Intakevragen

We lijsten hieronder per concept een reeks richtinggevende intakevragen op. Het is niet de bedoeling om systematisch alle vragen te overlopen.
Welke vragen relevant zijn, zal voornamelijk afhangen van het inhoudelijk verloop van het gesprek.

Antecedenten

Hulpbronnen

Uitkomsten

Persoonlijk functioneren

In hoeverre ben jij perfectionistisch ingesteld?

  • Twijfel je aan jezelf en je capaciteiten?

  • Ben je kritisch voor jezelf? Hanteer je hoge normen voor jezelf?

  • Zijn de verwachtingen die je hebt in overeenstemming met je mogelijkheden?

  • Streef je naar een vlekkeloos parcours op school?

  • Wanneer ben je zelf tevreden over je prestaties?

  • Ervaar je druk vanuit jouw omgeving om perfect te zijn?

  • Ben je bang voor negatieve reacties vanuit jouw omgeving?

Hoe zie jij jezelf? ( = ontdekken van het intern kompas)

  • Wat zijn jouw positieve punten? Wat zijn jouw sterktes?

  • Wat zijn jouw werkpunten?

  • Wat zijn voor jou belangrijke zaken om goed te functioneren?

  • Welke waarden vind je belangrijk in het leven?

  • Op welke manier kan je deze waarden realiseren?

  • Ervaar je jezelf als een gelukkig iemand?

Hoe zie je jezelf ten opzichte van leeftijdsgenoten?

  • Maak je gemakkelijk vrienden?

  • Voel je je goed in de klasgroep?

  • Werk je graag samen met klasgenoten?

  • Ben je behulpzaam naar anderen toe zonder daar zelf voordeel uit te halen?

  • Voel je je verantwoordelijk voor anderen?

  • Kan je je empathisch opstellen ten opzichte van anderen?

Kwaliteit van motivatie

Leerlingen kunnen verschillende redenen hebben om hun best te doen op school. Kan je mij eens uitleggen waarom jij je inzet op school? (= link naar gecontroleerde versus autonome motivatie)

  • Vind je de vakken interessant om te studeren?

  • Vind je de leerstof relevant en een meerwaarde voor de toekomst?

  • Waarom vind je studeren zinvol?

  • Voel je je soms onder druk gezet om te presteren op school? Uit welke hoek komt deze druk dan vooral (ouders, familie, vrienden, klasgenoten, leerkrachten)?

  • Leg je voor jezelf druk op?

  • Hoe ga je om met deze druk? Ga je dan vooral extra veel studeren of juist niet?

  • In welke mate heb je er zelf last van? In hoeverre belemmert dit je schoolwerk?

  • Heb je het gevoel dat je je moet bewijzen ten opzichte van jezelf, vrienden, ouders, leerkrachten, enz.?

Link naar amotivatie:

  • Heb je vaak de indruk dat je schoolwerk te moeilijk is of dat je richting te zwaar is?

  • Heb je soms het gevoel dat het geen verschil uitmaakt of je nu studeert of niet?

  • Welke studiemethode heb je tot nu toe ontwikkeld? Of heb je eerder het gevoel niet te weten hoe te studeren?

  • Waarom zet je je in voor school?

  • Hoe schat je je capaciteiten in?

  • Heb je een toekomstperspectief voor ogen?

  • Zijn er nog andere problemen die op je wegen en het erg lastig voor je maken om je nog in te zetten op school?

  • Zijn de resultaten van klasgenoten/vrienden belangrijk voor jou?

  • Hoe ga je om met betere resultaten van klasgenoten /vrienden?

Wat zijn de verklaringen voor eventuele motivationele problemen?

  • Wat is volgens jou de reden waarom je zo veel druk op school ervaart?

  • Wat is volgens jou de reden waarom je weinig gemotiveerd bent voor school?

Wat is de reikwijdte van de motivationele problemen?

  • Hoe lang heb je dit gevoel al?

  • Is er sindsdien iets veranderd voor jou?

  • Geldt dit voor alle vakken?

  • Wanneer lukt het beter?

  • Zijn er bepaalde vakken die je meer boeien?

  • Wat is er precies anders in die lessen?

  • Zijn er ook bepaalde werkvormen die je meer liggen?

  • Is er een verschil tussen theorie- en praktijklessen?

