Vertaald uit de bronnen van HG Caitanya Candra Das
De Taittiriya Upaniṣad is een van de mooiste Upanisads, maar de tekst is uiterst moeilijk te begrijpen. In deze cursus zullen we het bestuderen vanuit het standpunt van Srila Prabhupada's leringen.
Verzen uit de Taittiriya Upanisad worden vaak geciteerd door Srila Prabhupada. Srila Baladeva Vidyabhusana citeert ook verschillende verzen uit de Govinda Bhasya en legt hun conclusies uit. Het wordt beschouwd als een van de elf belangrijkste Upaniṣads. Hoewel het een relatief klein boek is, brengt het zeer diepe kennis over de aard van de absolute waarheid en onze relatie met Hem. De naam "Taittiriya" komt van het Sanskriet woord "tittiri", wat "patrijs" betekent. Dit is verbonden met het verhaal van de discipelopvolging van de Yajurveda nadat Vyasa het aan Vaisampayana had doorgegeven.
Op de een of andere manier raakte Vaisampayana schuldig aan het doden van een Brahmana, wat zijn discipelen ertoe bracht de Atharva Veda te bestuderen en strikte geloften uit te voeren om hun goeroe van de zonde te bevrijden. Dit leidde tot het tijdverdrijf waarbij een deel van de mantra's werd uitgebraakt en verzameld door zijn discipelen in de vorm van patrijzen
De Yajurveda is verdeeld in twee hoofdsecties, de shukla (witte) Yajurveda en de krsna (donkere) Yajurveda. Deze namen hebben niets te maken met de besproken onderwerpen, maar alleen met de organisatie. De witte Yajurveda bestaat uit secties van verzen die goed georganiseerd en gecategoriseerd zijn, terwijl de donkere Yajurveda is samengesteld uit verzen die niet zo goed georganiseerd zijn en vaak weinig met elkaar te maken lijken te hebben. De Taittiriya-Samhita die in het tijdverdrijf wordt genoemd, is een van de vier Samhita's die de donkere Yajurveda vormen.
De Taittiriya Upanisad bevat hoofdstukken 7, 8 en 9 van de Taittiriya Aranyaka, die geassocieerd wordt met de Taittiriya-Samhita. Deze drie hoofdstukken worden de Śikṣā-vallī, de Ānanda-vallī en de Bhṛgu-vallī genoemd.
De naam Śikṣā-vallī komt van het woord siksa, wat onderwijs betekent. Dit hoofdstuk geeft spirituele kennis door in de context van het onderwijs van studenten in de Vedische gurukulas. In eerste instantie lijken de verzen wereldse zegeningen aan te roepen en morele instructies te geven, maar bij nadere beschouwing blijkt dat ze diepe spirituele instructies bevatten.
Het tweede hoofdstuk, de Ānanda-vallī, is gecentreerd rond de beschrijving van de anna-maya, prāṇa-maya, mano-maya, vijnana-maya en ananda-maya, waarbij de evolutie van het bewustzijn van de geconditioneerde ziel wordt besproken, van het geabsorbeerd worden in de basisbehoeften van het lichaam, helemaal tot aan het platform van zuivere devotionele dienst.
Het laatste hoofdstuk, de Bhṛgu-vallī, legt de inhoud van het tweede hoofdstuk uit in de context van een gesprek tussen Varuna en zijn zoon Bhṛgu, en geeft aanvullende verduidelijking en de uiteindelijke conclusies van de tekst.