dichterbij. Naast de kuil staat een grote houten schatkist. ‘Ziezo hier zit onze lunch veilig… als we morgen terug komen van het slagveld hebben we iets lekkers om te eten’. ‘Ik krijg altijd veel honger van vechten’, zegt een andere soldaat met grote baard die met een schep zand de schatkist toedekt. ‘Wat zou er in de kist zitten’, vraagt Julia zich af. Wat eten ridders eigenlijk? Waarschijnlijk gebraden varken, kippenbouten, bier en snoepjes. Als de soldaten klaar zijn steken ze een stok in de grond op de plek waar ze kist begraven hebben. Zo kunnen ze hun eten makkelijk terug vinden.
Kinderen graven met de schep de kist op. Die zit op slot. Ze moeten de sleuteltjes vinden.
Tip 01. De eerste sleutel zit in de buik van een varken.
Tip 02. De tweede sleutel hangt aan de Boom van Zomer, Herfst, Winter en Lente. (sleuteltjes groeien in de lente)
05. zeven magische wandelstokken
‘Stop … ik wil er af’. ‘Wat is er?,’ vraagt schildpad. ‘Ik heb iets raars gezien’, zegt Julia. Ze springt van zijn schild en verdwijnt tussen de bomen. Schildpad slentert achter haar aan. Even later heeft hij Julia ingehaald. Ze staat aan de grond genageld naar iets te kijken. ‘Is er iets?’, vraagt schildpad bezorgd. ‘Zie je deze stok’, zegt ze bijna fluisterend. De houten stok voor haar neus is versierd met kralen, botjes en veertjes. ‘Mijn naam staat er op’, zegt ze vol ongeloof. Schildpad kijkt haar geheimzinnig aan. ‘Vertel op … ik zie aan je ogen dat je hier meer over weet!’ ‘Oké’, zegt schildpad. ‘het is waarschijnlijk heks’. ‘Heks…?’ ‘Yep. Ze woont in een huisje niet ver hier vandaan. Maak je geen zorgen. Ze is lief. Waarschijnlijk ziet ze ons in haar toverketel door het bos wandelen. De stok is een cadeau voor jou. Pak hem maar… heks heeft hem betoverd. Hij zal je beschermen tegen muggen, roofvogels en gevaarlijke verhalen.’ Julia neemt de stok in haar hand. Hij is lichter dan hij eruit ziet. Ze voelt dat ze door het bos wil rennen en dat ze elk gevaar kan verslaan. Het is alsof zij en de stok elkaar kennen. ‘Kom schildpad we gaan verder… wonen er nog meer verhalen in het bos? Ik wil ze allemaal horen.’ Met haar nieuwe wandelstok huppelt ze fier voor schildpad uit.
Kinderen, de heks heeft ook voor jullie een wandelstok gemaakt. Onderweg vinden jullie één voor één je persoonlijke wandelstok. Wat zou er gebeuren wanneer de zeven stokken bij elkaar komen!?
06. bloemprinsessen
Dit is een oogjesdichtverhaal. Ga op het verteldeken liggen en doe je ogen dicht. Luister naar het bos… wat hoor je allemaal? We verstoppen bloemprinsessen in het gras en tussen de struiken.
Julia en schildpad liggen in het gras. Ze vallen in slaap en dromen van schatkisten en reuzen. Schildpad snurkt. Julia wordt er wakker van. ‘Het is schildpad maar’, denkt ze slaperig. Maar dan hoort ze iets vreemds. ‘Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen’, zegt een stemmetje vlak bij haar oor. ‘Schildpad ben jij dat? Ik heb het vast gedroomd’. Niet veel later hoort ze het stemmetje weer. ‘Als bloemen konden spreken zouden ze zwijgen’. Julia opent snel haar ogen. Er is niemand. Ze is omringt door gras en bloemetjes. Ze schudt schildpad wakker. ‘Wat is er … ik lag net zo lekker te dromen’, zegt hij suf. ‘Ik hoor iemand praten’, zegt Julia opgewonden. ‘Er zit iemand in het gras...’ Schildpad glimlacht. ‘Was het een meisjesstem?’ ‘Ja, hoe weet je dat? ‘Het doet me denken aan een oud verhaal dat in het bos verteld wordt’. ‘Ah een verhaal’, zegt ze tevreden. ‘Begin maar te vertellen’. Julia laat zich achterover vallen en doet haar ogen toe.
