In de natuur groeit en bloeit alles zonder dat het zich afvraagt wat de zin ervan is. De Aarde draait rond de Zon zonder de vraag te stellen wat daar de zin van is. Mieren lopen rond, paarden verzorgen hun jongen, bloemen bloeien, een vogel zingt zijn lied zonder dat ze het nodig hebben om de zin van dat alles te weten. De enige soort die de vraag stelt naar de zin en die dat kennelijk nodig heeft om zich door het leven te kunnen heenslaan is de mens. In de zoektocht naar zingeving verliest men zich vaak in speculaties. Men verzint dingen die volkomen uit de lucht zijn gegrepen. Men leest boeken waarbij vergeleken de sprookjes van de gebroeders Grimm uitblinken in realiteitsgehalte. Dat het antwoord weleens heel eenvoudig zou kunnen zijn komt bij niemand op. Jij bent verschenen op deze Aarde en zal weer verdwijnen van deze Aarde en in de tussentijd doe je wat alle andere wezens doen namelijk je handhaven en voortplanten. Die andere wezens maken daar geen probleem van. Ze doen hun ding zoals de natuur dat bedoeld heeft en dat is voor hun genoeg. Aan de ene kant denken we te weinig, want de metafysische speculaties waartoe we ons verleiden zouden onmiddellijk door de mand vallen als iemand zijn verstand zou gebruiken. Aan de andere kant denken we te veel. Want wat genoeg is voor alles dat is zou ook genoeg kunnen zijn voor ons als we dingen zouden accepteren zoals ze zijn, in plaats van erover te piekeren. Meer dan dat is niet nodig. Het leven is. Jij bent.
Jij bent het leven.