OLB & HGD > Intakefase
We verzamelen relevante informatie via mogelijke bronnen:
Lars: onderwijsloopbaan.
Observatiegegevens of indrukken van leerkrachten; verslagen van leerlingenoverleg.
Bevindingen van ouders over de leerling en zijn studiekeuze (heden – verleden).
Resultaten toetsen, rapporten, evaluaties, enz.
LVS-gegevens of resultaten op andere ijkingstoetsen.
Diagnostische verslaggeving.
Indicaties van het cognitief functioneren (geheugen, executieve functies, aandacht, cognitie, enz.).
Begeleidingsverslagen.
Leerlingen en/of ouders die problemen ervaren met betrekking tot de studiekeuze kunnen zich met uiteenlopende vragen aanmelden. Voorbeelden:
Ik weet helemaal nog niet welke studierichting ik volgend jaar moet kiezen. Kan je mij daarin begeleiden?
Ik denk erover om volgend jaar studierichting x te kiezen, maar mijn ouders vinden dit te moeilijk voor mij. Klopt dit?
Ik voel me onder druk gezet door mijn ouders, leerkrachten en vrienden. Hoe kan ik hiermee omgaan?
Ik doe mijn best voor school, maar haal toch zwakke resultaten. Hoe komt dat? Hoe ga ik hiermee om?
Ik ben heel onzeker over schoolse zaken. Wat is de oorzaak hiervan? Hoe kan ik hiermee omgaan?
Voor mij is het onduidelijk in welk domein mijn interesses liggen en wat mijn talenten zijn. Bestaat er een studierichting die aansluit bij mij als persoon?
Verwachtingen van de leerling/ouders bevragen:
Wat brengt je naar het CLB? Wat zorgt er voor dat je nu komt?
Welke verwachtingen heb je over dit gesprek?
Eerste vragen naar huidige situatie, beleving en overzicht.
Wat speelt er zich momenteel af?
Hoe verliep je schoolloopbaan tot op heden? Wat speelde er hierin allemaal mee? (ervaringen, oriënteringen, persoonlijke factoren, enz.)
Wat verliep of verloopt goed? Succeservaringen?
Ervaar je specifieke problemen? Leerstoornissen? Ontwikkelingsstoornissen? Concentratieproblemen? Lichamelijke problemen die kunnen meespelen in de concrete studiekeuze? Persoonlijke of contextproblemen die kunnen meespelen in de concrete studiekeuze? Persoonlijkheidskenmerken?
Vertel eens over jezelf.
Wat zijn jouw hobby’s?
Wat doe je in je vrije tijd? Wat doe je graag?
Wat kan je goed?
Heb je ideeën over je toekomst? Wat is jouw droomberoep?
Welke mogelijkheden zie je zelf?
Heeft de school reeds een advies gegeven omtrent een geschikte studiekeuze?
Ga jij (en/of jouw ouders) akkoord met het advies van de school? Waarom wel of niet?
Het studiekeuzeproces bevindt zich op het kruispunt van verschillende belangrijke elementen van de ontwikkeling. Het wordt beïnvloed door persoonlijke, sociale en emotionele factoren. De inhoud van de vragenlijsten uit de OLB-batterij is gebaseerd op een theoretisch model van factoren die meespelen bij het maken van een studiekeuze.
De vragen uit de vragenlijst kunnen inspirerend zijn als mogelijke intakevragen. Dat is zeker het geval wanneer we uit de situatie en de eerste antwoorden op onze intakevragen afleiden dat een diepgaande bevraging nodig is.
Met de intakefase willen we de beleving en de positie van de leerling in het studiekeuzeproces verhelderen.
In hoeverre wil de leerling energie en tijd investeren om z’n studiekeuze te maken?
Hoe gaat zijn omgeving er mee om?
Hoe maakt de leerling zijn keuze?
In hoeverre slaagt hij erin over zichzelf een rijk beeld te vormen?
Kan de leerling zichzelf sturen in zijn keuzeproces, dat tevens een leerproces is?
Hoe gaat zijn omgeving met de keuzesituatie om ?
Hoe een leerling een bepaalde studiekeuze maakt, kan sterk verschillen van leerling tot leerling.
In de wetenschappelijke literatuur maakt men onderscheid tussen een aantal keuzestijlen.
Intuïtieve keuzestijl: de leerling volgt zijn buikgevoel om een studierichting te kiezen. Hij weet ongeveer wat de studierichting inhoudt, maar kan niet goed motiveren waarom hij nu net die richting kiest.
Impulsieve keuzestijl: de leerling maakt een vlugge, oppervlakkige keuze op basis van eerste indrukken en zonder er goed over na te denken. Dit kan mogelijks leiden tot spijt achteraf.
Emotionele keuzestijl: de leerling kiest een bepaalde studierichting omdat hij er een positief gevoel bij heeft (bij de finaliteit van de richting, bij de leerlingengroep, bij de school…).
Meegaande, volgzame keuzestijl: de leerling vormt niet echt een eigen mening of overtuiging; hij volgt eerder het advies van anderen op.
Uitstellende keuzestijl: de leerling durft niet goed knopen door te hakken of komt terug op eerdere keuzes. Hij is onzeker en verward.