‘Ooit woonde hier een man en een vrouw in een gammel huisje samen met zeven dochters, een huis-olifant en een pandabeer. De zusjes maken graag lange wandelingen in het bos. Onderweg zingen ze zelf verzonnen bloemenliedjes en versieren zich met de kleurrijkste bloemen. ‘Zeven bloemenprinsesjes’, zegt iedereen in het dorp. Op een dag hebben ze olifant met bloemen versierd. ‘Mama ik wil mijn naam veranderen in Roosje, zegt een van de zusjes. ‘Nee dat kan niet’, antwoord mama streng. ‘… en ik wil dat jullie olifant terug fatsoenlijk maken. Hij moet straks het hout naar de markt dragen’. Die avond zit de hele familie aan tafel. ‘Geuren zijn de gevoelens van bloemen. Wist je dat papa?’ vraagt het oudste meisje. Papa rolt met zijn ogen. ‘Eet je varkenspotenquiche met spinazie’, zegt hij streng. De oudste dochter draait met weerzin haar vork in het taaie prakje op haar bord. ‘Ik vind dit niet lekker. Dit eten we al de hele week. Kunnen we niet eens een bloemenslaatje eten?’, vraagt ze. ‘Bloemen hebben een heerlijk leven’, onderbreekt de jongste dochter lieftallig. ‘Ze wiegen de hele dag rustig in de wind en ze krijgen steeds bezoek van bijen. Mama als ik later groot ben wil ik een bloem zijn.’ ‘Wat is dat voor onzin. Je wordt gewoon diepzeeduiker, spion of brandweervrouw’. De spanning aan tafel is te snijden. ‘Dit huis is zo saai. Wat bloemenbehang zou de vuile en witte muren opfleuren’, zegt één van de meisjes. ‘Nu heb ik er genoeg van!!!’, schreeuwt papa. Als jullie zo graag bloemen willen zijn dan ga je maar in het bos wonen!’ Na de maaltijd verdwijnen de zeven zusjes naar het tuinhuis. Papa en mama weten niet dat het een geheim bloemen-laboratorium is. De meisjes onderzoeken hoe snel bloemen groeien en of bloemen gevoelens hebben. Wist je dat bloemen met elkaar praten? Als een konijn iets wil zeggen tegen een eekhoorn aan de andere kant van het bos, fluistert hij dat in een bloemkelkje. De boodschap wordt doorgegeven via een netwerk van ondergrondse wortels. Er zit wat vertraging op maar het werkt. Ook de meisjes delen zo geheimen met elkaar. Als je een bloem onder een microscoop legt zie je dat ze bestaat uit kleinere bloemetjes en dat die ook weer bestaan uit nog kleinere bloemetjes. Hoever zou dit gaan? De zusjes willen bewijzen dat heel de werkelijkheid is opgebouwd uit trillingen van minuscule bloemetjes. Ze proberen verschillende bloemen te kruisen. In het tuinhuis groeien vreemde nieuwe soorten. Bloemen met bladeren in de vorm van kasteeltorens, zeilschepen en olifantenslurfen. De meisjes hebben een bloem gekweekt met grote gele bladeren. Uit de kelk komt elke avond een fonteintje van glinsterende sterretjes. Die avond zitten ze met zeven rond de bloem. ‘Ik heb soep gemaakt van de blaadjes. Wie wil er proeven?’ vraagt het oudste zusje. De meisjes geven het kommetje door en nemen één voor één een slokje. Het drankje veroorzaakte gekriebel. Alsof er fijne worteltjes tussen hun tenen groeien. Schildpad onderbreekt het verhaal. ‘Waarom stop je? Wat is er toen gebeurd?’ vraagt Julia ongeduldig. ‘De meisjes zijn verdwenen’, mompelt schildpad. ‘Verdwenen? Alle zeven?’, zegt Julia ongelovig. ‘Yep, alle zeven.’ ‘Waar zijn ze naartoe? ‘Dat weet niemand’. ‘Waren papa en mama verdrietig?’. ‘Nee, ze zijn samen met hun panda en huis-olifant verhuisd naar de dierentuin van de koning. Daar werken ze nu als oppassers. Er is wel nog één ding …’ Schildpad twijfelt maar zegt dan toch. ‘Er groeien nog steeds veel bloemen in dit bos en… mensen beweren dat ze kunnen praten.’
