Srı Raghavendra Tırtha’s Mahabharata-Tatparya-Nirnaya Bhava-Sangraha
Als erkend wordt dat Acarya Madhva’s samenvatting van de gehele Mahabharata zelf een werk is van ongewone vaardigheid en begrip, dan moet ook erkend worden dat een poging om het werk van Acarya samen te vatten op een manier die gemakkelijk toegankelijk is voor leken met weinig capaciteit en geen training, ook erg moeilijk is. Deze laatste taak is echter met aplomb uitgevoerd door de beroemde Srı Raghavendra Tırtha, die de essentiële aspecten van elk hoofdstuk van de Mahabharata-Tatparya-Nirnaya in één vers vastlegt. Wij presenteren hierbij het volgende als een inleiding tot deze grote tekst door iemand die gekwalificeerd is om deze te maken. (Fouten in transcriptie, vertaling, enz., zijn echter uitsluitend onze schuld.)
Het eerste hoofdstuk van de Tatparya-Nirnaya wordt “Sarvasastratatparyanirnayah.” (beslissing over de betekenis van alle sastra) genoemd, en een samenvatting van de inhoud ervan is de volgende sloka door Sri Raghavendra Swami:
(De Heer die) bestond vóór de wereld;
(De Heer die) het hele universum in Zijn baarmoeder heeft;
(De Heer die) de bewaarplaats is van oneindige gelukzaligheid;
(De Heer die) vormen aanneemt zoals Vasudeva;
(De Heer die) speelt met de goden met beperkte macht zoals Brahma, die eeuwige gradaties onderling hebben;
(De Heer die) heeft talloze gunstige kwaliteiten;
(De Heer die) bekend is door de Veda's;
(De Heer die) onberispelijk is, maar Zijn vormen toont alsof ze gebrekkig zijn, waardoor demonische mensen worden misleid;
(De Heer die) de toegewijden redt van de hel en de dood, en hen eeuwige gelukzaligheid geeft in Zijn gezelschap;
(De Heer die) verdriet geeft aan de ondankbare rebel;
Moge deze Heer van Ramaa ons beschermen.