OLB & HGD > Strategiefase > Hypothesen 'Motivatie' > Hypothese 5 - Externaliserend probleemgedrag
Onder externaliserend probleemgedrag verstaan we probleemgedrag dat algemeen storend is voor de omgeving. De leerling stelt moeilijk en storend gedrag tijdens het lesgebeuren en in vrije momenten. Hij komt daardoor vaak in conflict met leerkrachten, ouders en vrienden.
Om een inschatting te maken van de ernst van het probleemgedrag kijken we naar de frequentie, de duur en de omvang van het gedrag. Ernstig en langdurig probleemgedrag kan eventueel wijzen op een onderliggende gedragsstoornis. Dat gedrag doet zich voor in meerdere verschillende contexten. In deze hypothese gaan we ervan uit dat het probleemgedrag tijdelijk en vooral schoolgebonden is.
Door schoolse problemen worstelt de leerling met zichzelf en vertoont hij daardoor probleemgedrag tegenover leerkrachten, leeftijdsgenoten en andere betrokkenen.
Welke factoren kunnen het schools probleemgedrag van de leerling mee helpen verklaren ? Is er bijvoorbeeld sprake van schoolmoeheid ?
Ik ervaar weinig succes op school.
Ik stel voortdurend hoge eisen voor mezelf.
Ik ben nooit tevreden over de inspanningen die ik lever.
Studeren voor toetsen heeft geen zin, want ik haal geen goede schoolresultaten.
Als ik goed gestudeerd heb, geraak ik nog in paniek voor een toets.
Ik ben angstig om te falen op toetsen.
Ik ben jaloers en kwaad wanneer klasgenoten betere resultaten behalen.
Ik ben passief in de klas.
Ik verveel me in de klas.
Ik ben het beu om altijd mijn best te moeten doen voor school en te tonen wat ik kan.
Ik ben het beu dat anderen zich telkens bemoeien met wat ik al dan niet doe voor school.
Ik voel me niet begrepen door leerkrachten/ouders.
Leerkrachten/ouders luisteren niet naar mijn verhaal.
Hieronder vind je de vragenlijsten die in aanmerking komen om de hypothese m.b.t. externaliserend probleemgedrag af te toetsen. Voor de keuze van een bepaalde vragenlijst kan je je baseren op de doelomschrijvingen die je kan koppelen aan specifieke intakegegevens. De keuze voor een of meerdere vragenlijsten kan je ook samen met de leerling bespreken.
Ik en de anderen op school - Sociaal gedrag
o Doel: met de vragenlijst kunnen we het interpersoonlijk gedrag van leerlingen tegenover zichzelf en leeftijdsgenoten in kaart brengen. We kunnen de leerling bewust maken van de invloed van zijn gedrag op het ganse schools gebeuren.
Waarom leer je ? - Zelfregulatie - leren en motivatie
o Doel: met de vragenlijst kan een motivatieprofiel opgemaakt worden en motivationele dynamieken ontleed worden doorheen de schoolloopbaan. We kunnen nagaan in hoeverre schoolse demotivatie gelinkt kan worden aan het probleemgedrag die de leerling stelt. Algemene, schoolse demotivatie zorgt er ook voor dat de leerling geen inspanning doet om zijn studiekeuzeproces aan te pakken.
Hoe zie je jezelf ? - Academisch zelfconcept
o Doel: met de vragenlijst kunnen we in kaart brengen hoe de leerling zichzelf evalueert op schools vlak. We kunnen ermee aftoetsen in welke mate het zelfwaardegevoel van de leerling veilig dan wel breekbaar is. Als het zelfwaardegevoel breekbaar is en sterk afhankelijk van prestaties op school, kan een negatieve uitkomst leiden tot gedragsproblemen en ook gevolgen hebben op het studiekeuzeproces.
Je houding tegenover jezelf - Perfectionisme
o Doel: met de vragenlijst kunnen we nagaan in hoeverre prestatiegericht en zelfkritisch perfectionisme een oorzaak zijn van de negatieve gevoelens en onzekerheid op schools vlak. Erg kritisch zijn tegenover zichzelf hangt vaak samen met een laag zelfbeeld, zwakke schoolresultaten, enz. De leerling kan in een vicieuze cirkel geraken wat kan leiden tot externaliserend probleemgedrag.
Studeren en toetsen - Studieorganisatie vaardigheden
o Doel: deze vragenlijst meet de mate waarin leerlingen uitstelgedrag vertonen tijdens het studeren of angst ontwikkelen tijdens toetsen en examens. Leerlingen die hoog scoren op testangst zullen over het algemeen heel onzeker zijn op schools vlak. De leerling heeft hierdoor weinig succeservaringen, wat kan leiden tot externaliserend probleemgedrag.
Ik op school - Schoolse betrokkenheid
o Doel: met de vragenlijst kunnen we de mate van gedragsmatige en emotionele betrokkenheid in kaart brengen en een verklaring zoeken voor een gebrek hieraan. Leerlingen die weinig betrokken zijn in de klas en op het schools gebeuren, zullen ook vaak probleemgedrag vertonen ten opzichte van leerkrachten en leeftijdsgenoten.
Mijn ouders en ik - Ouderbetrokkenheid
o Doel: de vragenlijst meet in hoeverre ouders betrokken zijn op het schoolse gebeuren. Ouders met een controlerende opvoedingsstijl veroorzaken gevoelens van externe druk: hun kind moet aan hun verwachtingen voldoen. Dit kan evenwel niet stroken met wat de leerling denkt of voelt, wat kan zorgen voor conflicten en resulteren in probleemgedrag.
Mijn leerkrachten - Relatie leerkracht en leerkrachtstijl
o Doel: de vragenlijst meet de affectieve kwaliteit van de relaties tussen leerkrachten en leerlingen. Door gedragsmatige problemen op school is het vaak moeilijk om de positieve kenmerken van de leerling nog te zien. Dit zorgt voor een vicieuze cirkel van negatieve gevoelens van de leerling ten opzichte van leerkracht(en) en omgekeerd.