Kinderen zullen we de bloemen in het bos zelf een keer bestuderen? … Merken jullie ook vreemde dingen? De kinderen vinden de bloemprinsessen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
onderweg … het houten varken.
Aan onzichtbare draad hangt een houten varken. Kinderen kunnen er net niet bij… ze moeten een manier vinden om er bij te kunnen. In de buik van het varken zit de eerste sleutel.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
07. de muggenoorlog
Achter een boom liggen vliegenmeppers/muggen-zwaarden + citronella-stickers etc verstopt.
‘Pets… hebbes’, zegt Julia trots. ‘Wat doe je?’, vraagt schildpad. ‘Oh, ik sla een mug plat’. ‘Ai.. dat is gevaarlijk’. ‘Gevaarlijk? Het is maar een mug?! ’ ‘Dat zou ik hier niet te luid zeggen. In dit bos woedt een muggenoorlog’. ‘Oorlog? Ik heb het gevoel dat je weer een verhaal gaat vertellen.’ Schildpad glimlacht. ‘Oké vertel maar! ’ ‘Dit verhaal begint hoog boven het bos. Vijfentwintig muggen zoemen aan grote snelheid door de lucht.’ Schildpad maakt vliegbewegingen met zijn poten. ‘De muggenpatrouille jaagt op soldaten. Als ze glimmende harnassen zien duiken ze naar beneden. In hun vlucht prikken ze zoveel mogelijk ridders en paarden om daarna tussen de takken en bladeren te verdwijnen. Deze mugbombardementen maken deel uit van de muggenoorlog. Aan één kant staat de koning. Hij krijgt hulp van de beren en nu ook krokodillen. Aan de andere kant heb je de muggenkoning en het muggenleger. Ze zijn boos op elkaar. ‘Hoe is de ruzie ontstaan?’ vraagt Julia. ‘Er wordt verteld dat de koning op een dag onschuldig door zijn tuin liep en door een mug geprikt werd. De koning is huilend naar binnen gerend en heeft al zijn soldaten opgetrommeld. ‘Dood alle muggen in het bos!!!’ , zou hij geschreeuwd hebben. Julia kijkt bedenkelijk. ‘Allemaal voor een prikje en wat jeuk,’ zegt ze. ‘Ppppfff wat flauw.’ De mugbombardementen zijn zeer succesvol. Ridders zijn stoer maar voor ze hun zwaard door de lucht kunnen zwaaien zijn ze al honderd keer gestoken. Muggen vinden makkelijk de kleinste gaatjes in een harnas. Ridders met jeuk zijn heel grappig. Probeer je in een harnas maar eens te krabben. Julia grinnikt. Ze moet denken aan de tijd dat haar arm in het gips zat en hoe ze niet bij de kriebelende plekjes kon. ‘Volgens mij gaan de muggen winnen’, zegt ze. ‘Ze zijn klein maar met veel.’ Een kasteel is moeilijk te verdedigen. Machtige legers, katapulten die stenen slingeren, een regen van pijlen; dat kan je nog tegenhouden, maar hoe stop je mugjes die onmerkbaar door elk kiertje naar naar binnen zweven? De koning spreekt van terrorisme. Hij denkt dat hij overal muggen hoort. Op zijn bevel is het doodstil in het kasteel. Soldaten luisteren zenuwachtig op de kasteelmuren naar het kleinste gezoem. In de ziekenzaal van het kasteel liggen honderden soldaten kronkelend en krabbend op bedden. Maar de muggen hebben ook verliezen geleden. ‘De koning heeft een wolk muggenspray door het bos laten waaien. Er stond die dag een felle wind. Duizenden muggen zijn bij de aanval gedood’, zegt schildpad. Op dit moment is er een kar met een geheim wapen op weg naar het kasteel. Het muggenleger ligt klaar om aan te vallen ter hoogte van de zoete waters. Honderdvijftigduizend muggen moeten vermijden dat de kar het kasteel bereikt. ‘Arme soldaten’, zegt Julia. Die middag komt de kar toch aan op de binnenplaats van het kasteel. De paarden staan vol bulten en soldaten rennen wild krabbend in het rond. Er wordt een dikke rol