Vluchtsimulator

Metzinger, de auteur van de egotunnel vergelijkt het bewustzijn zoals wij dat ervaren met een vluchtsimulator. De vluchtsimulator schept een beeld van de 'werkelijkheid'. Er worden geluiden opgewekt, de grond beweegt en er ontstaat een beeld allemaal in onderlinge samenhang, waardoor er sprake is van een multi mediale ervaring. In onze situatie komen die data vanuit de elektromagnetische soep die zich 'buiten' bevindt en via de zintuigen in de hersenen worden vertaald in een multi mediale ervaring. Ín het midden van een vluchtsimulator bevindt zich een persoontje die naar het beeld dat opgewekt wordt door data kijkt. Er is echter een verschil met onze situatie en dat is dat ook de persoon een virtuele simulatie is. In ons geval een product van de hersenen. Er zit niemand achter de knoppen. De stoel van de vliegsimulator is leeg.

Het gevoel van 'ik' is slechts een simulatie opgewekt door de hersenen ontstaan vanuit biologische noodzaak. Immers het organisme moet een ik gevoel hebben anders doet het niks. Alles wat we doen doen we uiteindelijk voor het ik. The brain is like a total flight simulator, a self-modeling airplane that, rather than being flown by a pilot, generates a complex internal image of itself within its own internal flight simulator. The image is transparent and thus cannot be recognized as an image by the system. Operating under the condition of a naive-realistic selfmisunderstanding, the system interprets the control element in this image as a nonphysical object: The “pilot” is born into a virtual reality with no opportunity to discover this fact. The pilot is the Ego. The total flight simulator generates an Ego Tunnel but is completely lost in it. Dat ik is een heel geloofwaardige simulatie. Mensen kunnen niet geloven dat het een simulatie is en daarom kennen we begrippen als ziel: het idee dat er een mannetje of vrouwtje achter de knoppen zit wat liefst ook nog de dood overleeft. Het ego, dat niet bestaat moet liefst eeuwig leven. Het brein interpreteert zijn virtuele simulatie van een mannetje of vrouwtje achter de knoppen als een niet fysiek wezen: ziel, ego of whatever. Maar als het slechts een beeld is dat opgewekt is door de hersenen dan doen we al die moeite voor iets dat in werkelijkheid niet bestaat. We rennen ons de benen uit het lijf voor een simulatie, voor een fata morgana, voor een illusie.

Aan de andere kant is er ook niemand om dit wonderlijk te vinden en zich hier over te verbazen. Ook die personage is immers een illusie.

"Ik" kan alleen maar zeggen:

Niemand weet hoe de kosmos werkt, wees dus niemand.

Volgens Ramana Maharshi is het enige dat moet gebeuren uitzoeken wie er verlichting zoekt.

En dat blijkt dan niemand te zijn.

Niemand wordt verlicht.