Vishnu Sahasranam maakt deel uit van de Mahabharata en is te vinden in de Anushasana Parva, sectie 149, verzen 14 tot en met 120.
INLEIDING
Sri Vishnu Sahasra Nama is een verzameling van duizend namen van Heer Maha Vishnu. Het wordt zowel als stotra als namavali gereciteerd. Het komt voor in de Anushasan Parva van Mahabharata als een gesprek tussen grootvader Bhishma en Yudhistira.
De context van het gesprek is als volgt: Koning Yudhistira benaderde grootvader Bhishma, die de laatste dagen van zijn verblijf op aarde doorbracht, met de bedoeling om van hem de geheimen van de Dharma te leren, want Bhishma was een van de 8 personen die worden beschouwd als de ware kenners van de Dharma.
Na een aantal andere vragen te hebben gesteld en geleerd, ondervraagt Yudhistira Bhishma als volgt: "Welke Dharma is volgens u de meest superieure van alle Dharma's? Door wie te aanbidden, raakt een levend wezen bevrijd van de samsara van geboorte en dood?" Als antwoord hierop zegt Bhishma: "Het voortdurend aanbidden en devotionele dienst verrichten aan Heer MahaVishnu is naar mijn mening de grootste Dharma." Vervolgens legt hij de almacht van de Heer uit en reciteert Zijn duizend namen.
Visnu-sahasra-nama
Duizend namen van Heer Visnu
(uit Mahabharata, originele vertaling en uitleg van de verzen door Srila Baladeva Vidyabhusana)
vertaald in het Engels door Sriman Kusakratha das (ACBSP)
Maṅgalācaraṇa
(door Baladeva Vidyābhūṣaṇa )
Moge Heer Kṛṣṇa, de almachtige Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, die in vele gedaanten verschijnt, die de oorspronkelijke schepper van het universum is, die de meester is van de drie vermogens, vol transcendentale kennis en gelukzaligheid, zeer dierbaar aan de toegewijden, en een oceaan van onbegrensde gunstige eigenschappen is, ons gunstigheid schenken.
Laten we Śrīla Vyāsadeva verheerlijken, de spiritueel leraar van de grote wijzen, de literaire incarnatie van Heer Nārāyaṇa en de zoon van Satyavatī. Laten we ons overgeven aan Vaiśaṃpāyana Mūni, de spreker van de Mahābhārata, die jubelde van het drinken van de nectar van Heer Viṣṇu's duizend namen. Laten we buigen voor Kṛṣṇa's vriend Bhīṣma, de beste der wijzen en de zoon van Gaṅgā-devī, en laten we ook buigen voor de heilige toegewijden die genieten van de vertellingen over Heer Viṣṇu's glorie.
Moge Heer Murāri, die persoonlijk is verschenen als Śrī Caitanya Mahāprabhu, eeuwig in onze harten verblijven. Hij heeft Zijn toegewijden, zoals Gajendra en Mahārājā Pratāparudra, genadevol gezuiverd, verblijd en bevrijd.
Alle glorie aan de heilige namen van Heer Kṛṣṇa, de vervuller van ieders verlangen. Ananta Śeṣa vindt steeds nieuwe gelukzaligheid in het verheerlijken van Heer Kṛṣṇa's heilige namen.
Wij brengen respectvolle eerbetuigingen aan die grote toegewijden die zich volledig wijden aan het chanten van de heilige namen van Heer Hari. Het is door hun genade dat ik deze Nāmārtha-sudhā-bhāṣya (commentaar op de Viṣṇu-sahasra-nāma, getiteld "De Nectar van de Betekenis van Heer Hari's Heilige Namen") kan schrijven.