muggengaas uitgeladen. Het gaas dient om schietgaten en ridderhelmen dicht te maken. ‘ … en er wordt nog iets uitgeladen’, zegt schildpad geheimzinnig. ‘Wat dan?’, vraagt Julia. Ijzeren zwaarden zijn nutteloos in de strijd tegen muggen en dus heeft de wapenafdeling van het kasteel een gloednieuw zwaard ontworpen. In plaats van een scherpe punt hebben de nieuwe zwaarden een breed vlak en zijn ze gemaakt van licht en flexibel plastic. Je kan ze snel door de lucht zwaaien. In zijn strijd tegen de muggen kreeg de koning eerst hulp van de beren. Die zijn sterk, dacht hij. Maar muggen zijn klein en snel. Aan scherpe klauwen en tanden heb je niets. Dan zijn krokodillen handiger. Met hun grote bek kunnen ze honderden muggen tegelijk doodbijten. Dit heeft de wapenmakers van de koning geïnspireerd om speciale krokodil-maskers te ontwerpen. Soldaten die ze opzetten lijken net krokodillen. Terwijl schildpad over de muggenoorlog vertelt horen ze achter zich hinnikende paarden en rinkelende harnassen. Julia en schildpad kunnen net op tijd aan de kant springen. Tien ridders komen haastig voorbij gereden. Normaal is dat een indrukwekkend zicht, maar nu moet Julia haar lach in houden. De ridders hebben jeuk en kunnen amper op hun paard blijven zitten. Eentje probeert met een zwaard zijn rug te krabben maar hij kan niet bij het gekriebel.
Kinderen de muggen doen nog steeds aanvallen! Jullie moeten je beschermen. Hier zijn de verbeterde zwaarden + flyguns + citronella stickers met dieren voor op hun T-shirt
08. kikkerdrilsap
Onder wat blaadjes en takjes ligt een fles kikkerdrilsap verstopt.
Julia heeft takjes en veren verzameld en bindt ze aan haar wandelstok. Schildpad schommelt rustig verder. ‘Niet te veel wiebelen. Ik versier mijn stok.’ ‘Oh sorry hoor.’ Plots springt er een kikker naast haar op het schild. ‘He hallo’… zegt Julia. ‘Kwaak’, zegt kikker. ‘Vind je het goed als we kikker een lift geven?’ vraagt schildpad. ‘Ja hoor, je schild is groot genoeg’. ‘Deze kikker is ooit uit het oor van de koning gekropen’, zegt schildpad ter loops. ‘Dat kan niet’, zegt Julia ongelovig. ‘En toch is het zo… wil je het verhaal horen? ‘Heel graag.’
Vijf jaar geleden was er een feest op het kasteel. De koning heeft net een oorlog tegen de eekhoorns gewonnen. Voor het eerst in een lange tijd is er vrede in het bos. Beren, krokodillen, muggen en de eekhoorns natuurlijk, zijn uitgenodigd. Vuurvliegjes versieren de grote hal. Giraffen uit de dierentuin zijn ingehuurd als glijbanen. Kinderen glijden van hun lange nekken. Ondertussen zit de koning aan zijn tafel te mokken. ‘Ik ben dit appelsap zo beu’, mompelt hij. ‘Wil je melk lieverd?’vraagt de koningin. ‘Nee ik wil iets lekkers drinken. Breng me het allerlekkerste drankje uit het hele bos’, roept hij tegen zijn dapperste ridders. Op bevel van de koning gaan ze op zoek en komen al snel terug met Fristi, Cola, Ice-Tea. ‘Bweuh ... gatverdamme wat smerig!’, gilt de koning terwijl hij proeft. Plots staat er een oud vrouwtje voor zijn neus. Ze zet een fles met groene drank op tafel. ‘Sire, dit is voor u. Het komt uit het kikkerrijk. Wij, heksen gebruiken het om te toveren’. De koning proeft het groene drankje. Iedereen houdt zijn adem in. Zal hij het lekker vinden? Al snel verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. ‘Werkelijk geweldig… hartelijk bedankt mevrouw!’ ‘Ik ben blij dat u het lekker vind maar ik moet u wel waarschuwen’, zegt de heks. ‘Deze drank heeft heel veel kracht. U mag er niet meer dan een druppel per dag van drinken.’ Dat laatste heeft de koning al niet meer gehoord. Enthousiast beschrijft hij de heerlijke smaak aan zijn raadgever.‘Iedereen moet dit onmiddellijk proeven,’ zegt hij gul. Ting ting ting... de koning tikt op zijn glas. Ssssttt... de koning gaat iets zeggen. Iedereen stopt met praten. ‘Beste inwoners van het bos. Om de vrede te vieren heb ik een cadeau voor jullie. Dit is de lekkerste drank die ooit gemaakt is en iedereen mag er zoveel van drinken als hij wil’. ‘Lang leve de koning!’, roept iedereen. De glazen worden doorgegeven en de fles wordt helemaal uitgeschonken. ‘Niet doen… je mag er slechts een druppel drinken’, probeert heks nog te zeggen. Maar haar waarschuwingen verdrinken in applaus en gejuich. Verdrietig verlaat ze het feest. ‘Vanaf nu wordt dit de officiële drank van mijn koninkrijk’, roept de koning tevreden en hij laat zijn eigen glas nog eens volgieten. ‘Iedereen mag het gratis afhalen op het kasteel. Ga heks terug halen en zeg dat ik nog meer wil bestellen. Vul de limonadevisjes!’ De koningin schudt haar hoofd. ‘Hier gaan problemen van komen’, mompelt ze. Tien minuten later voelt de koning gekriebel aan zijn neus. Hij trekt een raar gezicht. ‘Wat gebeurt er?’ zegt hij. Zijn linker neusgat wordt groter en groter en even later komt er een pootje tevoorschijn en … nog een pootje en een kopje. Uit de neus van de koning komt een kikker gefriemeld. Het beest valt op de tafel en springt weg. Hetzelfde kriebelende gevoel zit nu ook bij zijn oor. Daar is het volgende pootje. ‘Help!!!’ wil de koning roepen maar in plaats van geluid komt er een kwakende kikker uit zijn mond. De kikkers blijven maar komen. Mensen in de zaal kijken vol afschuw naar de koning en dan grijpt ook de raadgever naar zijn buik. Hij heeft als tweede van het drankje geproefd. Uit zijn navel komt ook een kikker tevoorschijn. Dit is nog maar het begin. Iedereen in de zaal heeft te veel kikkerdrillsap gedronken. Even later overspoeld een vloedgolf van kikkers de troonzaal. Uit navels, oren en neuzen komen nu honderden kikkers tevoorschijn. Het gekwaak is oorverdovend. Er zitten glibberige kikkers in bekers, op borden, in schoenen, handtassen en ridderhelmen. Hoofdschuddend haalt de koningin een grote bezem en begint de kikkers naar buiten te vegen. Julia komt niet meer bij van het lachen. ‘Tja, eigen schuld’, zegt ze. ‘Heks had de koning gewaarschuwd.’ ‘Wil jij een druppel kikkerdrilsap proeven?’ vraagt schildpad aan Julia. ‘Tja, is het echt zo lekker?’ Schildpad knikt. ‘Goed dan ...’ zegt Julia met glunderende oogjes. ‘Oke... ik heb hier ergens in de buurt een fles verstopt. Welk boom was het ook al weer?’ Schildpad stopt en veegt wat bladeren weg. Tussen een paar dikke wortels ligt een fles kikkerdrilsap.
We vinden de fles kikkerdrilsap aan de voet van een boom + proefstaafjes. Kinderen krijgen een staafje en nemen een staaltje. + glazen potten met kikkers. Deze kikker is door het oor van de koning gekropen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
onderweg … de Boom van Zomer, Herfst, Winter en Lente
Iemand in een dikke winterjas zit het boom-boek te lezen… wat lees jij? Dit is het boek van Zomer, Herfst, Winter en Lente. Bij Lente zit het tweede sleuteltje geplakt. Nu kunnen ze de schatkist open maken en een picknick doen. In de kist zitten macarons met verschillende smaken (= typisch ridder-eten)
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
09. lenige pinguins
Onder een boomstam ligt het pinguïn-evenwichtspel verstopt.