  • Zijn er bepaalde leerkrachten die er beter in slagen om jou te motiveren in de klas?

  • Zijn er leerkrachten met wie het niet goed klikt?

Zelfregulerend leren

In welke mate ben je je bewust van je eigen leerproces?

  • Kan je zelf leerdoelen formuleren? Sta je achteraf stil bij de leerdoelen die je al dan niet behaald hebt?

  • In hoeverre kan je een planning opmaken? Kan je jezelf hierin bijsturen?

  • In welke mate sta je stil bij de aanpak van een bepaalde taak?

  • In hoeverre kan je geschikte leerstrategieën kiezen voor een bepaalde taak?

  • Vind je zelfevaluatie belangrijk? Slaag je erin om dat te doen?

  • Wat je geleerd hebt uit een leerproces, neem je dit mee naar de toekomst?

Gezinsfunctioneren

In welke mate zijn je ouders betrokken op de schoolse activiteiten? (= controlerende versus autonomieondersteunende stijl van ouderbetrokkenheid)

  • Volgen je ouders het schoolwerk nauw op?

  • Kijken ze meer van op een afstand toe?

  • Oefenen je ouders druk uit op jou?

  • Heb je het gevoel dat je moet beantwoorden aan hun voorwaarden?

  • Hoe reageren je ouders als je niet beantwoordt aan hun voorwaarden en visies?

  • Kunnen je ouders zich inleven in het perspectief en de interesses van jou?

  • Zijn schoolresultaten dan wel jouw inzet voor school het belangrijkste voor je ouders?

Wat is de mening van je ouders omtrent jouw studiekeuze?

  • In hoeverre stimuleren dan wel belemmeren jouw ouders je in je studiekeuze?

Academisch zelfconcept

Hoe tevreden ben je over jouw huidige studierichting?

  • Wat vind je van de richting die je nu gekozen hebt?

  • Vind je je huidige studierichting eerder te moeilijk, te gemakkelijk of juist goed?

  • Welke vakken doe je graag?

  • Welke vakken bevallen je niet?

  • Welke vakken lukken goed?

  • Welke vakken vind je moeilijk?

Hoe sta je tegenover je schoolprestaties? (= link naar contingente academische zelfwaarde)

  • Hoe belangrijk is het voor jou om goed te presteren op school?

  • Wat doet het met jou als je een goede toets gemaakt hebt? Ben je trots op jezelf of vind je het maar normaal dat je goede punten behaald hebt?

  • Wat doet het met jou als je een slechte toets of taak gemaakt hebt? Wat denk je dan of hoe voel je je dan?

  • In welke mate hecht je belang aan het oordeel van anderen? Maakt je dit eerder onzeker? Vind je dit belangrijker dan je eigen persoonlijk oordeel?

Negatieve uitkomsten

In welke mate ervaar je faalangst voor schoolse activiteiten?

  • Ervaar je veel stress op school?

  • Denk je vaak dat je het niet zal kunnen, ook al heb je je goed voorbereid?

  • Heb je soms het gevoel dat je zal falen?

  • Hoe ga je om met faalangst?

In welke mate vertoon je uitstelgedrag voor schoolse activiteiten?

  • Ervaar je moeilijkheden om je aan je vooropgestelde studieplanning te houden?

  • Ga je snel wijzigingen aanbrengen in je studieplanning afhankelijk van waarin je zin hebt op dat moment?

  • Ben je tijdens het studeren vaak met andere dingen bezig?

  • Is studeren een prioriteit voor jou?

Schoolklimaat

In welke mate ervaar je een positieve relatie met je leerkrachten?

  • Hoe verloopt het contact met je leerkrachten?

  • Heb je het gevoel dat je terecht kan bij bepaalde leerkrachten voor een gesprek?

  • Voel je je begrepen door bepaalde leerkrachten?

In welke mate is de klastitularis betrokken bij je studiekeuzeproces?

  • Zijn er gesprekken geweest met je klastitularis?

  • Wat is het advies? Vind je dit advies waardevol?

  • Neemt je klastitularis jouw perspectief in?

  • Wordt er rekening gehouden met je interesses of legt men de focus vooral op je capaciteiten?

Betrokkenheid

In welke mate ben je actief gedragsmatig en emotioneel betrokken op school?

  • Ga je graag naar school?

