Identiteitsontwikkeling

OLB & HGD > Begeleidingsfase > Oriëntatie : Motiverende coach > Identiteitsontwikkeling

Gevoel van identiteit

In het studiekeuzeproces van een leerling zitten heel wat aspecten van zijn identiteitsontwikkeling verweven. Doorheen zijn studiekeuzeproces dient hij antwoorden te vinden op hoe hij zichzelf ziet, welke persoon hij wil zijn en welke toekomst hij voor zichzelf voor ogen heeft, wat hem boeit en wat hij belangrijk vindt in het leven.

In onderwijsloopbaanbegeleiding willen we de leerling ondersteunen bij het vinden van antwoorden op deze vragen. Onze focus is er ontwikkelingsgericht: we geloven dat elke leerling de mogelijkheid heeft om te groeien naar een eigen identiteit.

Soms lijkt deze groei te stokken en lijkt de leerling vast te lopen in zijn identiteitsontwikkeling. In het studiekeuzetraject kan dat bijvoorbeeld tot uiting komen wanneer de leerling lijkt te blijven steken in het exploreren van zichzelf of van de keuzemogelijkheden, passief blijft in het uitproberen van nieuwe vaardigheden of rollen, of niet tot identificatie komt met een geschikte keuze.

De adolescentie is een periode waarin er veel verandert. Het is een hele opgave om zich thuis te voelen in de eigen persoon, het eigen lichaam, de eigen omgeving… ondanks alle veranderingen. Nieuwe en reeds verworven vaardigheden en eigenschappen dient de jongere tot een geheel te maken. Het is dat gevoel van een samenhangende en tegelijk unieke persoon te zijn dat een gevoel van identiteit geeft.

Het is in deze periode van zich ontwikkelende opvattingen, mogelijkheden en kenmerken dat we in de loop van het secundair onderwijs de leerling verschillende keren vragen om een studiekeuze te maken.

Een aantal van deze eigenschappen, zoals interesses, hebben zeker in de vroege adolescentiejaren nog een voorlopig karakter.

Onderwijsloopbaanbegeleiding vatten we daarom ontwikkelingsgericht op. Geleidelijk aan ontdekken jongeren zowel binnen als buiten de school steeds meer wat ze graag doen, waar ze goed in zijn en wat ze belangrijk vinden. In het ideale geval raken de interesses, overtuigingen en waarden waarmee de leerling zich wil verbinden geleidelijk meer uitgekristalliseerd en vormen ze de basis voor een goede studiekeuze.

Complex proces

Het ontwikkelen van een eigen identiteit is evenwel een complex proces. Het loopt niet altijd van een leien dakje. Het kan een verwarrende periode zijn. Sommige leerlingen zitten in conflict met zichzelf. Ze zijn erg bezig met het zoeken naar identiteit, maar voelen zich overspoeld door de vele ingrijpende veranderingen in hun jonge leven. Dat kan gepaard gaan met uiteenlopende gevoelens: onzekerheid en verlegenheid, twijfel en angst, schaamte en schuldgevoel.

Dat is geen ideale situatie om tot een goede studiekeuze te komen. We zien deze leerlingen daarom wel eens treuzelen in hun keuzetraject en het uitstellen om tot een keuze te komen. Een periode van uitstel hoeft niet negatief te zijn, zeker als die kan ingevuld worden door het uitproberen van opvattingen, rollen, vaardigheden of nieuwe ervaringen. Dit biedt jongeren kansen om zichzelf te leren kennen, om uit te testen wat hen ligt en wat niet, wat ze boeiend vinden en waardevol.

Leerlingen die evenwel verward blijven, vinden het moeilijk om een eigen toekomst uit te stippelen en eigen idealen na te streven. We kunnen hen leren omgaan met verschillende rollen in diverse situaties en om die in verband te brengen met hun eigen persoon.

Zo kunnen we hen helpen die rollen te identificeren waarin ze zichzelf in kunnen vinden in wat ze meemaken of wat ze doen.

  • In welke rollen herkennen ze zichzelf?

  • Bij welke activiteiten voelen ze zich (min of meer) goed?

  • Wat geeft hen steun en vertrouwen?

Op die manier helpen we het innerlijk kompas te ontwikkelen en te versterken. We helpen deze leerlingen ook zoeken naar situaties die ze veilig genoeg vinden om dingen uit te proberen. We zetten ze aan het werk en moedigen ze aan om gebruik maken van nieuwe mogelijkheden om een actieve rol op te nemen en te experimenteren. De angst of onzekerheid die dat met zich meebrengt, helpen we onder controle houden (zie ook: faalangst).

