Hypothese 4 - Externe druk

OLB & HGD > Strategiefase > Hypothesen 'Motivatie' > Hypothese 4 - Externe druk

Wat

Met externe druk bedoelen we de druk die een leerling ervaart vanuit zijn omgeving om te presteren op school, om te studeren, om een goede studierichting te kiezen, om zich aan regels en afspraken te houden, enz.


Algemene hypothese

De leerling ervaart veel druk vanuit zijn omgeving om te presteren op school én om studiekeuzeactiviteiten aan te pakken, waardoor persoonlijke interesses en voorkeuren ondermijnd worden.

Onderzoeksvraag

Welke onderliggende factoren zorgen ervoor dat de leerling een sterke externe druk ervaart bij het maken van zijn studiekeuze ?

Indicaties vanuit de intakefase

  • Ik weet niet waar ik goed en minder goed in ben.

  • Ik weet niet waar mijn interesses liggen.

  • Ik kan niet aangeven wat ik belangrijk vind voor mijn toekomst.

  • Ik weet niet welke doelen voor mij belangrijk zijn om na te streven.

  • Ik laat me leiden door wat anderen denken van mijn schoolse prestaties.

  • Ik twijfel voortdurend aan mijn capaciteiten.

  • Op school vind ik het belangrijk om altijd tot het uiterste te gaan.

  • Mijn ouders kennen mij veel beter en zullen wel weten wat de beste studierichting is voor mij.

  • Mijn ouders zijn kwaad als ik zwakke schoolresultaten behaal.

Welke vragenlijsten afnemen ?

Hieronder vind je de vragenlijsten die in aanmerking komen. Voor de keuze van een vragenlijst kan je je baseren op onderstaande doelomschrijvingen die je kan koppelen aan bepaalde intakegegevens. De keuze voor een of meerdere vragenlijsten kan je ook samen met de leerling bespreken.

  • Mijn doelen - Waardenpatroon
    o Doel: de vragenlijst meet welke intrinsieke of extrinsieke waarden belangrijk zijn voor de leerling. Deze geven mee inhoud aan zijn identiteit. Intrinsieke waarden, zoals zelfontwikkeling en goede relaties opbouwen, kunnen ervoor zorgen dat de leerling autonomie, competentie en verbondenheid voelt. Deze waarden zullen ook richting geven aan interesses en aan studiekeuzes die gemaakt moeten worden.

  • Waarom leer je ? - Zelfregulatie - leren en motivatie
    o Doel: met de vragenlijst kan een motivatieprofiel opgemaakt worden en motivationele dynamieken ontleed worden doorheen de schoolloopbaan. In gesprek met de leerling kan nagegaan worden in hoeverre de ervaren druk al dan niet realistisch is.

  • Hoe zie je jezelf ? - Academisch zelfconcept
    o Doel: met de vragenlijst kunnen we in kaart brengen hoe de leerling zichzelf evalueert op schools vlak. We kunnen ermee nagaan in welke mate zijn zelfwaardegevoel veilig dan wel breekbaar is. Als het zelfwaardegevoel breekbaar is, kan dit leiden tot een studiekeuze die eerder gemaakt wordt door de omgeving dan door de leerling zelf.

  • Mijn ouders en ik - Ouderbetrokkenheid
    o Doel: de vragenlijst meet in hoeverre ouders betrokken zijn op het schoolse gebeuren. Ouders met een controlerende opvoedingsstijl kunnen gevoelens van externe druk veroorzaken in de zin dat hun kind aan hun verwachtingen moet voldoen.

Het kan ook voorkomen dat de omgeving in de feiten geen druk legt op de leerling, maar dat hij dat wel zo aanvoelt. Dit kan te maken hebben met het perfectionisme van de leerling. Hij denkt dan veel druk te ervaren omdat hij zichzelf veel druk oplegt. Hij stelt telkens hoge eisen voor zichzelf. Ook voortdurend kritisch en streng zijn voor zichzelf kan ertoe leiden dat de leerling veel druk ervaart. Het kan bij deze hypothese daarom zinvol zijn om bijkomend de vragenlijst die peilt naar perfectionisme af te nemen.

  • Je houding tegenover jezelf - Perfectionisme
    o Doel: met de vragenlijst kunnen we verschillende aspecten van perfectionisme in kaart brengen.