  • Wanneer ben je meest enthousiast om naar school te gaan?

  • Neem je vaak actief deel aan klasactiviteiten?

  • Heb je interesse om meer deel te nemen aan klas- en schoolactiviteiten?

  • Hoe zou je je gedrag omschrijven in de klas? Ben je actief betrokken of neem je eerder een afwachtende houding aan?

  • Verveel je je wel eens op school?

  • Maak je je soms kwaad op school?

  • Hoe voel je je in de klasgroep?

Studiekeuzeproces

Hoe verliepen de studiekeuzeprocessen in het verleden?

  • Hoe is je studieloopbaan tot nu toe verlopen?

  • Hoe ging de overstap van het lager naar het secundair onderwijs?

  • Hoe heb je je keuze voor het 1ste jaar secundair onderwijs gemaakt?

  • Waarom heb je toen die keuze gemaakt? Wie of wat heeft jou daarbij beïnvloed?

In welke mate ben je je bewust dat je een studiekeuze moet maken? (= oriënteren)

  • Vind je het belangrijk om met je studiekeuze bezig te zijn?

  • Heb je zin om over je studiekeuze na te denken?

  • Denk je soms aan wat je volgend schooljaar/verder zal studeren of kiezen?

In welke mate heb je informatie opgezocht over bepaalde studierichtingen en op welke manier? ( = exploratie in de breedte en diepte)

  • Welke stappen heb je tot nu toe al ondernomen om je studiekeuze te maken?

  • Heb je er al met vrienden, ouders of leerkrachten over gesproken?

  • Heb je al eens met mensen gesproken die de richting zelf gevolgd hebben of nu volgen?

  • Heb je reeds nagedacht over wat je zelf graag doet en goed kan?

  • Wat vind je zelf belangrijk bij het kiezen van een goede studierichting (bv. geld verdienen, afwisseling, voldoende vrije tijd, bij vrienden zijn, uitdaging hebben, interesses, waarden, zelfrealisatie) ?

  • Waaraan moet een richting volgens jou voldoen?

  • Heb je al naar gerichte informatie gezocht over een bepaalde studierichting (via opendeurdagen, brochures, onderwijskiezer, lessentabellen vergelijken, enz.)?

  • Heb je al cursussen ingekeken van een bepaalde studierichting?

In welke mate heb je voldoende kennis over jezelf en de omgeving? ( = kennis zelf en omgeving)

  • Weet je wat je goed kan en waar je minder goed in bent?

  • Weet je wat je graag doet en minder graag doet?

  • Sta je stil bij je studiemethode en -aanpak?

  • Heb je al eens met ouders/vrienden /leerkrachten /anderen over je studiehouding en -aanpak gesproken? Wat zijn hun bevindingen?

  • Weet je welke studierichtingen er bestaan?

  • Ken je het verschil tussen bepaalde studierichtingen?

  • Weet je welke vakken je er zou krijgen?

Hoever sta je reeds in je studiekeuzeproces? (= beslissingsstatus)

  • Heb je reeds een studiekeuze gemaakt?

  • Zijn er bepaalde richtingen waaraan je nu al denkt? Waarom die richting?

  • Welke richting is jouw eerste keuze op dit moment? Waarom?

  • Welke richting sluit je nu reeds uit? Waarom?

  • Wat ga je nu nog doen om je keuze te kunnen maken?

In welke mate ervaar je je studiekeuze nog als een moeilijkheid?

  • Welke stappen heb je al gezet?

  • Waar loop je vast?

  • Wat maakt dat je nu nog twijfelt?

  • Maak je je zorgen over jouw studiekeuze? Hoe weegt dit op jou?

  • Hoe zou jouw ideale studierichting eruit zien?

  • Wat heb je nodig om zekerder te worden over je keuze?

  • Wat zou je verder nog kunnen doen om dit probleem op te lossen?

  • Wat houdt je tegen om dit ook te doen?

In welke mate voel je je verbonden met je studiekeuze? (= binding)

  • Ben je nog onzeker over je studiekeuze of net heel zeker?

  • Geeft de studierichting jou het gevoel dat je je toekomst positief tegemoet gaat?

  • Motiveer je en verdedig je jouw keuzes ten opzichte van andere mensen die het er niet mee eens zijn?

  • Is de gekozen studierichting helemaal jouw eigen keuze?