Julia bibbert. ‘Heb je het koud?’ vraagt Schildpad. ‘Ja, vreemd he. Het is zomer?!’ ‘Tja … dit deel van het bos is altijd koud. Ik weet niet hoe het komt. Een oude betovering ofzo. Heks weet er vast meer van.’ Er steekt een gure wind op en de eerste sneeuwvlokken dwarrelen naar beneden. Schildpad glijdt uit. Zijn poten zijn niet gemaakt voor sneeuw en ijs. Het begint steeds harder te sneeuwen. ‘Trek je poten in,’ gilt Julia in het oor van schildpad. ‘Dan duw ik ons vooruit.’ Schildpad is een handige slee. Julia duwt, springt op het schild en zo glijden ze verder. Schildpad probeert met zijn poten te sturen. Hij ziet haast niets door de dikke sneeuwvlokken. ‘Kijk uit!’ Julia wijst naar een gat in het ijs. Schildpad kan net op tijd stoppen. Bij het gat zit een ijsbeer te vissen. Naast hem staan twee pinguïns te wachten. ‘Willen jullie mee eten?’ vraagt de ijsbeer. ‘Graag, maar heb je ook warme chocolademelk en poffertjes met suiker?’ zegt Julia met klapperende tanden. Ijsberen weten niet wat poffertjes zijn. ‘Ik heb wel overheerlijke visjes.’ De pinguïns zijn er blij mee. Ze duiken in het water en springen op een ijsschots die begint te wiebelen. Andere pinguïns verliezen hun evenwicht en vallen in het water. Waarna zij proberen om op de ijsschots een nieuw plekje te vinden en er weer andere pinguïns in het water vallen. Zo gaat het maar door. ‘Ik ga ze helpen’, zegt Julia lachend. Ze springt behendig van schots naar schots. ‘Voorzichtig, niet in het water vallen!’ roept Schildpad. Julia pakt een pinguïn op een zet hem meer naar links. ‘Ga jij daar staan…en jij daar en jij daar.’ Even later is ze klaar en staan alle vijftien pinguïns op de schommelende ijsschots. ‘Oke en nu niet meer bewegen!’ zegt ze fier.
Kinderen liggen op hun buik rond de plastic ijsschots. (Waterpas niet vergeten!) Ze krijgen allemaal een pinguïn en zetten die één voor één op de wiebelende rots. We strooien sneeuw, papiersnippers over ze uit. Er klinken gure windgeluiden. brrrrrr... het is koud, speelt iedereen mee. (Echte ijsblokjes meenemen in hun nek te leggen) Voorzichtig kinderen ... niet bibberen. Jullie mogen pas verder als alle pinguïns op de ijsschots staan.
10. de reuzenbaby
De laatste sneeuw op het schild van schildpad smelt weg in de zon. ‘Brrrr…. dat was koud hé?’, zegt Julia. ‘Ja’, antwoordt schildpad. Ik ga heks vragen of de betovering te heffen.’ Nee, niet doen’ zegt Julia … waar gaan ijsbeer en de pinguïns dan wonen?’ ‘Dat is ook waar,’ zegt schildpad. Julia loopt behendig over een omgevallen boomstam. Ze spreidt haar armen als een koorddanseres. ‘Kijk ... zonder handen!’ ‘Hé… wat is dat?’ Er blinkt iets in het gras. Julia springt van de boomstam en bukt zich om het op te rapen. ’Het is een pareltje. Kijk wat ik gevonden heb!’, zegt ze tegen schildpad. ‘Niet aankomen, laat het onmiddellijk vallen!!!’, roept hij geschrokken. Julia gooit het pareltje van schrik in de struiken. ‘Waar heb je dat vandaan?’ Het lag daar in het gras te blinken,’ zegt ze beteuterd. Schildpad kijkt paniekerig om zich heen. Hij staat te luisteren. Er gebeurt niets. ‘Oef … we hebben geluk. Ik denk niet dat ze iets gemerkt hebben.’ ‘Hoezo… wie zijn ze? Ik snap er niets van.’ Schildpad loopt voorzichtig naar de plaats waar het pareltje terecht is gekomen. Met een tak duwt hij de struiken opzij. Daar ligt het te glinsteren.‘Wat is het?’ vraagt Julia. ‘Het is een reuzenzaadje.’ ‘Komt er een reuzen plant uit?’ ‘Nee … een reus.’ Julia kijkt hem vol ongeloof aan. ‘Reuzen groeien onder de grond. Ze staan op als ze volgroeid zijn. Je hebt vast al gemerkt dat er in het bos soms bomen zijn omgevallen.’ ‘ Ja, we zijn er al een paar voorbij gewandeld.’ ‘Precies… dat komt niet door de wind. Als je een kuil of een omgevallen boom ziet dan is daar een reus opgestaan. Niet veel mensen hebben dit al gezien. Reuzen zijn heel schuw.’ schildpad veegt wat aarde over het zaadje. ‘Kom we gaan verder...’ zegt hij.
