Hypothese 3 - Onzekerheid

OLB & HGD > Strategiefase > Hypothesen 'Motivatie'' > Hypothese 3 - Onzekerheid

Wat

Onder onzekerheid op schools vlak begrijpen we de twijfels en angst die een leerling kan ervaren voor schoolse zaken.


Algemene hypothese

De leerling is kwetsbaar voor negatieve gevoelens en is onzeker op schools vlak. Die onzekerheid manifesteert zich ook in zijn studiekeuzeproces.

Onderzoeksvraag

Welke factoren zorgen ervoor dat de leerling veel onzekerheid ervaart op schools vlak?

Indicaties vanuit de intakefase

  • Ik leg de lat voor mezelf hoog omdat ik me schaam als ik zwakke schoolresultaten haal.

  • Mijn zelfwaardegevoel hangt sterk af van mijn prestaties op school.

  • Als iemand betere resultaten behaalt dan mij, dan heb ik het gevoel dat ik gefaald heb en voel ik me een minderwaardig persoon.

  • Ik twijfel voortdurend aan mijn capaciteiten. Ik heb het gevoel niets goed te kunnen.

  • Toetsen brengen veel stress teweeg waardoor ik minder goede antwoorden kan geven.

  • Ik moet voldoen aan de verwachtingen van mijn ouders.

  • Mijn ouders zijn kwaad als ik slechte resultaten haal.

  • De leerkracht stelt weinig vertrouwen in mij en kan me bij toetsen niet geruststellen.

  • De leerkracht begrijpt me niet.

  • Ik vind geen goede studiemethode.

Welke vragenlijsten afnemen ?

Hieronder vind je de vragenlijsten die in aanmerking komen. Voor de keuze van een vragenlijst kan je je baseren op onderstaande doelomschrijvingen die je kan koppelen aan bepaalde intakegegevens. De keuze voor een of meerdere vragenlijsten kan je ook samen met de leerling bespreken.

  • Waarom leer je ? - Zelfregulatie - leren en motivatie
    o Doel: met de vragenlijst kan een motivatieprofiel opgemaakt worden en motivationele dynamieken ontleed worden doorheen de schoolloopbaan. Een leerling die zichzelf voortdurend onder druk zet om te presteren, kan gevoelens van onzekerheid ervaren.

  • Hoe zie je jezelf ? - Academisch zelfconcept
    o Doel: met de vragenlijst kunnen we in kaart brengen hoe de leerling zichzelf evalueert op schools vlak. We kunnen nagaan in welke mate zijn zelfwaardegevoel veilig dan wel breekbaar is. Zelfwaardegevoel dat sterk afhankelijk is van de prestaties op school, kan aanleiding geven tot twijfels en angst. Dat (negatieve) zelfconcept van de leerling kan een belangrijke rol spelen in het studiekeuzeproces

  • Je houding tegenover jezelf - Perfectionisme
    o Doel: met de vragenlijst kunnen we nagaan in hoeverre prestatiegericht en zelfkritisch perfectionisme een oorzaak is van de negatieve gevoelens en onzekerheid op schools vlak. Erg kritisch zijn tegenover zichzelf hangt vaak samen met een laag zelfbeeld…

  • Studeren en toetsen - Studieorganisatie vaardigheden
    o Doel: deze vragenlijst meet de mate waarin de leerling uitstelgedrag vertoont tijdens het studeren of angst ontwikkelt tijdens toetsen en examens. Leerlingen die hoog scoren op testangst zullen over het algemeen onzeker zijn op schools vlak, wat zich kan weerspiegelen in het studiekeuzeproces.

  • Leergewoontes - Zelfregulerend leren
    o Doel: deze vragenlijst peilt naar het zelfregulerend gedrag van jongeren, waarbij zowel de (meta)cognitieve als motivationele elementen van zelfregulerend leren bevraagd worden. Een slechte planning, inadequate leer- en motivatiestrategieën, beperkt doorzettingsvermogen, enz. leidt er toe dat de leerling onzeker wordt op schools vlak.

  • Mijn ouders en ik - Ouderbetrokkenheid
    o Doel: de vragenlijst meet in hoeverre ouders betrokken zijn op het schoolse gebeuren. Ouders met een sterk controlerende opvoedingsstijl kunnen gevoelens van externe druk, onzekerheid en faalangst veroorzaken bij de leerling.

  • Mijn leerkrachten - Relatie leerkracht en leerkrachtstijl
    o Doel: de vragenlijst meet de affectieve kwaliteit van de relaties tussen leerkrachten en leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen we aftoetsen in hoeverre de leerling zich begrepen voelt door zijn leerkrachten en bij hen terecht kan met allerhande vragen en problemen. Een leerkracht die handelt vanuit de eigen visie en dus niet het perspectief van de leerling inneemt, kan zorgen voor twijfels bij de leerling.