-27- bloeddrukmeting en rapportering

Verpleegkundige handeling: verstrekking B1

Voorbereiding

verpleegkundige

    • Zorg voor een rein uniform en verzorgd voorkomen ((aangepast schoeisel, verzorgde haren, kort geknipte nagels, geen kunstnagels, geen nagellak, geen juwelen, geen horloge)

    • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen FOD

    • Verzamel voldoende informatie over de zorg en zorgvrager: eerdere ervaringen,laatste gemeten waarde, plaats, houding.....

materiaal

    • Bloeddrukmeter

    • Stethoscoop

    • Ontsmettingsalcohol en gaasjes

    • Pen en papier

kamer

  • Klop voor het naar binnen gaan en wacht zo mogelijk op antwoord

  • Zorg voor voldoende privacy (aanwezigheidslichtje, gordijnen, …)

  • Zorg voor voldoende licht, ruimte, …

zorgvrager

    • Begroet de zorgvrager met naam, stel jezelf voor

    • Vraag bezoekers de kamer te verlaten

    • Informeer de zorgvrager over de zorg die je komt geven: indicatie

Uitvoering

opmerking:

de bloeddruk wordt gewoonlijk gemeten aan de linker armslagader

niet meten aan de arm met infuus, wonde, verlamming, klieruitruiming…

meet de bloeddruk steeds best aan dezelfde arm en in dezelfde houding

volg bij gebruik van elektronische bloeddrukmeter de gebruiksaanwijzig van het toestel

    1. Vraag aan de zorgvrager om een ontspannende houding aan te nemen: liggend, zittend, staand

    2. Vraag/help de zorgvrager de bovenarm te ontbloten

    3. Ondersteun de arm ( arm eventueel op kussen) en leg hem op hartniveau met de handplam naar boven gericht en gestrekt

    4. Vraag aan de zorgvrager om tijdens de meting niet te spreken of te bewegen

    5. Breng de manchet correct aan:

    6. Verwijder de aanwezige lucht uit de manchet

    7. Leg manchet met de onderzijde 2 tot 3 cm boven de elleboogplooi, evalueer de manchetbreedte en neem eventueel een aangepaste maat

    8. Breng de manchet glad en stevig rond de bovenarm aan zonder de arm af te knellen, (geen kledingstukken tussen de manchet en de huid, de kledij mag niet knellen ter hoogte van de bovenarm)

    9. Zorg ervoor dat de manchet met het midden van de binnenmanchet ter hoogte van de arteria brachialis (ulnaire zijde) ligt

    10. Plaats/ houd de manometer juist, kwikmanometer op ooghoogte en verticaal

    11. Plaats de oordoppen van de stethoscoop in je oren, in de richting van de gehoorgang

    12. Plaats de membraan van de stehoscoop in de elleboogplooi ter hoogte van de arteria brachialis

    13. Zorg ervoor dat de leidingen vrij hangen, zodat je geen bijgeluiden hoort

    14. Ga na of het ventiel gesloten is, pomp de manchet op tot ongeveer 30 mmHg boven de te verwachten waarde, indien je de waarde vooraf niet kent: palpeer de arteria radialis terwijl je de manchet oppompt tot 20 mmHg boven het punt waarop de polsslag verdwijnt

    15. Open het ventiel voorzichtig, waardoor de druk in de manchet geleidelijk vermindert

    16. Lees de waarde op de manometer af op het moment dat je de eerste harttonen hoort: dit is de systolische bloeddrukwaarde

    17. Lees de waarde op de manmometer af op het moment dat de harttonen verdwijnen: dit is de diastolische bloeddrukwaarde

    18. Laat de rest van de lucht snel ontsnappen door het ventiel volledig te openen, maak de manchet los en verwijder de stethoscoop

opmerking:

Indien je geen harttonen hoort of in geval van twijfel kan de meting na 1 minuut herhaald worden ( verwijder de manchet volledig, leg ze terug aan en herbegin)

Indien de auscultatoire methode weer niet lukt, kun je eventueel de palpatoire methode toepassen om de systolische druk te bepalen: plaats je vingers ter hoogte van de arteria radialis, pomp de manchet op tot 20mmHg boven het punt waarop de polslag verdwijnt, laat manchet langzaam leeglopen en kijk ondertussen naar de manometer, het moment dat je de pulsaties voelt ter hoogte van de arteria radialis komt overeen met de systolische druk

Noteer de correcte waarden (vergelijk en beoordeel het resultaat van je observatie met voorgaande rapporteringen en standaardwaarden)

Nazorg

zorgvrager

    • Informeer de zorgvrager over het resultaat, let op afspraken hierover

    • Help/verzorg de kledij van de zorgvrager en geef hem/haar terug een comfortabele houding

    • Ga na of de zorgvrager nog vragen heeft en/of nog iets nodig heeft

kamer

    • Plaats het oproepsysteem, het bedieningspaneel van het bed en de voorwerpen van de zorgvrager binnen handbereik

    • Open de bedgordijnen, doe het aanwezigheidslichtje uit

materiaal

    • Reinig en desinfecteer de stethoscoop

    • Laat de manometer regelmatig ijken

verpleegkundige

    • Pas handhygiëne toe volgens de richtlijnen FOD

    • Rapporteer schriftelijk in verpleegdossier (cmHg of mmHg, de houding, de plaats) en eventueel mondeling zeker bij afwijkende waarde, verwittig zo nodig de arts

laatste aanpassing: K. Van der Veken 17/01/2014