Feedback geven / krijgen...

Welke feedback krijgen ze hierbij?

  • Strookt die met de eigen beleving?

  • Welke samenhang zit er in deze nieuwe ervaringen?

  • Wat zegt dat over henzelf?

  • Komen ze er achter welke zaken hen kenmerken?

  • Welke talenten en mogelijkheden hebben ze?

  • Welke beperkingen ervaren ze?

  • Hoe gaan ze hiermee om?


  • Wat vinden ze er boeiend in, wat vinden ze belangrijk?

  • Halen ze hier bepaalde waarden of idealen uit?

  • Welke willen ze verder vorm geven in de nabije of verdere toekomst?

  • Welke studierichtingen kunnen hieraan beantwoorden?

  • In welke opleidingen kunnen ze dat aspect van zichzelf verder vorm geven?

  • In welke studiekeuze kunnen ze successen ervaren en vertrouwen opbouwen?

Stimuleren en prikkelen

Initiatief nemen, zelfstandig worden, voorkeuren en mogelijkheden ontwikkelen… Het zijn thema’s die we samen met de leerling doorheen de OLB-begeleiding bespreken, maar waar we hem ook toe stimuleren.

We prikkelen de leerling om over zichzelf na te denken en moedigen hem tegelijk aan om leerervaringen op te doen en tot actie over te gaan. We laten de leerling doorheen die ervaringen zoeken naar antwoorden op voorgaande vragen.

Dat is niet altijd een gemakkelijke oefening. We kunnen de leerling ondersteunen om zijn persoonlijke ervaringen en om zijn gedachten en gevoelens hierbij te verwoorden, en om goed te leren kijken en te luisteren naar zichzelf. We houden hem een spiegel voor.

Ook al zijn z’n indrukken en bevindingen, zijn voor- en afkeur, zijn ontluikende dromen en doelen… nog onzeker of voorlopig, ze vormen de wortels van een zich ontwikkelende identiteit. Dat maken we ook duidelijk aan de leerling. Het is via deze zoektocht dat hij de juiste weg in zijn studiekeuzetraject en een zinvolle toekomst zal vinden.

Context

Reflectie, stimulering, activering en bevestiging zijn belangrijke begeleidingstools voor de OLB-coach. De identiteitsontwikkeling van de adolescent speelt zich evenwel niet af in het luchtledige, maar in een concrete context. Het gevoel van identiteit ontwikkelt zich in de relatie tot anderen.

Jongeren

  • proberen onder elkaar uit,

  • toetsen bij elkaar af,

  • geven elkaar feedback

  • en sturen elkaar bij.

Ze fungeren als model en als spiegel voor elkaar. Ze steunen elkaar of net niet, ze beïnvloeden elkaar. Ze maken binnen de maatschappelijke, etnische en culturele context eigen groepsregels, normen en verwachtingen waartegenover ze zichzelf kunnen positioneren.

Aanpassen of net niet ?

Sommige leerlingen passen zich sterk aan aan de regels en normen van de groep waartoe ze behoren. De groep biedt hen immers veiligheid of zekerheid, of helpt hen om van thuis los te komen. Die groep kan de leerling ook vertrouwen en bevestiging geven of hem stimuleren en motiveren.

Maar de groep kan ook ongewenst gedrag versterken en zich asociaal of agressief opstellen. Negatieve groepsvorming kan de identiteitsontwikkeling in het gedrang brengen. Omdat hij bijvoorbeeld niet kan beantwoorden aan de verwachtingen van zijn ouders zoekt de leerling contact met jongeren die het tegenbeeld zijn van alles waar zijn ouders voor staan. Het zich afzetten van de ouderlijke normen en waarden kan een gezonde evolutie zijn. Het overnemen van een groepsidentiteit zonder nog eigen ideeën of doelen te ontwikkelen is dat veel minder. De leerling ruilt op dat moment zijn eigen identiteit als het ware in voor die van de groep.

In deze situatie willen we de leerling terugbrengen naar het verhaal van zijn eigen persoon.

  • Wat zijn z’n eigen ideeën en idealen,

  • zijn eigen stijl en voorkeur,

  • eigen waarden en doelen,

  • z’n eigen traject en keuzes?

  • Hoe ontwikkelt hij zijn eigen innerlijke maatstaf en intern kompas?