-05- insulinetoediening met pen
verpleegkundige handeling: B2
voorbereiding
verplegende
Zorg voor een verzorgd voorkomen.
Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.
Verzamel de nodige informatie over de zorg en de zorgvrager: o.a. welke zorgvrager, insuline, hoeveelheid, tijdstip, mogelijke tegenindicaties (nuchter voor bloedpunctie, GDC of onderzoek, braken, geen eetlust...).
materiaal
Verzamel het juiste materiaal: zuivere plateau, insulinepen, naaldje, niet steriele kompressen, ev. nieuwe penvulling, alcoholisch ontsmettingsmiddel, nierbekken, naaldcontainer.
Controleer de vervaldatum van het materiaal.
Controleer de insuline: o.a. aard, concentratie, vervaldatum en uitzicht, werking.
Plaats indien nodig een nieuwe vulling in de pen.
Breng een nieuwe naald op de pen.
kamer
Zorg voor voldoende privacy (aanwezigheidslichtje, gordijnen)
plaats het bed ev. op de juiste hoogte
Zorg voor voldoende licht en ruimte.
zorgvrager
Controleer naam en geboortedatum van de zorgvrager.
Informeer de zorgvrager over de indicatie, de interventie en de werkwijze.
uitvoering
Bepaal de juiste plaats voor S.C.-injectie, rekening houdend met de gewoonten van de zorgvrager, de richtlijnen van de afdeling en het rotatieschema.
Reinig de huid indien nodig
Zwenk de pen indien troebele insuline.
Verwijder de beschermdoppen van de naald en houd de pen verticaal.
Purgeer de naald en controleer de doorgankelijkheid met 2E. Purgeer met 6E indien je een nieuwe penvulling gebruikt.
Stel de voorgeschreven dosis in.
Maak indien nodig een huidplooi (indien naald > 5mm).
Prik in een hoek van 90°.
Behoud de huidplooi.
Dien de insuline volledig toe.
Wacht 10 tellen en trek de naald terug.
Verwijder de naald van de pen met behulp van de brede beschermdop en plaats ze in de naaldcontainer.
Plaats de pendop terug op de pen
Controleer de eetplateau en zorg dat de zorgvrager tijdig een maaltijden de juiste medicatie krijgt krijgt.
nazorg
zorgvrager
Geef de vrager zo nodig een comfortabele houding.
Ga na of de zorgvrager nog vragen of noden heeft.
Controleer hoeveel de zorgvrager gegeten heeft.
kamer
Plaats het bed op de juiste hoogte.
Open ev. bed- en raamgordijnen.
Doe het aanwezigheidslichtje uit.
materiaal
Ruim het gebruikte materiaal op gepaste wijze op.
verpleegkundige
Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen.
Rapporteer schriftelijk in het verpleegdossier/diabetesdagboek en mondeling aan de verantwoordelijke verpleegkundige.
Bronnen:
Medische verpleegkunde (2013). Onuitgegeven nota's bij een cursus voor het tweede jaar van de opleiding verpleegkunde. Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint Elisabeth Turnhout.
BCFI. Hormonaalstelsel: diabetes. Gevonden op 20 augustus 2012 op het internet: http://www.bcfi.be/
Kooy, A. (2009). Insulinetherapie in 2009. Nurse academy, 1 (1), 54-60. Gevonden op het internet op 28 maart 2013: http://medicinfoconsumer.devgem.be/Pdf/2385409.pdf
Laatste aanpassing: H. Gemoets 30/06/2015