Itihasa (Sanskriet: 'zo is het gebeurd') is epische literatuur in het hindoeïsme. In het moderne Hindi is dit de normale term voor geschiedenis, maar in vroeger tijden werden hiermee voornamelijk de twee grote epen Ramayana en Mahabharata aangeduid.
De heldendichten Mahabharata en Ramayana zijn religieuze geschriften. Beide epen dienen als gelijkenis en bron van toewijding voor hindoes en hebben een opvoedende bedoeling, als een allesomvattende zedenles over het sleutelbegrip dharma, te vergelijken met een soort plichtenleer.
De purana's (Sanskriet: पुराण, purâna, "oud") vormen een deel van de heilige hindoegeschriften. Er zijn 18 purana's, onderverdeeld in drie groepen van elk zes. Naast de purana's zijn er ook 18 upapurana's (kleinere purana's). De purana's worden als smriti beschouwd, werken waarvan wordt aangenomen dat ze op een goddelijke openbaring berusten, maar door mensen zijn gecomponeerd en doorverteld. De purana's bevatten een belangrijk deel van de hindoeistische mythologie en kosmologie. Zes purana's verhandelen over Vishnu, zes over Shiva en zes over Brahmâ. Zij bevatten verhalen over van de relatie van de mensheid met het goddelijke. De Srimad Bhagavatam over Vishnu, die ook de Bhagavata Purana of de Paramahamsa Samhita wordt genoemd, geldt als de belangrijkste purana.[1]
Schepping, secundaire schepping, de dynastieën van de koningen, hun handelingen en de regeerperioden van de Manu's zijn de vijf basiskenmerken van iedere purana (Amarkhasa).