Waar zou het reuzenzaadje terecht gekomen zijn? Het zaadje zit nog altijd in de grond… zou het al groter zijn? We graven voorzichtig de reuzenbaby op.
11. het ijzeren ei
De kinderen vinden aan de paddepoel een nest met een ijzeren ei. Ga op het verteldeken zitten dan vertel ik het verhaal.
Julia en schildpad slurpen limonade-visjes aan de rand van de Paddepoel. Hun voeten en poten bungelen in het water. Er waggelt een eend langs die een ei voortduwt met haar snavel. Zie ik dat goed?, denkt Julia. Voor ze er iets van kan zeggen komt er nog een eend langs en nog één en nog één. Allemaal rollen ze een ei door het gras.‘Het is iets dat dieren hier doen’, zegt schildpad wanneer hij Julia’s verbaasde gezicht ziet. ‘Waar gaan ze naar toe?’ ‘Nergens … ze laten gewoon hun ei uit.’ Achteraan de stoet sukkelt een eend met haar ei. Twee ganzen komen helpen maar zelfs met drie slagen ze er amper in om het ei voort te duwen. ‘Zal ik helpen?’, zegt Julia terwijl ze recht springt. Wanneer ze dichterbij komt wacht haar een nieuwe verrassing. ‘Schildpad kom kijken! Deze eend heeft een ijzeren ei gelegd. Het is super zwaar. Komt er straks een robot-eend uit?’ Julia kwaakt en maakt robot bewegingen met haar armen en benen. ‘Kunnen robot-eenden drijven?’ ‘Natuurlijk’ zegt schildpad. ‘Wat ik je nu ga vertellen zal heel het bos veranderen, zegt hij ernstig. ‘Echt …?’ Julia kijkt bezorgd. ‘Dit ijzeren ei komt uit de boerderij van boer Samuel. Die ligt niet ver van hier. Hij heeft koeien, schapen en kippen. In het bos woont een vos die de kippen heel lekker vindt. Elke nacht sluipt hij over het hek van het kippenhok en elke ochtend ontdekt Samuel dat er weer een kip opgegeten is. Samuel zet vallen met onbreekbaar touw en graaft een slotgracht rond het kippenhok. Maar vos is hem steeds te slim af. Samuel heeft een idee en gaat aan het werk. Uit de schuur komen vreemde knutselgeluiden, geklingel en gekletter. Die ochtend ligt er in het kippenhok een glazen ei. ‘Vossen vinden glazen kippen vast niet lekker’, zegt Samuel tevreden. Glazen kuikentjes zijn schattig maar ze breken bij de minste botsing. Overal liggen glasscherven. Dit is niet handig, denkt Samuel en hij gaat opnieuw aan het werk. Uit de schuur komen weer knutselgeluiden: gezaag en gevijl. Die ochtend ligt er in het kippenhok een houten ei. ’Vossen vinden houten kippen vast niet lekker’, zegt Samuel tevreden. Houten kippen zijn steviger maar ze zijn ook erg brandbaar. De wrijving van hun houten snavel op de stenen van het erf veroorzaakt op droge dagen vaak brand. Nadat Samuel op een middag voor de derde keer een brandende kip heeft geblust beslist hij dat het anders moet. Hij gaat terug naar zijn schuur. Uit zijn schuur komen weer vreemde knutselgeluiden geluiden. Er klinkt gebonk, gesis en een paar zware ontploffingen. Die ochtend ligt er in het kippenhok een ijzeren ei. ’Vossen vinden ijzeren kippen vast niet lekker’, zegt Samuel tevreden. Ijzeren kippen zijn zwaar en ze roesten een beetje maar als je ze voldoende smeert met olie dan zijn ze onverwoestbaar. De volgende dag wordt vos achterna gezeten door een ijzeren kip. Samuel is zo tevreden dat hij meer ijzeren dieren maakt. Ijzeren lammetjes en ijzeren konijnen. Die