(foto van De Koekoek voor de ruilvarkaveling in de jaren 1980, foto coll. Stadsarchief Kampen)
inundatie Mastenbroekerpolder
Tussen 21 en 23 september 1944 werd de Mastenbroekerpolder onder water gezet om de geallieerde opmars te vertragen. Het water stond uiteindelijk tot aan de spoordijk. Met de Duitse bezetter werd overlegd over polder De Koekoek. Inundatie zou een ramp zijn voor de daar gevestigde tuinbouwbedrijven. Groenten, fruit en bloemen stonden op het land en dreigden verloren te gaan. De toezegging van de Duitsers was dat polder De Koekoek niet onder water zou worden gezet. Maar het water in de Mastenbroekerpolder steeg steeds hoger en De Koekoek, het laagste deel en een apart poldertje, stroomde langzaam vol water. Eerst werd nog geprobeerd om met een dijkje van graszoden het water te keren. Inwoners en een grote groep mannen uit Genemuiden, hiervoor vrijgesteld van het graven voor de Wehrmacht, hielpen daaraan mee. Toen duidelijk werd dat de dijken het niet zouden houden, werden o.a. leerlingen van scholen in Kpn en Ijsselmuiden ingezet om de oogst binnen te halen.
Dijkdoorbraak polder De Koekoek
In de nacht van 10 op 11 dec. 1944 bleek de noordelijke dijk van De Koekoek doorgebroken onder druk van het water in de Mastenbroekerpolder. Aan de Hagendoornweg werd het binnendringende water als eerste opgemerkt. Buren waarschuwden buren, die hun buren weer waarschuwden en zo liep er een golf van alarm voor het water uit door De Koekoek. De meeste inwoners hadden hun waardevolle spullen al uit de huizen en schuren gehaald, nu werden ook de laatste goederen meegenomen. Ongeveer 100 gezinnen werden van huis en haard verdreven en verbleven in openbare gebouwen of bij familie. Een enkeling vond tijdelijk onderdak.
Drie dagen en drie nachten lang liep de polder met donderend geraas onder. Toen stond het waterpeil in De Koekoek gelijk aan dat in de Mastenbroekerpolder en werd het doodstil. Het water kwam tot aan de Plasweg en de Oosterholtseweg en stond 2 tot 3 meter hoog, tot aan de dakgoten van de huizen. De vruchtbomen gingen dood. In januari 1945 begon het te vriezen, wat extra schade toebracht aan huizen, opstallen en kassen.
Droogvallen polders in 1945
Pas in mei 1945 kon worden begonnen met het droogpompen van de polders. Het stoomgemaal aan de Kamperzeedijk was op dat moment nog in gebruik, maar brandstof was niet of nauwelijks voor handen. Daarom werd er gebruik gemaakt van stro uit de NOP. De tuinders kregen ook grond in de NOP toegewezen om hun bedrijven voort te zetten. Het dalen van het water in De Koekoek ging erg langzaam. Terwijl de rest van Mastenbroek al was drooggevallen, moest de diepgelegen polder De Koekoek nog leeggepompt. Na het droogvallen bleek werkelijk alles beschadigd te zijn: huizen, opstallen, kassen. Sloten en vaarten dichtgeslibt en onbruikbaar. Met financiele hulp van de Wederopbouw werden huizen en kassen weer opgeknapt en sloten en vaarten opnieuw gegraven. In het voorjaar en de zomer van 1945 groeide De Koekoek vol met onkruid. Het duurde nog jaren voor polder De Mastenbroek zich volledig had hersteld van deze inundatie.
(vooral ontleend aan: Â Gerrit Schinkel, Het Koekoeksnest, uitgave in eigen beheer 2004)