laatste zijn super goeie graafmachines. Ze helpen bij het omploegen van het veld. Samuel heeft nog nooit zoveel eten geoogst. Het hele dorp eet nu zijn sla, tomaten en komkommers. Er komen steeds meer mensen in het bos wonen omdat er zoveel eten is. Daardoor heeft Samuel nog meer ijzeren dieren nodig heeft om nog meer eten te produceren waardoor er nog meer mensen komen wonen en Samuel nog meer ijzeren dieren moet maken. Zo gaat het maar door. Vanmorgen was zelfs de koning op bezoek. Hij en zijn ridders zijn geïnteresseerd in het ijzeren paard dat Samuel uitgevonden heeft. De koning droomt al van toekomstige oorlogen die hij met zo’n paard kan winnen. Het gaat tien keer sneller dan een echte paard en is onverwoestbaar. Julia gooit het zware ei in de lucht en vangt het weer op. ‘Voorzichtig! Straks komt het nog op iemands hoofd terecht.’ Tegenwoordig zie je steeds meer robot-dieren in het bos. De echte dieren vinden het maar vreemd.
Wie wil het ei uitbroeden? Robotkipjes hechten zich aan de eerste die ze zien wanneer ze uit het ei komen. Weten jullie hoe een ei er vanbinnen uit ziet? Boek over eieren laten zien. Zijn eieren sterk? Kan je een ei breken door het in je hand samen te knijpen. Wie durft?
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
onderweg … reuzenwandelstok
We versieren een omgevallen boomstam op dezelfde manier als de wandelstokken van de kinderen. Groot bot en dikke touw, houten blokken = kralen. ‘Reus is zijn wandelstok vergeten. Kom... we nemen het voor hem mee.’ Samen dragen we de zware stam naar de Kluis.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
We komen aan bij de Kluis...
Onderweg horen de kinderen dat we gaan toveren wanneer alle wandelstokken volledig. (Wat gebeurt er als je ze bij elkaar brengt? Hoeveel toverkracht zou er in de wandelstokken zitten? Zullen we het uitproberen? In elke wandelstok zit een beetje toverkracht. Niet te veel!!! Want dat vind heks te gevaarlijk. Dan gebeuren er teveel magische ongelukken! Kinderen die per ongeluk bomen tot leven toveren of muggen zo groot als helicopters.) Kinderen moeten alvast de toverspreuk van buiten leren…
Missam missam
Pretlo Poenam
Testudo Signatus
De grote betovering … (nachtspel)
‘s avonds als het donker is (het wordt donker om 20u)… We leggen alle toverstokken tegen elkaar aan in een cirkel. Kinderen gaan er rond zitten. Er klinkt tromgeroffel. We leggen de doos met houten schildpad in het midden. Lampjes errond…! Kinderen worden geblinddoekt. De toverkracht werkt alleen wanneer het helemaal donker is. Als het tromgeroffel ophoud zeggen we allemaal samen de toverspreuk. We steken rookbommetjes af. De eerste keer zit er nog steeds een houten schildpad in… toverspreuk was niet luid genoeg. Nog eens! Dit keer verwisselen we de doos. Marit maakt de doos open en er zit een levende schildpad in!
nog ideeën…
+ ‘s avonds in het donker met lampjes, in een stoet naar de Paddepoel en om de reuzenwandelstok terug te brengen…
+ Kinderen kunnen een limonade-douche nemen. Dit is bedacht door de koning = We vullen plantenspuit met limonade. … afspoelen in douche?
+ hun wandelstok verder versieren. Zoek veertjes en mooie takjes…
+ limonade-visjes terug opvullen...